zoeken Nieuwsbrief
      Linkedin    Twitter   
  
weblog
 

Lichaamstaal in tijden van het coronavirus

Door: Frank van Marwijk,   27-03-2020,   14:57 uur
 

Als het gaat over lichaamstaal, staat het contact en de verbinding tussen mensen centraal. Dit uit zich in de manier waarop we elkaar benaderen. In deze tijd staat die benadering behoorlijk onder druk. Zo is er het nodige veranderd in de afstand die we tot elkaar aanhouden, de manier waarop we elkaar (niet meer) aanraken: kussen, knuffelen en niet te vergeten... een hand geven.

De coronacrisis heeft de manier waarop we met elkaar omgaan nogal beïnvloed. Dat voelt onwennig: we zijn gewend om dichtbij anderen te komen om onze sympathie te laten blijken. We vonden het normaal om anderen een hand te geven bij de eerste ontmoeting, om te groeten of feliciteren en bij het beklinken van een zakelijk contact. Stel je eens voor hoe je een sollicitatiegesprek moet beginnen zonder de recruiter eerst de hand te schudden. En ik schrijf 'stel je eens voor' want op dit moment zijn face-to-face sollicitatiegesprekken praktisch helemaal onmogelijk vanwege het verzoek om thuis te blijven en het voorschrift om anderhalve meter afstand van elkaar te bewaren. En online blijft het nog steeds lastig om een hand te schudden.



Benaderen met gepaste afstand
Het straatbeeld is veranderd: we mogen niet met meer dan twee personen bijeen staan, families uitgezonderd. En we moeten tot iedereen anderhalve meter afstand bewaren. Dit zorgt voor bijzondere taferelen. Er lopen minder mensen op straat dan gebruikelijk en de mensen die er wel lopen, lopen met een grote boog om elkaar heen. In smalle straten en op wandelpaden is dat soms flink puzzelen. De schijnbare afstandelijkheid die met deze afstand lijkt te worden uitgedrukt, wordt op een andere manier gecompenseerd. Vaker dan ooit groeten passanten elkaar in de dorpsstraten, in de parken en op het strand. Bij het passeren wordt er even geglimlacht of de hand opgestoken ter verontschuldiging en als teken van onderling begrip. Het is gek, maar het moeten houden van afstand brengt ons op een zekere manier dichter bij elkaar. Het voortdurend afstand moeten bewaren van anderen kent nog een ander aspect. Met de afstand die we tot elkaar houden, communiceren we normaliter ook iets over de relatie die we met de ander hebben.

Minder intiem, minder persoonlijk
De Amerikaanse antropoloog Edward T. Hall was bekend vanwege zijn onderzoek naar de interrelationele betekenis van de afstand die mensen tot elkaar houden. Rekening houdend met individuele en culturele verschillen verdeelde Hall de interpersoonlijke ruimtes in vier verschillende zones, te weten:
De intieme zone is de ruimte die we delen met mensen die ons letterlijk zeer nabij staan. Bij voorkeur laat je alleen geliefden, familieleden en hechte vrienden toe in deze cirkel. Alleen in uitzonderingsgevallen, zoals in een drukke metro, staan we het toe dat anderen zo dichtbij staan. In de persoonlijke zone vinden de meeste gesprekken plaats. We houden deze afstand (gewoonlijk) ook aan als we een hand geven.

Maar met de voorschriften die ons vertellen dat we anderhalve meter afstand moeten bewaren is dat veranderd. We kunnen niet dichter bij elkaar komen dan binnen de sociale zone die Hall noemde. Als we naar buiten gaan, zien we nu mensen met elkaar praten vanaf weerszijden van een fietspad. Zakelijke gesprekken voeren we vanaf de andere kant van de kamer. Dit heeft effect op het contact wat we hebben. Het geeft simpelweg een ander gevoel. Het is namelijk de afstand die we gewoonlijk alleen aanhouden om een kortdurend en onpersoonlijk gesprek te voeren. De gesprekken worden ook vanwege een andere reden een stuk minder intiem. De afstand vraagt immers dat we wat luider tegen elkaar spreken en iedereen kan het dus horen. Ook de gesprekregulatie via oogcontact en mimiek is door de grotere afstand veranderd. Subtiele wenken zijn er niet meer bij.

