Op steeds meer posities in bedrijven voelen medewerkers de concurrentie, die met ambitieuze targets verslagen moet worden. De Indianenopperhoofden zeiden al dat ze meer en betere Indianen nodig hadden om van de blanken te winnen. Maar Nederland kampt weer eens met krapte op de arbeidsmarkt, dus daar zit geen oplossing en is de aandacht gericht op ‘retention’.
In dit kader verbaast het ons dat het afgelopen half jaar veel middenkader bij bedrijven vertrok, terwijl ze graag wilde blijven. Managers werden buiten de poort gezet of vertrokken met grote tegenzin, terwijl ze vol overgave werkten, het vuur uit de sloffen liepen en veel meer uren maakten dan waarvoor men ze betaalde. Daardoor werkten ze zich over de kop, maakten fouten of werden ziek. Het vervolg was uiteindelijk een onvrijwillig vertrek.
Nog niet geïntegreerd
In Nederland werken steeds meer bedrijven in een moordende competitie met steeds meer concurrenten. Daar zijn we niet zo aan gewend, het lijkt een verschuiving in onze bedrijfscultuur, die overigens plat gekopieerd wordt in veel not-for-profit organisaties. Omdat het hogere management niet zo gewend is aan en ook niet echt voorbereid is op leidinggeven in een dergelijke omgeving, is de kans op doorslaand gedrag groot. Weinig goede voorbeelden van Nederlandse bodem, leiden tot een integratie van het type ‘Jack Welch’ in de ‘warme’ manager die Nederlandse managementopleidingen afleveren. Middelmanagers die goed presteren krijgen van de top steeds meer voor hun kiezen, de lat gaat steeds sneller hoger, terwijl ze nog steeds fijne gesprekken voeren met hun baas. Mentaal en fysiek zit daar een einde aan. Ze worden ziek, natuurlijk vlak voor een belangrijke deadline. De directie heeft daar veel last van, pakt dit aan volgens de stoere lijn en de manager is exit. De andere kant van het verhaal is natuurlijk dat ook de managers, niet gewend zijn aan de competitieve omgeving, waardoor het hen niet lukt de eigen grenzen te bewaken. Ze gaan er met grote passen zelf overheen.
Loyaliteit
In Nederland is onderzoek gedaan naar de ‘Veranderbereidheid’ van medewerkers in bedrijven. Waar ik echt van op keek was dat als medewerkers negatief oordeelden over de voorgenomen verandering én negatief oordeelden over de aanpak van het management, ze toch nog loyaal bleken te zijn, zowel aan de verandering als aan het management. Op alle niveaus zijn we aan het leren hoe competitie beter te integreren in onze bedrijfscultuur. Maar het helpt wel als de top zich realiseert dat het middenkader, net als de medewerkers, in Nederland heel trouw is. Dat is dus een groot verschil met de Verenigde Staten, waar een aanbod van $10 meer in de maand al een reden is om van baan te veranderen.
Loyaliteit geeft zeker ook problemen, maar het moet niet moeilijk zijn om loyale managers voor het bedrijf te behouden.