(ABM FN-Dow Jones) De Europese beurzen zijn vrijdag hoger gesloten. De breed samengestelde STOXX Europe 600 index steeg 0,3 procent tot 396,06 punten, de Duitse DAX presenteerde een winst van 0,3 procent op 13.478,86 punten en voor de Franse CAC 40 resteerde een plus van 0,1 procent op 5.517,97 punten. De Britse FTSE 100 sloot 0,1 procent hoger op 7.560,35 punten.
Marktanalist Craig Erlam van Oanda sprak van een erg drukke week voor de financiële markten, waarin de Bank of England voor het eerst in tien jaar de rente verhoogde, Donald Trump de nieuwe voorzitter van de Federal Reserve koos en zijn langverwachte belastinghervormingen onthulde. "Het Amerikaans banenrapport wordt over het algemeen beschouwd als het belangrijkste economische rapport van de maand, maar in een week met andere belangrijke aankondigingen, kreeg het rapport niet dezelfde aandacht zoals gewoonlijk", aldus Erlam.
Uit de data van het Amerikaans ministerie van Arbeid vrijdag bleek dat de werkgelegenheid in de Verenigde Staten in oktober flink is gestegen, maar minder dan verwacht. Er kwamen in oktober 261.000 banen bij, terwijl de markt rekende op 315.000. De werkloosheid daalde van 4,2 procent in september naar 4,1 procent in oktober.
Analist Philip Marey van Rabobank meldde aan ABM Financial News dat er per saldo sprake was van een tegenvallend rapport, maar de marktanalist denkt nog steeds dat de Fed in december de rente wil verhogen.
De grootste tegenvaller in het rapport was volgens Marey de ontwikkeling van het uurloon. Het gemiddelde uurloon daalde met 0,01 dollar tot 26,53 dollar. Op jaarbasis steeg de loongroei met 2,4 procent. Daarmee was het de laagste groei op jaarbasis in 2017, benadrukte Marey, die dit bestempelde als "mager".
Op macro-economisch vlak werd vrijdag in Europa bekend dat de inkoopmanagersindex voor de Chinese dienstensector in oktober is gestegen naar 51,2. De PMI voor de Britse dienstensector steeg eveneens, van 53,6 in september naar 55,6 in oktober.
Olie noteerde vrijdag in het groen. Een december-future West Texas Intermediate steeg 0,1 procent tot 53,01 dollar, terwijl een januari-future Brent 0,5 procent hoger bewoog op 60,96 dollar.
De euro/dollar noteerde op 1,1607. Bij aanvang van de handelsdag bewoog het muntpaar nog op 1,1660 en bij het sluiten van de Amerikaanse beurzen op donderdag stond er een stand van 1,1663 op de borden.