Wachtgeld is ingesteld om de `onverzekerbare risico`s` van een leven in het openbaar bestuur af te dekken. Zo`n risico is bijvoorbeeld wanneer de politicus wordt weggestemd door het electoraat. Echter, ook politici die zelf opstappen, hebben recht op de uitkering. Maar ook in veel andere opzichten hebben politici een streepje voor op `gewone` werknemers. Elsevier verzamelde de gegevens van regelingen van 26 grote gemeenten en de provincies en stelde een lijst op van 161 oud-gedeputeerden die in de periode van 2006 tot en met 2009 gezamenlijk zo`n 20.081.465 euro aan wachtgeld toucheerden.
Het stelsel was tot aan het begin van deze eeuw zelfs van dien aard dat in het extreemste geval een bestuurder die 10 jaar lang gewerkt had, zich voor de komende 15 jaar van wachtgeld kon voorzien. Deze houding verandert nu: het aantal bestuurders, en dan vooral wethouders, dat vroegtijdig opstapt neemt toe. Met als gevolg dat wachtgelden steeds zwaarder drukken op de begroting. En terecht steeds meer kritiek genereren.