De wereld, en met name de Verenigde Staten, beleefde in de jaren '20 van de vorige eeuw een hoogconjunctuur. Als gevolg hiervan stegen de koersen van aandelen en andere effecten tot enorme hoogten, aandelen werden op de beurs veel meer waard dan redelijk was. De onderliggende economie was echter ongemerkt in kracht verminderd, zonder dat dit op de beurs tot uiting kwam. Beleggers verkeerden in euforie, en de prijzen van de aandelen werden steeds maar verder opgejaagd, dit tegen alle economische logica in.