Om een echte teamplayer te worden moeten de meesten van ons een behoorlijke weg afleggen. Het is vaak niet aangeboren, terwijl het voor steeds meer functies een vereiste is. Wat is de route die je aflegt om uiteindelijk te kunnen zeggen dat je een goede teamplayer bent?
Als je je marktwaarde op peil wilt houden zal je moeten blijven leren. Dan is het belangrijk dat je een beetje makkelijk kan leren. Wie heeft jou geleerd hoe je moet leren? Ik ben er achter gekomen dat goede manieren van leren, evidence based, tegennatuurlijk zijn. Logisch dat we ze niet toepassen. Hoe stop je nieuwe kennis in je brein, hoe leer je een nieuwe vaardigheid, met zo min mogelijk tijd en energie, en dat het ook niet zo weer weglekt?
Technologisch lijkt zo’n beetje alles mogelijk. We kunnen vanuit ons huis kunst over de hele wereld bekijken, naar de maan, met een parachute op de rand van de dampkring springen en enge ziekten genezen en voorkomen. Ik vraag me soms wel af wat het ons oplevert en wat de prijs is. Wat betekent al die technologische vooruitgang bijvoorbeeld voor jouw bedrijf, voor jouw werk als manager?
Van onze web-kinderen wordt beweerd dat ze goed kunnen multitasken, omdat ze opgroeien in een wereld waarin dat vanzelfsprekend is. Je ziet het ze ook doen: televisie kijken, facebooken, internetten en tegelijkertijd huiswerk maken. Hoe zit het met volwassenen? Kunnen wij dat ook nog leren? En onze medewerkers?
In de afgelopen periode hoorden we partijleiders elkaar regelmatig het verwijt maken dat ze maar een deel van het verhaal vertelden, met de suggestie het hele verhaal te vertellen. Dat klinkt logisch, want pas als je het hele verhaal kent, heb je een goed beeld. Dat is niet anders in bedrijven. Maar wanneer weet je dat je het hele verhaal hebt?
Onze oriëntatie op de Verenigde Staten is groot, kijk maar naar ons taalgebruik. Sommige mensen worden boos om een paar Engelse woorden in je tekst. In de streek waar ik woon is een 'compact disk' voor taalpuristen nog steeds een 'spiegelplaatje'. Ook de mentaliteit komt deze kant uit, en dat ga je merken aan uitdrukkingen die we over gaan nemen.
In interviews met Alexander Rinnooy Kan, één van de meest invloedrijke personen in Nederland, presenteert hij zichzelf als een optimist. Ik ben erg gecharmeerd van de toelichting die hij daar altijd bij geeft, nl. dat hij het een morele plicht vindt van bestuurders met een grote verantwoordelijkheid om optimistisch te zijn. Zou dat niet voor alle leiders gelden?
\'We gaan met minder managers werken, en dat kan ook, want onze medewerkers worden resultaatverantwoordelijk en ze gaan veel meer werken in zelfsturende teams. Onze managers moeten dus loslaten, en alles zoveel mogelijk door de medewerkers zelf op laten knappen\'. Herken je deze tekst?
Onze opdrachtgever heeft een nieuwe functie in een voor hem volstrekt nieuw bedrijf. Binnen een paar weken zitten wij aan zijn bureau en legt hij ons zijn vraagstuk voor. Het is een zeer lastige situatie, met een lange geschiedenis, en het is zijn taak om hier nu eindelijk verandering in aan te brengen. Verwachtingsvol kijkt hij ons aan. 'Jullie zijn de experts. Vertel me maar waar ik moet tikken om deze 'machine' weer aan de praat te krijgen.'
Bij één van onze opdrachtgevers bleek al jaren een discussie te lopen of ze op vrijdagmiddag bereikbaar zouden zijn voor klanten. Sommigen vonden van wel, anderen vonden het zonde van het geld omdat toch niemand zou bellen. Op het antwoordapparaat hoorde de klant op vrijdagmiddag: 'Jammer, maar we zijn al naar huis, bel volgende week maar terug.'
Als je meegedaan hebt aan een sporttraining of probeert af te vallen, dan weet je wat een plateau is. In het begin gaat alles volgens plan, je houdt je strak aan het programma, maar dan ineens stopt het. Je doet precies wat je moet doen, maar het heeft geen effect meer.
Een groot nieuw systeem is landelijk uitgerold. De stuurgroep is zeer tevreden en vraagt ons voor de evaluatie. Dan blijken de gebruikers zeer ontevreden. Wezenlijke uitzonderingen kunnen ze niet meer registreren. De administratie kost 2x meer tijd. Klagen heeft tot nu toe niet geholpen, niemand luistert en de achterstanden lopen op. Medewerkers zijn boos en gefrustreerd. Een aantal wil niet eens meer meewerken aan de evaluatie.
Door de recessie liep de omzet terug met 50%. Zo'n prachtig gezond bedrijf, maar actief in de bouwwereld. Er moest iets gebeuren. Personeel ontslagen, het bedrijf concentreren op één locatie en investeren in de ontwikkeling om vooraan te staan als de economie weer aantrekt. Voor medewerkers een flinke klap, vooral die verhuizing van de polder naar de Maasvlakte, het vertrek van collega's en een hele andere structuur.
Het lijkt een Cruyffiaanse uitspraak die ik vaak gebruik in gesprekken met opdrachtgevers. Ze koesteren hoge verwachten van medewerkers. Terecht natuurlijk, want deze directeuren en managers staan zelf ook behoorlijk onder druk. Maar dat rechtvaardigt niet het idee dat iedereen alles wel kan leren als 'hij/zij maar wil'. Misschien is het de invloed van het positieve denken dat managers deze gedachte koesteren. Ik hoor in ieder geval niet bij die school.