Dé keuze voor één beroep en daar aan vast zitten. Dat is niet meer van deze tijd. Veel mensen beginnen met enthousiasme aan een loopbaan om toch na verloop van tijd te veranderen. En veranderen kan: van werkgever, van functie en natuurlijk ook van beroep.
Hans
Met veel plezier heeft Hans zijn studie aan de Hogere Hotelschool gevolgd. Voor hem is werken als manager in een hotel een droom, die is uitgekomen. Vanaf zijn eerste jaar als manager van een hotel heeft hij stap voor stap carrière gemaakt. Ieder jaar werd Hans manager van weer een groter of bekender hotel. Hij heeft in tien landen gewerkt voor steeds grotere internationale hotelketens. Tijdens zijn werk is Hans er achter gekomen dat hij heel creatief is. In samenwerking met enkele grote, internationale marketingbureaus heeft hij reclamecampagnes opgezet en loyalityprogramma’s geïmplementeerd. Na ruim tien jaar in de hotelbusiness heeft Hans ervoor gekozen om zich bij een reclamebureau zich te specialiseren in het ontwerpen van reclamecampagnes. Weliswaar zijn de grotere internationale hotelketens de vaste klanten van dit bureau, toch heeft hij in feite heel ander werk. Werk waar hij oorspronkelijk niet voor opgeleid leek…
Veranderen van baan en functie, zoals in het voorbeeld van Hans komt steeds vaker voor. Ook blijken beroepen en functies minder stabiel te zijn dan vroeger gedacht. De rol van de docent in het onderwijs is de afgelopen jaren bijvoorbeeld fundamenteel veranderd: van kennis aan- en overbrengen naar coach die studenten en leerlingen ondersteunt bij het zelfstandig leren.
Kennis ontsluiten
Kennis is mede onder invloed van de nieuwe technologie een heel andere grondstof geworden. Niet meer alleen opgeslagen in de boeken en de hoofden van mensen, maar duidelijk alom aanwezig. Er is zoveel kennis beschikbaar dat het hebben van kennis alleen niet het belangrijkste meer is. Cruciaal is de bekwaamheid om kennis ontsluiten. Het gaat er dan om de juiste kennis kunnen ontsluiten, op het juiste moment voor de juiste personen of teams om zo de juiste resultaten te kunnen realiseren.
Voor organisaties én voor professionals is het van vitaal belang om in een snel veranderende wereld in staat te zijn om steeds de juiste kennis op het juiste tijdstip beschikbaar te hebben. De veranderingen rondom het ontsluiten van kennis heeft zeker gevolgen voor kennisintensieve beroepen en organisaties en de daarmee samenhangende, veranderende functies. Denk eens aan de gevolgen van het internet voor veranderingen in vorm en functie van organisaties en beroepen zoals medische en verpleegkundige professionals, psychologen, maatschappelijk werkenden, pedagogen, ict-professionals, consultants, trainers, taalkundigen, analisten, bestuurskundigen enzovoort.
Generieke competenties
Organisaties, beroepen en functies kunnen (geleidelijk) veranderen of zelfs helemaal verdwijnen. Maar de behoefte aan breed opgeleide professionals blijft. Kennis is namelijk dé grondstof om in de hedendaagse (kennis)economie met succes te kunnen opereren. Alleen kennis is echter onvoldoende. Aan eigentijdse professionals worden meer eisen gesteld om effectief te kunnen (samen)werken en communiceren in verschillende contexten en arbeidsituaties. Bedoeld worden de algemene of generieke competenties (bekwaamheden) die nodig zijn om als professional, ook in een snel veranderende wereld, effectief te kunnen werken en zichzelf te ontwikkelen. De generieke competenties heb je in feite in ieder beroep of functie nodig. Deze vormen de kern van het professionele handelen. Door over generieke competenties te beschikken is het een stuk eenvoudiger om van baan, functie of beroep te veranderen. Met als kanttekening dat het afhankelijk is van de organisatie en de eisen die aan de functie worden gesteld of er meer een beroep wordt gedaan op bepaalde generieke competenties dan op anderen.