Groeten, maar dan anders
De handdruk mag op dit moment niet meer en de elleboogstoot is vanwege de 'social distance' ook afgeschaft. Kussen en huggen is in deze tijd helemaal taboe. Deze hartelijke manier van groeten wordt ook gevoelsmatig steeds minder aantrekkelijk. Na #metoo (mag ik nog wel kussen?) heeft nu ook het coronavirus zijn intrede gedaan. Dat zorgt voor een gevoel dat we elkaar liever niet meer aanraken, ook al zóú het mogen. Het voelt alsof je met een intieme aanraking behalve een hygiënische grens ook een morele grens overgaat.

De opgestoken hand, de hand op het hart en het namaste gebaar hebben de handdruk vervangen. Op dit moment worden deze gebaren nog wel getoond met de nodige verontschuldigingen: 'Ik geef je geen hand hoor...' En op die manier begint elk gesprek op dit moment eerst met een inleiding over het coronavirus. De verbale toevoegingen kunnen ook een extra betekenis aan de groetgebaren toekennen. Zo zag ik mensen hun goede vrienden groeten met een opgestoken hand, terwijl ze daarbij riepen: 'Kus! Haha, zo mag het wél!' De opgestoken hand is op die manier een knuffel geworden. De kushand heeft ook zijn intrede weer gedaan: kussen op je eigen hand en dat dan toeblazen naar de ander. Maar let op: niet te hard blazen. Je weet het maar nooit met dat virus!

Voor altijd anders...?
Het ziet ernaar uit dat we van het coronavirus voorlopig niet af zijn. Dit zal de manier waarop we met elkaar omgaan de komende tijd nog wel blijven beïnvloeden. Eerder schreef ik artikelen over de vraag of je elkaar nu wel of niet kust met nieuwjaar. Dat zal komend jaar waarschijnlijk geen item zijn. Nee, na het skippen van vele activiteiten lijkt nieuwjaar bij voorbaat ook een saai feestje te gaan worden: geen vuurwerk, ook geen centraal vuurwerk (want dan staan we te dicht bij elkaar), geen vreugdevuren, geen lange rijen voor de oliebollenkraam, geen handen geven, geen hugs en geen gekus. Wat de alternatieven zullen zijn en waar we naar toe gaan met onze lichaamstaal. Het wordt zeker vervolgd.

Frank van Marwijk
www.lichaamstaal.nl

 
 Doorsturen    Reageer

 
 
 
Over de auteur:
Frank van Marwijk is Nederlands bekendste lichaamstaalexpert (lichaamstaal.nl). Zijn kennis van sociaal-psychologische inzichten combineert hij met scherpe observaties uit de praktijk. Van Marwijk is auteur van onder meer de bestsellers Manipuleren kun je leren, en Het Groot Complimentenboek (samen met Hans Poortvliet). In 2017 schreef hij het standaardwerk op het gebied van non-verbale communicatie: Lichaamstaal, alles wat je moet weten om mensen te begrijpen en te beïnvloeden. Recentelijk is hij in het nieuws rondom het thema relativeren. In 2019 verscheen zijn boek: Doe niet zo moeilijk, de kunst van het relativeren
 

Laatste weblogs

  Hoeveel burn-out fabrieken zijn er nog in ons land?
  Het rationeel discours
  Tegen de haren instrijken
 
reacties
 
Er zijn nog geen reacties.

 

REAGEREN

Naam:
Emailadres:
URL: (niet verplicht) http:// 
 
Reactie/Opmerking:
Ik wil bericht per e-mail ontvangen als er meer reacties op dit artikel verschijnen.
 
Als extra controle, om er zeker van te zijn dat dit een handmatige reactie is, typ onderstaande code over in het tekstveld ernaast. Is het niet te lezen? Klik hier om de code te wijzigen.
 
Human Design op de werkvloer voor teameffectiviteit en bedrijfsgroei
reacties
Top tien arbeidsmarktontwikkelingen 2022 (1) 
‘Ben jij een workaholic?’ (1) 
Een op de vier bedrijven niet bezig met klimaat en duurzaamheid (3) 
Eén op zeven Nederlanders staat niet achter aanbod van hun organisatie  (1) 
Drie manieren om te reageren op onterechte kritiek (1) 
Een cyber-survivalgids voor managers: hoe ga je om met cyberaanvallen?  (1) 
Mind your data (1) 
top10