(ABM FN-Dow Jones) De Europese beurzen zijn maandag lager gesloten, nadat aandelen van banken hun eerdere winst inleverden. De Zwitserse private bank Julius Baer ging onderuit na het onverwachte vertrek van zijn oudgediende topman.
De breed samengestelde STOXX Europe 600 index verloor 0,5 procent tot 384,87 punten, de Duitse DAX zette een verlies neer van 0,5 procent op 13.000,20 punten en voor de Franse CAC 40 resteerde een min van 0,6 procent op 5.360,09 punten.
De Britse FTSE 100 eindigde 0,3 procent lager op 7.383,90 punten.
Volgens analisten van Morgan Stanley zijn Europese aandelen tactisch gezien 'oversold', nadat ze de afgelopen zes maanden tamelijk substantieel achterbleven bij de Amerikaanse S&P500-index en de wereldwijde aandelenindex van MSCI. De landen Frankrijk, Oostenrijk, Nederland en Duitsland deden het relatief goed maar zijn daarom nu relatief duur, stellen de analisten van de Amerikaanse zakenbank.
Op macro-economisch vlak stonden maandagochtend in Europa geen richtinggevende publicaties geagendeerd. 's Middags waren er beter dan verwachte verkoopcijfers voor nieuwbouwwoningen in de Verenigde Staten. Het aantal verkocht woningen steeg in oktober met 6 procent, waar gerekend was op een daling.
De Europese Centrale Bank kocht afgelopen week voor 12 miljard euro aan staatsobligaties op, in het kader van zijn QE-programma van 60 miljard euro per maand. De ECB schetste ook een blauwdruk voor een handelsplatform om banken in de eurozone van hun berg slechte leningen af te helpen.
"Het optimisme over de politieke situatie in Duitsland trekt aan, nu de sociaaldemocraten deze week gaan praten met Merkels CDU over een mogelijke 'grote coalitie'. De Duitse economie doet het de afgelopen twee maanden prima zonder functionele regering, maar beleggers zouden wat politieke stabiliteit verwelkomen", zei analist David Madden van CMC Markets.
De olieprijs stond verdeeld. Een januari-future West Texas Intermediate zakte 1,4 procent tot 58,13 dollar, terwijl een januari-future Brent 0,3 procent hoger bewoog op 63,66 dollar.
De euro/dollar noteerde op 1,1902. Daarmee trok de dollar de euro verder van de psychologische grens van 1,20 dollar vandaan. Bij aanvang van de handelsdag bewoog het muntpaar nog op 1,1934 en bij het sluiten van de Amerikaanse beurzen op vrijdag stond er een stand van 1,1932 op de borden.