Beroepsspecifieke competenties
Daarnaast heb je nog de beroepsspecifieke competenties, die verschillen natuurlijk per beroep en kunnen ook nog anders zijn in de verschillende arbeidssituaties. Denk bijvoorbeeld aan managers, verkopers, verpleegkundigen en ingenieurs, die afhankelijk van de context waar ze werken, over andere beroepsspecifieke competenties dienen te beschikken. Door de beroepsspecifieke competenties worden vaak bijzondere eisen gesteld, die de keuze voor de ontwikkeling van je loopbaan in sterke mate bepalen. Stel dat je orthopedagoog wil worden of (rock)muzikant, dan bepalen de beroepsspecifieke competenties veel meer of jij geschikt bent voor dat beroep dan de generieke competenties. Terwijl het voor de algemene ontwikkeling als professionele beroepsbeoefenaar altijd noodzakelijk is om over voldoende bagage te beschikken als het gaat om de generieke competenties.
Breed én diep
Samengevat komt het erop neer dat de eigentijdse professionals breed is opgeleid als het gaat om de generieke competenties. Terwijl er toch voldoende inhoudelijke verdieping nodig is om effectief in de praktijk te kunnen werken. Verdieping vindt dus plaats in de beroepsspecifieke competenties.
· Architect van toekomstbestendige oplossingen om mensen & organisaties meetbaar met 70:20:10 oplossingen beter te laten presteren.
· Auteur van boeken met het doel hrd te versterken zoals '70:20:10 naar 100% performance', ‘Kostbaar Misverstand; van training naar business improvement’ en ‘Liever (g)een training’.
· Samen met Charles Jennings en Vivian Heijnen heb ik het 70:20:10 Institute opgericht om dit gedachtegoed in cocreatie met onze collega's in de wereld te verspreiden en te verbeteren.
Ik vind het gebruik van competenties iedere keer weer verwarrend.
Waar het in dit artikel vooral over lijkt te gaan zijn: kennis en vaardigheden. Kennis en vaardigheden zijn er namelijk in algemene en vakspecifieke vormen. Een boekhouder heeft nu eenmaal andere kennis nodig dan een medewerker PZ.
Een competentie is in mijn visie echter iets wat je nodig hebt om in een bepaalde situatie succesvol te zijn. Het is dus een combinatie van kennis, vaardigheid, houding en situatie. Vandaar dat iemand in de ene situatie wel effect kan hebben, terwijl hij in een andere situatie geen invloed heeft. Je zou ook kunnen zeggen, in de ene situatie is hij competent, in de andere niet.
Vervolgens kom ik dan uit op de vraag ''Hoe leer ik mensen hun kennis en vaardigheden toepassen in verschillende situaties?'' Met daarbij de vraag ''Hoe leer ik mensen een houding aan, dat ze hun kennis en vaardigheden proberen toe te passen in verschillende situaties?''
Competenties wordt als term ook in de onderwijswereld gebruikt en helaas zie ik dat het vaak opgelegde en gewenste competenties zijn in plaats van ook aansluiten en ontwikkelen van reeds aanwezige of in ontwikkeling zijnde competenties bij de lerende. Natuurlijk ontkom je niet aan beroeps specifieke competenties.
In teams zie je ook vaak de wens dat iedere neus in dezelfde richting staan met generieke competenties. Veel mensen van hetzelfde kaliber halen de dynamiek eruit. Het is juist goed om er wat dwarsneuzen in te hebben om hen te vragen hoe zij het doel willen bereiken.Daar komen och vaak leuke ideeen uit.
Hoe herkennen, ontdekken, ontwikkelen mensen hun competenties (passies) en kunnen ze doe doelgericht inzetten. Dat vraagt aandacht, ruimte, creativiteit en een open mind van een werkgever en werkomgeving en geeft ruimte aan talent.
Kernbegrippen: Ontdek, ontwikkel en ontketen!!!
Het artikel haalt een leuk gegeven aan en geeft daarbij ook een aardig voorbeeld. Het blijkt een ambitieuze man die ook oog blijkt te hebben voor zichzelf en de mogelijkheden die op zijn weg komen. Het merendeel avn de beroepsbevolking, heeft hier vrijwel niets aan.
Soms door omstandigheden gedwongen, soms uit eigen verkeerde keus, komen ze op een carrierepad die feitelijk niet past bij de persoon, kennis en kunde.
Wat daar aan te doen?
Om dit werkelijk te kunnen doorbreken moet je op de laatste jaren van het LO de stap al maken. www.numoquest.nl/feiten.htm maakt hier al melding van. Er worden daar ook enkele feiten weergegeven die bij onderzoeken naar voren zijn gekomen.
