Op maandag 7 november 2022 waren meer dan honderd staatslieden in de wereld bijeen voor de inmiddels zevenentwintigste klimaatconferentie, in Egypte deze keer. Samen hebben ze gesproken over door mensen veroorzaakte klimaatverandering, die inmiddels geen plek op aarde onberoerd laat en zelfs aan het versnellen is. Zou het ook maar iets veranderen, denk je?
Tot zover de theorie. En dan nu de praktijk. Of je nu wel of niet ‘gelooft’ in klimaatverandering, dit bericht is voor jou. Want het zegt iets over hoe wij als mensen in elkaar zitten.
De meest frontaal confronterende manier om naar klimaatconferenties te kijken is, als je er de grafiek bij pakt die de uitstoot van CO2 voor industrie en fossiele brandstoffen in de tijd weergeeft. Op elk moment dat er een klimaatrapport van het IPCC uitkwam en op elk moment dat er een klimaatconferentie werd georganiseerd kun je een pijltje zetten in de oplopende lijn. Geen énkele keer is er ook maar énige verandering in de opwaartse trend te zien.
Geen enkele keer.
De enige twee keren dat er een tijdelijke deuk in het pakje boter werd geslagen was in 2008 (de financiële crisis) en 2020 (de coronapandemie). Maar dat zijn geen dipjes om trots op te zijn want we hebben ze met veel gejammer en geklaag ondergaan. Voor 2022 zal de CO2-uitstoot tegen de 37 gigaton aanlopen (een gigaton is een miljard ton) en zal het CO2-gehalte de 418 ppm passeren (ppm staat voor parts per million, een graadmeter voor de concentratie van een stof).
Einstein schijnt gezegd te hebben, maar dat is waarschijnlijk apocrief, dat wat hem het meest intrigeerde in de menselijke soort was, dat we iedere keer opnieuw iets op dezelfde manier proberen te veranderen, en iedere keer een ander resultaat verwachten. Het wordt ook wel de definitie van krankzinnigheid genoemd.
Wat denk jij? Zullen ze daar in Egypte twee weken lang iedere presentatie of workshop en ieder achterkamertjesgesprek hebben laten beginnen met de vraag ‘wat gaan we deze keer ánders doen?’ Ik denk van niet. Er is geen énkele reden om aan te nemen dat er ook maar íets gaat veranderen aan de modus operandus van deze staatslieden.
We zijn met acht miljard mensen verdeeld over tweehonderd landen. Ieder van die landen heeft een eigen set van culturele, politieke en economische drijfveren. Ieder mens heeft een eigen kleine sociale groep van familie, gezin, vrienden, collega’s en teamgenoten waar voor gezorgd moet worden. Ieder jaar komen er 83 miljoen mensen bij die allemaal rijk, gezond, gelukkig en oud willen worden. Dat brengt ons tegen 2050, als we zo doorgaan, op een wereldpopulatie van tien miljard mensen die gezamenlijk 43 gigaton CO2 uitstoten bij een CO2-gehalte van 500 ppm.
Is dat krankzinnig of niet?
Wil je meer weten over waarom we er maar niet in slagen om onze gewoontes te doorbreken en wat dat voor gevolgen heeft voor onze organisaties, samenlevingen en onze beschaving als geheel? Mijn nieuwe boek ‘De mens als grens’ is op 15 december 2022 gepubliceerd: