(ABM FN-Dow Jones) De Europese beurzen zijn de laatste dag van de maand overwegend lager geëindigd. De breed samengestelde STOXX Europe 600 index verloor maandag 0,1 procent op een slotstand van 377,85 punten. Gemeten over de maand juli verloor de pan-Europese index ruim een procent.
De Duitse DAX verloor maandag 0,4 procent tot 12.118,25 punten en de Franse CAC 40 sloot zelfs 0,7 procent in de min op 5.093,77 punten. De Britse FTSE 100 kreeg op een slot van 7.372,00 punten, juist 0,1 procent bij.
"De FTSE werd geholpen door grondstofaandelen", verklaarde marktanalist David Madden van CMC Markets. "De DAX en de CAC 40 zijn juist wat teruggevallen omdat beleggers zich zorgen maken over de kans dat de Europese Centrale Bank zijn monetaire verruiming in gaat perken, na de solide werkloosheid- en inflatiecijfers van vandaag", zei Madden.
Dit weekend zei Sabine Lautenschläger van de ECB dat de centrale bank zich moet voorbereiden op een einde van het ruime monetaire beleid. Wel benadrukte ze daarbij de noodzaak van een stabiele inflatietrend richting de ECB-doelstelling van circa 2 procent.
De inflatie zit nog niet op dat niveau, bleek maandag uit voorlopige cijfers uit de eurozone. De consumentenprijzen stegen in juli net als een maand eerder met 1,3 procent. De kerninflatie verbeterde van 1,1 naar 1,2 procent. Econoom Bert Colijn van ING wees er dan ook op dat de cijfers geen reden zijn voor de ECB om conservatiever te worden in hun beleid en dat de inflatie-outlook voor 2018 niet is verbeterd. De econoom sluit ook niet uit dat de ECB de inflatieverwachtingen in september neerwaarts zal bijstellen.
De werkloosheid in de eurozone daalde in juni naar 9,1 procent, wat het laagste niveau betekende in ruim acht jaar.
Beleggers kregen verder Chinese inkoopmanagersindexen te verwerken en die toonden voor zowel de industrie als de dienstensector iets minder groei deze maand. Verder stegen de Duitse detailhandelsverkopen in juni harder dan in de maand ervoor en bleek in Italië de inflatie in juli iets minder hard opgelopen dan een maand eerder.
De euro/dollar noteerde rond het slot in Europa rond de 1,18 dollar, op 1,1785, en daarmee op het hoogste niveau in ruim twee jaar, tegen een koers van 1,1738 dollar maandagochtend vroeg.
De olieprijs steeg. De dreiging van mogelijke aanvullende Amerikaanse sancties op OPEC-lid Venezuela kon op aandacht rekenen. Een september-future West Texas Intermediate werd ongeveer een procent hoger verhandeld op 49,40 dollar en Brent met levering september won zelfs 1,9 procent op 52,44 dollar.