Het navrante van het hele systeem is dat men telkens weer opnieuw het wiel probeert uit te vinden of, veel erger nog, een systeem zoals CITO, invoert, die dan vervolgens niet voldoet maar bij gebrek aan beter blijft gehandhaaft. Immers, is de beredenering, het duurt op dat niveau jaaaaaaaaaren voordat een verandering ordentelijk kan worden bewerkstelligd.
Je ziet dan ook het probleem zich al voltrekken op het voortgezet onderwijs. Verder in die lijn, in een gekozen carriere pad kunnen dergelijke problemen alleen nog maar verder escaleren.
Sinds jaar en dag pleiten wij al voor een totaal andere insteek die kennis en kunde bij de laatste twee groepen van het LO kan meten en inzichtelijk maken. Op die manier kunnen kennis en kunde als basis dienen bij het vervolg onderwijs en heb je aanzienlijk minder kans op tussentijdse opleidings problemen zoals we nu zien.
Tevens voorkom je dat mensen met hetgeen er in het artikel wordt opgevoerd, 'last' krijgen van een carriere move. Het artikel is wat ons betreft dan ook in enige mate ambivalent maar halt wel degelijk een bestaand probleem aan. Werk genoeg voor coaches dus.
Bij dit artikel krijg ik weer eens het gevoel dat we uitermate ons best willen doen ''de maakbare mens'' te zoeken.
De bijdrage van JJT Hensen spreekt me dan ook sterk aan. Vanuit de mens beleven wat deze te bieden heeft. Mensen zijn een vat vol talenten, die ze in 1 leven niet eens kunnen ontdekken.
Veranderen van baan, functie of beroep, waarom niet? Als dat het ideaal en de droom is, dan komt veel vanzelf. Het vat gaat open en we ontdekken en ontwikkelen wat we nodig hebben. Je moet het zelf willen en willen leven!
Helemaal mee eens. Mensen kunnen in de regel zelf hun weg wel kiezen en die hoef je niet een 'vat vol' aanreiken. Veel van die mensen worden daar knap onzeker van of gaan juist dingen doen die het hardst worden geroepen, met alle kwalijke gevolgen van dien.
Elk individu heeft nu eenmaal een vrije keus en wanneer iemand zich daar goed bij voelt dan mag je dat als manager gewoon zo laten. Mensen die een 'zetje' nodig hebben kun je altijd bij staan natuurlijk maar dan wel op de manier die passen bij hun vaardigheden.
Als ik dat even op mezelf toepas dan weet ik een ding heel zeker, ik ben niet commercieel. Dat zit niet in mijn karakter. Ik begrijp de materie, weet en zie hoe het werkt maar dat wil nog niet zeggen dat ik nou zo nodig me dat nog eens eigen zou moeten maken.
Schoenmaker hou je bij je leest is wat dit betreft mijnn motto. Crux in deze visie is te kunnen extraheren wat de latente eigenschappen van de persoon in kwestie is om die verder te kunnen helpen. Dat kunnen botweg 90%+ van de coaches niet.
Rob Eppink
|
|
3
-
09
-
2007
|
08
:
43
uur
L.S.
Onderwerp is zeer relevant.
Enerzijds kennen wij een onderwijssysteem,waarin we kinderen rond hun 13-de vragen een richting te kiezen.
Anderzijds is er een maatschappij die flexibiliteit en innovatie vraagt.
Zoals Rene Civile hierboven stelt maakt een groot deel van de beroepsbevolking niet de juiste keuze.
Is deze verkeerde keuze gemaakt dan blijkt de huidige anonieme CV-maatschappij weinig flexibel.
Gevolg: Teveel talent blijft ongebruikt en onontwikkeld.
Coaching binnen bedrijven kan zeer waardevol zijn. Echter, dit koste tijd en geld. Vraagt prioriteit en kwaliteit van leidinggevenden. Deze zaken zijn schaars.
Voor ons aanstormend talent:
Keuze studierichting op hogere leeftijd.
Voor ons aanwezige talent:
Nu echt werk maken van het EVC.
Toch heb ik wat kanttekeningen bij.
Ook bij de reactie die ik lees.
We hebben de mond vol over competenties, skills etc., maar vanuit welk gezichtspunt kijken we hiernaar?
