Het is erg
makkelijk
om maar
een ander
te kijken
en te zien
wat niet
goed gaat.
Het interview met Matthijs van Nieuwkerk in NRC houdt de gemoederen al een paar dagen bezig. Het indringende portret van Karel Smouter laat goed zien wat er mis kan gaan als de verbinding verstoort raakt met de ander en met onszelf. De sporen van de angstcultuur, zoals die bij DWDD gold, zijn diep doortrokken in onze maatschappij.
DWDD is niet de enige burn-out fabriek die tientallen mensen ziek en ongelukkig heeft gemaakt. En Matthijs is niet de enige Nederlander die uit verbinding is geraakt met een crisis als gevolg. Er zit een Matthijs van Nieuwkerk in ons allemaal.
Wat gaat er mis in het contact met de ander?
De rode draad in het artikel is weggelegd voor Landhotel De Hoofdige Boer. Daar begint Matthijs graag zijn dag met een kop koffie en een snee krentenwegge. Hij geniet ervan om de Stentor te lezen en beetje ouwehoeren met de andere gasten. Na de mediastorm die hij een klein jaar geleden over zich heen kreeg stopt hij met zijn bezoeken aan dit café. Matthijs schaamt zich te veel, ook al blijft hij naar deze veilige plek verlangen.
De gemoedelijkheid in het café is ver te zoeken achter de schermen bij DWDD. Matthijs zijn ambitie, ongeduld en perfectionisme creëren een donkere wolk van nooit goed genoeg. De onredelijkheid die hieruit neerklettert drijft mensen tot waanzin. Het gaat Matthijs alleen om de beste uitzendingen. Hij is niet alleen ongelooflijk ambitieus, maar naar eigen zeggen ook onzeker. Zijn medewerkers ziet hij als instrumenten om een bepaald resultaat te behalen. Een houding die ik helaas regelmatig tegenkom in het bedrijfsleven. Werknemers worden dan gezien als Human Resources. Het zijn middelen die worden ingezet voor een doel.
Terecht dus die verontwaardiging in de (sociale) media over de driftbuien en vernederende acties van Matthijs. Gemakshalve vergeten we alleen iets belangrijks. We hebben deze krachtige voedingsbodem, waar dit weliswaar een stinkende uitwas van is, samen gecreëerd. Door het neoliberalisme zijn we zo in competitie met elkaar geraakt dat we de ander nooit helemaal kunnen vertrouwen.
We lijden massaal aan wat ik ‘de ziekte van het vergelijken’ noem. Deze afgunst uit zich over het algemeen over twee verschillende manieren: 1) neerkijken op onszelf; of 2) neerkijken op anderen. Om te voorkomen dat de ander van ons zal profiteren moeten we continu opletten en raken we van elkaar vervreemd. Dit ondergraaft de natuurlijke verbondenheid tussen mensen. Het gevolg is een vloedgolf aan burn-out, depressie en (faal)angst.
De wrange vrucht van wantrouwen is eenzaamheid. Uit angst om gekwetst of benadeeld te worden nemen we afstand en sluiten we onszelf af. We zijn niet zozeer individuen, maar hele eenzame individuen. Lees het interview van Karel Smouter nog maar eens door. Matthijs had eigenlijk helemaal geen contact met zijn team. Hij kwam naar de studio om een steengoed programma maken. Dat was zijn ding. Voor de uitzending trok hij zich terug om een dutje te doen. En hij ging nooit naar feestjes, borrels of andere informele ontmoetingen. Hij had geen oog voor het persoonlijk wel en wee van zijn medewerkers. Dan is het logisch dat je mensen niet echt leert kennen en zij jou ook niet. Geen wonder dat je niet merkt dat er iets enorm scheefgroeit. Dat je de ander letterlijk en figuurlijk verliest.
Wat gaat er mis in het contact met onszelf?
Voordat we de verbinding met elkaar kwijtraken gebeurt er nog iets anders. We verliezen we de verbinding met onszelf. Om dit te begrijpen is het belangrijk om te beseffen dat er twee compleet verschillende manieren zijn om de werkelijkheid te ervaren. Je kunt je ergens over verwonderen of iets doorgronden. Om ons over zaken te verwonderen gebruiken we ons onbewuste, intuïtieve of voelende denken. Albert Einstein noemt dit denken ‘een heilig geschenk’. Om iets te doorgronden gebruiken we ons meer bewuste, rationele of analytische denken. Volgens Einstein is dit denken ‘een trouwe dienaar’.
We nemen de werkelijkheid allereerst intuïtief waar. Het fungeert als voedingsbodem voor het creatieve idee en ons poëtische voorstellingsvermogen. Iets waar DWDD tijdens de uitzendingen voorvechter van was en prat op ging. Nadat het idee vorm heeft gekregen kunnen we dit idee door kritiek of analyse bijschaven. Door de ongezonde waardering voor het rationele, analytische intellect en de afwijzing van het intuïtieve, voelende intellect zijn we complementariteit tussen deze twee kwijtgeraakt. In de woorden van Einstein: "We hebben een maatschappij gecreëerd die de dienaar vereert en het geschenk is vergeten".
