(ABM FN-Dow Jones) De S&P 500 en de Dow Jones index hebben vrijdag nieuwe records neergezet op Wall Street. De indexen stegen met achtereenvolgens 0,5 en 0,4 procent tot slotstanden van respectievelijk 2.459,27 en 21.637,74 punten. Voor de Nasdaq kwam er geen nieuwe alle time high maar de index steeg wel 0,6 procent tot 6.321,47 punten.
De aandacht ging vooral uit naar een reeks aan macro-economische cijfers en de eerste kwartaalresultaten van Amerikaanse banken. Op economisch vlak vielen de publicaties over het algemeen tegen. De inflatie in Amerika stokte op maandbasis in juni en kwam op jaarbasis onder de twee procent uit die de Federal Reserve nastreeft. Verder daalden de Amerikaanse detailhandelsverkopen en het consumentenvertrouwen zoals de Universiteit van Michigan dat meet, waarbij econoom Richard Curtin van de universiteit opmerkte dat de consument veel minder hoopvol is over het vooruitzicht van een langdurige periode van een economische groei van 3 procent, zoals die werd aangewakkerd net na de uitverkiezing van Donald Trump als president. Uitzondering op macro-economisch gebied was een stijging van de industriële productie in Amerika.
De zwakke macro-economische data zorgden ook voor een verlaging van de groeiverwachtingen voor het tweede kwartaal. Economen van Markit, die aanvankelijk rekenden op een groei van 2,7 procent voor de Amerikaanse economie, verlaagden die prognose vrijdag naar 2,4 procent. Barclays rekent nu op een soortgelijke groei, waar eerder werd uitgegaan van 2,5 procent. Een eerste lezing over de Amerikaanse economie in het tweede kwartaal verschijnt eind deze maand.
"Economische verrassingen lijken momenteel vooral negatief en dat suggereert dat de havik-achtige toon van Federal Reserve eerder dit jaar misschien wel onterecht was", aldus marktstrateeg Karl Schamotta van Cambridge Global Payments. De markt raakt er volgens de analist dan ook in toenemende mate van overtuigd dat de renteverwachtingen neerwaarts worden bijgesteld.
Voorzitter Charles Evans van de Chicago Fed leek die gedachte vrijdag extra te voeden, want hij zei in een toespraak dat het nog valt te bezien of de rente dit jaar nog een keer omhoog gaat. Volgens hem is het een probleem dat de inflatie alsmaar onder de doelstelling van de centrale bank blijft uitkomen.
Die mildere toon van de Fed, die eerder deze week ook al klonk bij voorzitter Janet Yellen, plus de tegenvallende macro-economische cijfers, zetten de dollar vrijdag onder druk. Bij het slot in Amerika noteerde de euro op 1,1471 dollar en daarmee het hoogste niveau in zo'n tien maanden. Vrijdagochtend verhandelde het muntpaar nog op 1,1405.
De olieprijs is vrijdag verder gestegen. Voor de vijfde handelssessie rij sloot een augustus future West Texas Intermediate daardoor hoger, op een settlement van 46,54 dollar. Ten opzichte van donderdag betekende dit een stijging van 0,46 dollar, of 1,0 procent.
Olie vond steun in het nieuws dat Royal Dutch Shell in Nigeria force majeure had afgekondigd. "Productie-onderbrekingen laten maar weer eens hun impact op de markt zien", volgens energie-analist Robbie Fraser van Schneider Electric. Op weekbasis steeg de olieprijs circa 5,2 procent