Tot op heden gebeurt dit uitsluitend vanuit de werkgever, hij wil graag de juiste persoon op de juiste plek hebben. Helaas doet hij dat nog steeds heel conservatief, beoordelingsgesprekken, functioneringsgesprekken en sommigen hebben al een ICT systeem in huis.
Waar zit nu de uitdaging, de creativiteit van het bedrijf, niet uitsluitend vanuit het denken van het bedrijf, geld verdienen, zo veel mogelijk terugverdienen van de kosten van het personeel.
Nee, juist bij de mensen in het bedrijf zitten de kansen op succes.
Maar hoe haal je dat boven water?
Heb eens het lef om niet alleen éénrichtingverkeer te houden, maar probeer eens om een 360 graden gesprek te komen. Dit is heel bedreigend voor alle partijen, want ze verdedigen hun terrein met verve.
In een tijd met onbegrensde mogelijkheden in de hulpmiddelen is er zeker een heel goed systeem te koop, waarin de werknemer zonder dreiging en bedreiging zich kan ontwikkelen.
Voor de duidelijkheid ik verkoop dat niet, maar volg de ontwikkelingen op de voet en weet dat er deze maand of volgende maand het leverbaar kan worden.
Los van het bekende werk kan je daar meer optie in kwijt en regel je veel beter de scholing van je werknemers en hebben ze goede verborgen talenten, dan behoud je ze voor het bedrijf voor nu en in de toekomst.
Onderscheid je eens van de concurrent en wordt daarmee in de toekomst het bedrijf waar mensen graag willen werken.
Het lijkt me evident dat we het van drie kanten moeten bekijken.
1. De werkgever
De werkgever is erbij gebaat dat deze de juiste mensen met de juiste kennis en ervaring, maar meer nog, de juiste instelling naar binnen kan halen. Hier staat tegenover dat diezelfde werkgever een bijzonder goede definitie moet geven van hetgeen hij in diens organisatie nodig heeft.
2. De werknemer
De werknemer kan nog zo goed een kunstje leren maar wanneer dit kunstje niet in lijn is met hetgeen deze van nature aan potentie bezit kun je nu eenmaal nooit excellereren. Dat is reeds vaker onderzocht en de uitkomsten blijken eensluidend. zie verder www.numoquest.nl/feiten.htm.
3. De lagere school
Waarschijnlijk wel het meest belangrijke zijn de komende generaties. Hier wordt bijzonder naargeestig mee omgesprongen. Nog steeds niet, 'as we speak', iets wat, me dunkt, de grootste fout die men door de jaren heen is blijven maken. Namelijk kinderen een richting opsturen die niet in lijn is met hun kunnen.
Wanneer deze drie aspekten zouden worden genomen als meetgraad zou het hoogst waarschijnlijk een stuk makkelijker en duidelijker worden.
RC PM
mevrouw FJM Schophuizen
|
|
4
-
09
-
2007
|
07
:
40
uur
Het is al een tijd duidelijk, dat je niet meer bijtekent bij één baas voor je hele loopbaan. Dat is m.i. maar goed ook.
Het lijkt me volkomen naargeestig om je voor 40 jaar vast te zetten op een spoor.
De basisschool stuurt je nog geen kant op. Met een beetje geluk tref je het en zit je op een goede basisschool, waar je meer van meeneemt dan een citoscore en vervolgens een startplaats op het middelbaar onderwijs.
Met een beetje geluk kom je van het middelbaar onderwijs af met meer dan een diploma dat je toegang verschaft tot een beroepsopleiding/studie.
Jonge mensen zijn zeer gebaat bij een flexibele kijk op hun loopbaan/ keuze en een flexibele montere instelling. Hun leven is immers ook een flexibel proces dat voor veel verassingen kan zorgen.
Beroepsopleidingen en universitaire opleidingen kennen een afvalpercentage in het eerste jaar van 30 tot 70 %.
Je bent 17-21 en moet dan uitmaken wat je ligt of eigenlijk gokken ondanks allerlei beroepskeuzetrajecten.
Het is hetzelfde met starten met werken.
Je opleiding is toch zelden specifiek genoeg geweest voor één vacature.Waarom zou het meteen een match moeten zijn?
De hogere hotelschool-opleiding uit het voorbeeld heeft Hans een pakket aan kwaliteiten meegegeven. Hij heeft ook datgene gedaan waar hij voor is opgeleid. Hans zelf heeft door zijn ervaringen en inside knowledge een prima startpositie om verder te groeien in de richting, die hij nu is ingeslagen.
