Jan is een notoire zware klager. Hij is gepokt en gemazeld in het zeuren en zaniken. De helft van zijn dominante, extroverte gedrag is te verklaren vanuit zijn erfelijke eigenschappen. De andere helft wordt veroorzaakt door omgevingsfactoren. Maar Jan vindt van zichzelf helemaal niet dat-ie klaagt! Ándere mensen klagen. Dat is de klaagparadox. Zelf vindt hij zichzelf namelijk een hele peer, een passioneel mens maar hij maakt zich wél voortdurend zorgen over van alles.