Vaak gaan er op kantoor dagen voorbij zonder dat we iets lijken te presteren. Waarbij we ’s avonds niet meer weten wat we ’s ochtends gedaan hebben. Werkdagen kunnen knap onbevredigend zijn. Herkent u dat?
Moe van nietsdoen
Kantoorwerk bestaat voor het overgrote deel uit informatie schiften en besluiten nemen. Daar is weinig ‘doen’ bij in de zin van handen-uit-de-mouwen. Daarom worden we er ook niet moe van. En toch zijn we na zo’n dag vaak bekaf. Dat komt juist omdat we door het ontbreken van die fysieke inspanning het gevoel hebben niets te hebben gepresteerd. Onze Calvinistische inslag ziet het resultaat van werken nog altijd als zweet-op-je-voorhoofd.
Stop met doen
Wie zijn resultaat niet ‘ziet’, heeft het gevoel voor niets bezig te zijn geweest. Dat is waarom eenvoudige technieken om de dingen gedaan te krijgen zo populair zijn. Ze zetten ons aan tot doen! En na zo’n dag DOEN kijken we tevreden terug op een afgestreept lijstje. Nutteloos, want managers zijn niet van het doen. Die zijn er om te zorgen dat anderen hun werk kunnen doen. Hoe zoud u dan toch aan het eind van de dag een goed gevoel kunnen overhouden aan uw werk?
Neem het eind van deze werkdag uw lange termijn doelen erbij; het jaar is half om, het is er ook nog een mooi moment voor.
Bezie welke van uw doelstellingen achterblijven. Besluit welke u morgen in beweging gaat brengen. Niet: wat u gaat doen, maar hoe u ze in beweging gaat brengen.
Schrijf op uw actielijstje voor morgen bij welke van uw medewerkers u langs zult gaan.
Ga buurten en vraag wat uw mensen denken te kunnen doen om de doelstellingen dichterbij te brengen. Vraag wat ze nodig hebben. Help ze met opnieuw te prioriteren. Vertel ze dat u beschikbaar bent voor raad.
Ga aan het eind van de dag vragen hoever ze gekomen zijn. Help ze met het formuleren van vervolgstappen. Maak een nieuw plan voor de volgende werkdag.