Voor Hans zelf zijn die generieke competenties een zegen en geven hem mogelijkheden.
Hans heeft er zelf voor gekozen om van de hotelwereld naar de reclamewereld te gaan.
Als bedrijf of organisatie kun je ook de generieke competenties van je werknemers gaan zoeken. Misschien is ruimte laten voor deze mensen en ze kansen geven ook al voldoende.
Het lijkt me rijker voor werkgever werknemen en bedrijf.
@ Mw. Schophuizen,
U heeft volkomen gelijk. Met het huidige contingent aan leraren van laag tot hoog is het bedroevend gesteld. Uw relaas is voor ons heel herkenbaar en wij doen er al jaren iets aan. De methodiek staat volkomen los van de school, leraren en de kindern. Wij merken dit door een toename aan aanvragen rechtstreeks van ouders.
Voor ons is dit een duidelijk signaal om om deze manier verder te gaan. Het verhaal van Hans is jammergenoeg een minderheid in de grote massa. Derhalve zie ik dit artikel dan ook met plezier. Immers, niet iedereen wordt een dergelijk traject gegunt. Wij van onze kant doen er veel aan dit traject voor meer mensen mogelijk te maken.
RC PM
J.Dokter
|
|
1
-
05
-
2008
|
13
:
20
uur
Graag wil ik weten wat betekend:
1) De oude gedrags competentie.
2) De generieke competentie.
Voor mij zijn dat nieuwe begrippen.Mijn vraag is waar kan ik de uitleg hierover vinden.
Ik studeer voor technisch docent
Met vriendelijke groet,
J. Dokter
Ron Ladage
|
|
11
-
05
-
2008
|
10
:
48
uur
Wanneer we de scholing er ook bij gaan halen, dan heb ik nog wel iets mijn hart.
Vroeger en dan praat ik over de jaren 50, 60 en 70, waren de scholen redelijk goed.
De basisschool leerde de kinderen lezen, schrijven en rekenen, wat maatschappelijke zaken en sport was ook belangrijk, helaas heette dat gymnastiek.
Toen ging de politiek er zich mee bemoeien, de kinderen moesten meer maatschappelijke zaken leren en het eerste gedrocht de Mammoetwet deed zijn intree.
Tussenscholen zoals de LTS werden omgebouwd van het leren voor een vak, naar algemene ontwikkeling en dat resulteerde in bijna geen lesuren in de praktijk, maar eindelijs zwetsen over de maatschappij, de jongentjes kregen ook kookles en de meisje mochten wat met techniek doen.
De bedrijven besloten in die tijd ook maar van wegen de bezuinigingen hun bedrijfsscholen te sluiten, zodat er geen overgang meer was tussen LTS/MTS en het echte werk.
Nu zitten we met de gebakken peren, onderwijs sluit niet meer aan op wat de maatschappij vraagt en we zijn met lezen. Schrijven en rekenen zo tolerant geworden, dat de meeste kinderen die nu van school afkomen, dit niet meer goed beheersen.
En de politiek?
De PVDA heeft een onderzoek gevraagd naar de kwaliteit van het huidige onderwijs, maar zijn denkelijk vergeten, dat bij elke verandering of afbraak van het onderwijs, de PVDA in de regering zat en vaak ook die post beheerde! Maar dat is het voordeel van een politicus boven een echte werknemer in een bedrijf, ze dragen geen enkele verantwoording, want het volk vind toch alles goed.
Door de tekorten in de industrie naar goed opgeleide werknemers, zie je weer dat er een samenwerking komt tussen scholen en de bedrijven en de bedrijven weer een vorm, nu in samenwerking met de R.O.C.’s opleidingen opzetten. Nu nog geld investeren in de werknemers binnen het bedrijf, d.m.v. trainingen en coachen en dan hebben we over een paar jaar in het bedrijfsleven weer wat lucht.
Of het met het onderwijs nog goed komt, ik vrees het ergste…..
