Micheal, manager in de plaatselijke supermarkt, leeft een bescheiden leven, samen met zijn kikker Kermie. Altijd al had hij de droom om rijk te worden. ‘Kermie!’ roept hij op een dag, ‘Nu worden we rijk! Ik ga je leren vliegen!’ Kermie is doodsbang bij dat vooruitzicht: ‘Maar ik kan helemaal niet vliegen, Michael! Ik ben een kikker, geen parkiet!’