De persoonlijke vangnetten van flexwerkers tussen de twintig en 45 jaar oud zijn beperkt. Van de flexwerkers die zelfstandig wonen en niet fulltime studeren heeft 35 procent minder dan 2.500 euro spaargeld. Vooral oproep- en uitzendkrachten en werknemers met een tijdelijk contract zijn kwetsbaar: zij hebben relatief weinig spaargeld en vaker dan zzp’ers geen partner met een vast dienstverband.