@Ron Ladage, Ik vind het jammer, dat je zo afgeeft op het onderwijs en het daar omheen bestaande systeem. Dat de politiek zijn werk niet goed gedaan heeft, dat is best mogelijk. Maar of dat werkelijk zo'n verschrikkelijke invloed heeft gehad op het onderwijs is maar de vraag. Daarvoor is het onderwijs een te complex systeem. Zo is al sinds jaar en dag het uitval percentage in het onderwijs 35%. Dit is vaak eerder een gevolg van het feit, dat van die 35% de ouders en omgeving onderwijs als onbelangrijk beoordelen. Verder blijkt vaak, dat van de 35% uitvallers op een later tijdstip een groot deel toch nog een diploma haalt. Dat kan via tweede kans onderwijs of door bedrijfsopleidingen.
Verder vergeet je, dat we in Nederland steeds meer informatie en cijfers hebben over het onderwijs. Waar vroeger niet veel meer bekend was dan hoeveel leerlingen, leraren, scholen en kosten er waren weten we tegenwoordig veel meer. Er wordt wat dat betreft veel meer gemeten in het onderwijs, dan vroeger. We weten uit welke sociale klassen leerlingen komen, iets wat we voor leerkrachten vaak ook weten. Vroeger had je arbeider, middenklasse en adel. We weten van al die groepen hoe de jongens en meisjes het doen. We weten bijna zelfs welke onderbroek ze aantrekken of wordt aangetrokken naar school.
Al die informatie leidt echter pas tot een zinvolle beslissing als je bereid bent om je idee van de maakbaarheid van de mens los te laten. Dat is namelijk de gedachte die de meeste politici in het westen hanteren. Daarom denken ze ook dat ze door het onderwijs te beïnvloeden die maakbaarheid kunnen beïnvloeden.
Mijn conclusie is eigenlijk, dat klagen over het onderwijs weinig zin heeft. Het volgt namelijk de gedachte, dat de mens maakbaar is, door hem van buitenaf te besturen. En als ik nu maar alle mislukkingen aan de kaak stel, dan moet er vanzelf een systeem onstaan, dat wel werkt.
Maar wat uit al dat onderwijs onderzoek ook is gebleken, is dat mensen wel te beïnvloeden zijn, door ze het juiste voorbeeld te geven, door ze uit te dagen, door ze met respect te behandelen. Het enige punt daarbij is, is dat de beïnvloede de vrijheid behoud om een keuze te maken.
Dus uiteindelijk komt het wel goed met het onderwijs, als wij maar bereid zijn om het onderwijs succesvol te laten zijn.
Ron Ladage
|
|
12
-
05
-
2008
|
09
:
14
uur
Beste Norman.
Je vakgebied is adviseren in het onderwijs en dan zou ik ook de zaak relativeren.
Toch blijf ik bij mijn mening die ik neergeschreven heb.
Ik geef daar niet af op het onderwijs en zeker niet op de mensen die onderwijzers heten en hun vak zo goed mogelijk willen uitvoeren.
De invloed van de politiek is niet te bagatelliseren, die hebben er de afgelopen jaren voor gezorgd, dat onderwijzers zijn gaan afhaken.
Natuurlijk hebben we meer cijfertjes dan vroeger en kunnen we meer onderzoeken. De onderwijsinstellingen moeten ook zorg dragen dat de cijfertjes er komen en besteden daar een deel van hun uren aan.
Zorgen dat de cijfers kloppen, hoog scoren op de ranglijsten en meer van dat soort zaken.
Dit fenomeen zien we ook in de zorgsector, als de cijfers maar kloppen of je nog tijd heb voor de patiënt……
Ik kom heel vaak met onderwijzers in contact (ook onderwijzeressen) en gelukkig hebben die nog de drive om hun vak te doen. Maar ook zij stellen dat ze minder mogelijkheden hebben dan vroeger.
Norman leuk dat jou conclusie is dat klagen weinig zin heeft, maar wie klaagt er dan?
Ik heb feiten neergeschreven of je die nu wel of niet accepteert en daar mag je het helemaal mee oneens zijn, dat is je goed recht, zoals het mijn goed recht is, om iets te schrijven wat er in het onderwijs niet goed gegaan is.
En dat je de rol van de politiek bagatelliseert mag ook van mij, maar de rol van de politiek en hun ministeries zijn van grote invloed geweest op de huidige problematiek van de kwaliteit van het onderwijs!
Verder is de veranderde maatschappij ook van invloed op het onderwijs, de grote uitval is daar een bewijs van.
Jongeren die vanuit hun opvoeding en cultuur snel afhaken om zogenaamd op de snelle manier geld te “verdienen”, ouders die het allemaal wel goed vinden of op agressieve wijze verhaal halen bij de leraar. Zo zijn er veel zaken te benoemen die dit veroorzaakt heeft en van invloed zijn op de huidige situatie.
