Vindt u dat uw doelen altijd realistisch moeten zijn of durft u het (bijna) onmogelijke te dromen? Maarten van der Weijden ondernam vorige week zijn tweede poging om de Friese Elfstedentocht zwemmend af te leggen. En deze keer heeft hij het gehaald! Hij heeft zich niet laten ontmoedigen door het resultaat van afgelopen jaar. Hij heeft ervan geleerd en zijn schema aangepast, zonder zijn doel naar beneden bij te stellen.
Niet wàt je vertelt, maar hòe je dat doet, bepaalt in overgrote mate of je geloofwaardig bent. En of de boodschap van jouw presentatie beklijft. Het heeft alles te maken met ritme van spreken.
Men selecteert verkopers vaak op basis van hun spreekvaardigheid. Een vlotte babbel is zeker een belangrijk aspect om te slagen in de verkoop.
Maar het is wellicht nog veel belangrijker dat verkopers relevante vragen stellen en scherp luisteren naar hun klanten. En dan is nog iets waarmee verkopers (en managers) wonderen kunnen verrichten.
Zoals bomen zonlicht nodig hebben om te kunnen groeien en vrucht te dragen, zo hebben organisaties een perspectief nodig waar ze zich op kunnen richten. Een visie is iets wat in iemands gedachten of verbeelding bestaat. Het stelt een organisatie in staat om antwoord te geven op de vragen: waar staan we voor en waar gaan we voor? Maar hoe zorg je ervoor dat je medewerkers dit beeld helder voor ogen hebben?
Afgelopen week verscheen mijn nieuwe boek: Doe niet zo moeilijk, de kunst van het relativeren. In dit boek beschrijf ik verschillende technieken die helpen om uw problemen vanuit een relativerende houding te benaderen terwijl u tegelijkertijd optimaal betrokken en gemotiveerd blijft. Onbezorgd werken betekent niet dat u geen zorgen meer hebt, u maakt zich er alleen niet zoveel zorgen meer over.
Feilloos de regie nemen. Vrijwel alle deelnemers aan mijn presentatietrainingen worstelen ermee. Het is letterlijk een eye opener als ik ze leer hoe je dát doet. Want stel, je hebt een goed verhaal. Je bent helemaal klaar voor je toehoorders. Zijn zij dan ook klaar voor jou? Muisstil dus? En in gespannen afwachting van wat jij gaat zeggen?
Al decennia organiseren managers mensen op mechanische wijze. Maar hierdoor vervreemden medewerkers van hun klanten, het bedrijf en zichzelf. Tijd voor organisch organiseren.
Je woont een presentatie bij van een collega. Een kei in zijn vak. Zijn nieuwe plan is briljant. Ook het stappenplan is waterdicht. Toch blijf je naderhand zitten met een heel ander gevoel. En niet alleen jij. Het overtuigde niet, de presentatie. Oorzaak: verboden stopwoorden.
Het zal u vast niet zijn ontgaan: de afgelopen weken was er flinke commotie over de manier waarop energiebedrijven nieuwe klanten proberen te werven. Daar gaat nogal wat mis. Uiteraard wassen de energieboeren hun handen in onschuld. Het ligt allemaal aan de bureaus die zij hebben ingehuurd. Is dat écht zo? Of is er ook nog een andere oorzaak?
In verband met Nationale Complimentendag op 1 maart, worden Hans Poortvliet (initiatiefnemer van deze dag) en ik (co-auteur van Het groot complimentenboek) weer benaderd door de media. De meest gestelde vraag: hoe reageer je op een compliment? Gewoon een bedankje? Maar hoe reageer je op ongemakkelijke complimenten? Hierbij 16 cases en een link naar een downloadbare versie.
De meerderheid van de offertes gaat over het product of dienst dat men tracht te verkopen. En natuurlijk over het bedrijf van de aanbieder. Want de klant moet natuurlijk weten hoe goed u bent en waarom hij voor uw product of dienst moet kiezen. Maar hoe zit het met de wensen van de klant? Die komen er niet zelden nogal stiefmoederlijk van af. Dat is een beetje dom.
Het jaar zit er bijna op, tijd dus voor de jaarlijkse beoordelingsgesprekken. Steeds meer leidinggevenden en medewerkers zetten vraagtekens bij deze rituele dans. De HR-cyclus is voor velen een verplicht nummer dat bovendien veel tijd kost.
Mensen schuiven lastige beslissingen liever voor zich uit. Niets doen is stukken makkelijker dan tot actie overgaan. Dus willen ze nadenken. Dat is op zich een redelijk verzoek.Toch is een klein zetje vaak al voldoende om mensen tot een besluit te bewegen. Lukt dat niet? Dan is het minste wat u moet doen: richting aangeven. Anders komt van uitstel vrijwel zeker afstel. Wat doet u er aan?
Stelt u zich het volgende eens voor. De telefoon rinkelt. Iemand meldt zichzelf aan de andere kant van de lijn. Hoe lang duurt het dan voordat u denkt ‘Gut o gut, ik heb een verkoper aan de lijn’? Waarschijnlijk niet meer dan pakweg 20 seconden. Prospects trekken razendsnel conclusies op basis van enkele woorden en hoe men ze uitspreekt. Meestal luidt dat ook een spoedig einde van zo’n gesprek in. Kan dat niet anders?