In interviews met Alexander Rinnooy Kan, één van de meest invloedrijke personen in Nederland, presenteert hij zichzelf als een optimist. Ik ben erg gecharmeerd van de toelichting die hij daar altijd bij geeft, nl. dat hij het een morele plicht vindt van bestuurders met een grote verantwoordelijkheid om optimistisch te zijn. Zou dat niet voor alle leiders gelden?
Als managers een training volgen en je vraagt ze waarom, dan blijken de antwoorden niet ver uiteen te lopen. Bottom line: 'ik wil dat mijn medewerkers doen wat ik zeg.' Omdat dat niet politiek correct is formuleren trainers het als: 'vaardigheden leren om medewerkers te verleiden'. De manier waarop managers communiceren met hun medewerkers blijkt cruciaal.
Uit een analyse van 200 studies over leiderschap blijkt dat optimistische communicatie zeer effectief is. Hoop en vertrouwen dat het goed komt, helpen medewerkers in teams samen te werken en tot innovaties te komen. Als dat ook nog samengaat met een grote betrokkenheid van medewerkers en wederzijds vertrouwen dan heb je gegarandeerd een succesverhaal.
Prozac Leiderschap
Wij Nederlanders zijn van nature geen positivo's. Daarvoor moet je in de VS zijn, waar iedere taxichauffeur je kan vertellen dat hij bezig is met een bedrijf en zal eindigen als multimiljonair. Ik kom veel mensen tegen die zichzelf hebben aangeleerd positief te zijn, en in hun enthousiasme meteen over de kop gaan, blind optimisme. Het is prozac leiderschap, met een groot gebrek aan realiteit. Ik zie het ook bij motivatiesprekers die met een enorm enthousiasme en drive hun toehoorders overdonderen met 'alles kan, als je maar wilt!'. Realisten die vragen stellen worden weggezet als 'jij wilt niet veranderen' en 'jij durft geen vertrouwen te hebben in jezelf en je collega's'.
Kloof
Als een manager realiteit mist, wordt de afstand tussen de manager en de medewerkers groter. Medewerkers weten heel goed wat wel en niet kan, en als je te ver gaat, raak je ze kwijt. Ze vertalen dit gedrag naar 'de manager wil niet luisteren' en 'hij/zij neemt ons niet serieus'. Medewerkers ervaren dit type management als oneerlijk, omdat er een positieve uitstraling vanuit gaat naar de top, en zij weten dat ze straks op hun donder krijgen als het niet lukt.
Noodzakelijke emotie
De komende periode zal voor veel bedrijven een verhoging van stress betekenen. Hoop en optimisme zijn belangrijk, maar moeten wel ergens op gebaseerd zijn. Doorslaan in positiviteit ligt op de loer, we zijn er niet zo bedreven in, dus is het moeilijk dat gedoseerd te doen. Als Rinnooy Kan zijn optimisme bijv. uitspreekt over de Staat der Nederlanden, dan benoemt hij tegelijkertijd waarop hij dat baseert. Dat is dan niet het einde, maar juist het begin van een gesprek, nl. van de uitwisseling van alle beschikbare gegevens. Dat zijn geen makkelijke gesprekken, vaak met veel emotie, maar is wel noodzakelijk om samen aan uitdagende opdrachten te werken.