Ik hoop dat je als onderwijsadviseur open staat voor feiten en je niet laat meenemen in het befaamde ontkennen van dit soort zaken, zoals onze politiek graag doet.
Ik wens je veel sterkte in onderwijsland en hoop dat jij bij kan dragen tot een beter afgestemde onderwijs op het bedrijfsleven.
Ron, ik zie ook wel dat het feiten zijn. Hoewel het wat moeilijk bewijzen wordt, dat het beleid van politici zoveel invloed heeft gehad op het onderwijs. Zeker als je ziet dat er geen meetbare bewijzen zijn voor de invloed van het overheidsbeleid op het onderwijs.
Het vervelende namelijk aan het onderwijs, is dat het geen laboratorium omgeving is. Het aantal factoren dat van invloed is en kan zijn op de uitkomsten van het onderwijs is zo groot, dat één factor aanwijzen als hoofdoorzaak hetzelfde wordt als de juiste toto cijfers kiezen voor de eerste wedstrijd van het nieuwe voetbal seizoen. Je hebt zelfs meer kans, dat je de juiste toto cijfers kiest, dan dat je de oorzaak voor alle problemen in het onderwijs vindt.
De reden dat ik het opsommen van feiten geklaag noem, heeft niets te maken met de feiten. Het heeft te maken met het feit, dat het opsommen van feiten niet leidt tot de noodzakelijke oplossingen. Anders gezegd, als iemand na twee weken mooi weer zegt, dat het mooi weer is en dat hij daarom verbrand is, dan klaagt hij, ondanks het feit dat hij feiten opsomt. Als hij aansluitend stelt dat hij nooit meer in de zon gaat liggen en voor altijd binnen blijft, dan klaagt hij nog steeds. Want impliciet zegt zo iemand, dat hij niet wil dat het twee weken mooi weer is. En volgens mij gaat klagen dus vooral over het zoeken naar de oorzaak van je problemen buiten jezelf.
In zekere zin geldt dat ook voor het onderwijs. Men wil graag honderd procent rendement realiseren. Alle leerlingen die beginnen aan een opleiding, maken deze af met een diploma in de gestelde tijd. Deze wens komt overigens niet alleen van politici, maar ook van scholen, onderwijzers, werkgevers, ouders, zelfs van leerlingen. Helaas is dat echter een wens droom, omdat mensen nu eenmaal van elkaar verschillen en zeker tieners. Honderd procent rendement zal met geen enkel onderwijssysteem gehaald worden.
Als we zoveel mogelijk voordeel willen halen uit ons onderwijs, dan moeten we de schuld niet buiten onszelf zoeken. Net zo als je een steen er niet de schuld van moet geven, dat je je er aan gestoten hebt. We zullen opzoek moeten naar hoe we ons probleem kunnen oplossen met de spullen die we in de kamer hebben, zoals Edwin Land zei.
Zelf denk ik in het geval van het product van het onderwijs aan het professionaliseren van managers waar het gaat om het omgaan met nieuwe medewerkers. Voor de politici betekent dat het professionaliseren op het gebied van het omgaan met adviseurs en complexiteit van systemen. Maar ook het openstaan voor de feiten, ook als deze kritiek lijken te geven op je eigen ideeën. Voor het onderwijs betekent dat het professionaliseren van de docenten en leerkrachten in het omgaan met de vele verschillende wensen, invloeden en eisen. Voor de managers in het onderwijs is dat het professionaliseren van het omgaan met het complexe systeem dat het onderwijs is. Waarbij het uitgangspunt niet het systeem moet zijn, maar de mensen die er in werken en er bij betrokken zijn.
Ik denk dan ook dat als we de kwaliteit van het systeem als geheel omhoog kunnen krijgen, dat een boel problemen als sneeuw voor de zon verdwijnen. Uitval van leerlingen zal verminderen. De frustratie die ouders voelen als een gevolg van hun onvermogen om het systeem ten voordele van hun kind te beïnvloeden. De aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven zal verbeteren. De leerkrachten en docenten raken hun frustratie kwijt, dat ze niet meer zijn dan lesboeren. De leerlingen zullen dat krijgen wat ze nodig hebben om hun weg in hun leven te vinden.