Doorgronden en verwonderen en zijn ongelijksoortige vormen van denken. Professor Clyde S. Kilby legde dit als volgt uit aan zijn mannelijke studenten: ‘Jongens, je kunt niet je meisje kussen én tegelijkertijd over de kus nadenken.’ Je kunt het leven niet ervaren en er tegelijkertijd over nadenken, zonder het goede van zowel de ervaring als de gedachte te verliezen. Het rationele verstand zonder het intuïtieve verstand zorgt ervoor dat we de verbinding kwijtraken. Eerst met onszelf. Dan met onze omgeving. Het maakt dat we hard en veeleisend worden. Zoals een wetenschapper een insect of bloem bestudeert door deze te ontleden, zo binden we onszelf en elkaar op de ontleedtafel om wie we zijn in stukken te hakken. Hierdoor worden de creatieve vermogens vernietigt die ons uniek maken.
Je ziet het bij Matthijs gebeuren als hij beschrijft hoe hij tijdens zijn extreme driftbuien medewerkers een ongenadig verbaal pak slaag geeft. Tientallen medewerkers beschrijven in de Volkskrant dat er jarenlang sprake was van structureel grensoverschrijdend gedrag. Ze worden ten overstaan van anderen door Matthijs toegeschreeuwd, vernederd en geïntimideerd. Monddood gemaakt in plaats van springlevend. Dat lag niet alleen aan Matthijs. Er waren ook mensen die de deur snel dichtdeden als hij een driftbui kreeg. Anderen stonden erbij en deden niks. Toenmalig mediadirecteur bij de VARA Frans Klein hield Matthijs zelfs de hand boven het hoofd. In de Volkskrant liet hij weten trots te zijn op de harde mentaliteit bij DWDD.
Hoe komt er weer verbinding tot stand?
Net als een boom kan een mens alleen floreren in het contact met anderen mensen. We zijn immers sociale wezens. De dorpsgenoten van Matthijs begrijpen dit gelukkig. Ze maken een plan om hem weer naar zijn stamcafé te lokken. Net als Matthijs zelf missen ze zijn dagelijkse bezoekjes en besluiten om zijn zelf gecreëerde isolement te doorbreken. De uitbaters ontvangen hem met open armen en de dorpelingen betuigen één voor één hun steun. De hartelijke ontvangst emotioneert Matthijs. Waar het gebrek aan verbinding zorgt voor een ongezonde competitiedrang, leidt de aanwezigheid ervan tot eerherstel. In de duisternis van zijn eenzaamheid gloort er hoop. En hoop doet leven. Matthijs verlaat zijn woonboerderij weer wat vaker, koopt een puppy en geeft tegen zijn gewoonte in een on the record-interview.
Ook de verbinding met zichzelf is bij Matthijs op gang gekomen. Hij durft het aan om ‘het beest in de bek te kijken’ en blikt terug op zijn gedrag, zijn onzekerheid en zijn angst voor wat mensen van hem zullen vinden. Matthijs laat de gevoelens van schuld en schaamte toe, wentelt zich in zelfbeklag, maar herpakt zich ook en gaat de confrontatie aan. Hij voert gesprekken met volslagen vreemden en oud-collega’s. Biedt zijn excuses aan. Gaat op onderzoek uit naar een betere balans tussen relaties en resultaten. Een ethisch reveil.
Het is erg makkelijk om maar een ander te kijken en te zien wat niet goed gaat. Het is veel lastiger om in de spiegel te kijken. Om je eigen aandeel onder ogen te zien. Daar zijn vaak anderen voor nodig. Want dan zie je meer. Wat zie jij als je naar jezelf kijkt? Herken je de verleiding om zo gericht te raken op de resultaten dat je jezelf en de ander kwijtraakt in het proces? Raak je wel eens getriggerd waardoor je emoties jou hebben in plaats van andersom? Vind je het soms lastig om je nog te verwonderen? … Zie je de Matthijs van Nieuwkerk al?
Over de auteur:
Ronald van der Molen (1973) is de oprichter van Transformatio, initiatiefnemer van VitalforWork en docent aan de Erasmus Universiteit.
Wat hem mateloos fascineert is wat mensen drijft, in beweging brengt en doet groeien. Daarom verzorgt hij inspiratiesessies en maatwerktrajecten over leiderschap, bevlogenheid en het creëren van ambassadeurs.
Tijdens zijn programma’s gebruikt hij lessen uit de natuur zodat leiders anders naar hun vak gaan kijken. Hij geniet ervan als eikels in bomen veranderen.
Ronald schreef meerdere boeken, waaronder De kracht van organisch leiderschap (genomineerd voor Managementboek van het Jaar 2019) en Metamorfose, groeien in je bestemming.