En laten we uiteindelijk, als het om het ''probleem'' onderwijs gaat, wel eerlijk blijven. Ik zeg niet dat de politici vrijuit gaan. Maar net zomin gaan hun adviseurs, die hun duidelijk maakten dat taylorisme en economies of scale in het onderwijs positieve effecten zouden hebben. En ook de onderwijsbonden en -koepels, die de politici adviseerden, kunnen de schuld niet bij de politici neerleggen. Uiteindelijk zullen we allemaal een klein beetje schuld op ons moeten nemen. Want als burgers hebben wij politici gekozen, die niet instaat waren om het belang van het onderwijs voor de toekomst van alle Nederlanders in te schatten en hoe ze daar het beste beleid bij konden formuleren.
En Ron ik denk dat het heel goed is, dat je bij je eigen standpunt blijft. Want hoe meer verschillende standpunten er zijn, hoe beter we met elkaar instaat zijn om de werkelijkheid te bevatten. Ieder mens op zich zal dat nooit kunnen in één mensen leven.
Arvel
|
|
13
-
05
-
2008
|
08
:
08
uur
Wellicht is het niet zozeer het onderwijs, als wel een misselijk makend (groot) deel van het onderwijzend personeel dat voor problemen zorgt.
Zo lezen we net weer dat vrijwel alle (de goede niet te na gesproken, maar dat zijn er dit keer maar weinig) docenten frauderen bij het controleren van de toetsen en examens in het middelbaar onderwijs.
Ze hebben, als onderdeel van hun baan, de plicht om de examens die door een 1e controleur zijn getoetst, nog eens te toetsen om alle studenten een eerlijke kans te geven.
Ze worden daar zelfs extra voor betaald.
Nu blijkt dat de meeste docenten het gewoonweg niet doen. Nou ja, ze doen er 1 of 2 en noemen dat dan een steekproef.
Het argument luidt: Je gelooft toch niet dat ik dat voor 3 tientjes allemaal ga doen??
En dan te bedenken dat ze er euro 39,17 per vak voor krijgen. Rekenen kunnen ze ook al niet.
Deze fraude is naar mijn mening ernstiger dan de bouwfraude. Vooral omdat dit gaat over de kwaliteit van het onderwijs en de kwaliteit van de instroom op HBO en Universiteiten.
mevrouw FJM Schophuizen
|
|
14
-
05
-
2008
|
07
:
48
uur
In het stuk wordt gesproken over generieke competenties.
Dhr J Dokter kan misschien zijn licht opsteken bij managementboek of een andere winkel om een andere definitie te vinden, dan die in het stuk staat. (Zoek op competenties)
Arvel schrijft:
''Wellicht is het niet zozeer het onderwijs, als wel een misselijk makend (groot) deel van het onderwijzend personeel dat voor problemen zorgt.''
generieke competenties zijn niet gelijk aan generaliserende competenties
M.I. kunnen we samen hier een lange lijst van pro's en contra's op elkaar vullen om elkaars van elkaars standpunten te overtuigen. Feit blijft dat het 'Management' blijft gebombardeerd worden met frasen, methodieken en 'nieuwe' inzichten zonder aan de basis iets te doen.
Dat gegeven is bijzonder jammer want wanneer je de boom op los zand plant zal die het niet alleen armoedig doen, ook wanneer de top te groot en te zwaar wordt zal die boom uiteindelijk omgaan.
Ik las een reactie over de kosten van coaching. Men heeft die kosten, uit marketing oogpunt, zo op laten lopen en verder is het weinig meer dan een goed verkoop verhaal op zoek naar de maakbare mens. Vrijwel alle coachings technieken zijn vrijwel gebaseerd vanuit de perseptie dat men het beste uit een persoon of groep haalt middels een 'opgedaan kunstje'.
Het artikel stelt het dusdanig helder dat de hoofdpersoon op andere gronden tot een conclusie komt en daar naar handeld en daar zelf gelukkiger van wordt. Er is bij mijn weten maar 1 methodiek die dit eveneens inzichtelijk kan maken en die dan ook direkt toepasbaar is voor de persoon in kwestie.
Verder wordt er niet zozeer naar opleiding en achtergrond gekeken maar meer met de persoonlijke eigenschappen en de persoonlijke softskills. Gelukkig is deze materie niet leeftijdsgebonden. Voor de rest blijft het een vorm van elkaar te overtuigen.