(ABM FN-Dow Jones) De aandelenmarkten in Europa zijn woensdag overwegend lager gesloten. De Stoxx Europe 600 index sloot 0,3 procent lager op 387,58 punten. De Franse CAC 40 eindigde 0,4 procent in de min op 5.243,29 punten en de Britse FTSE 100 verloor ook 0,4 procent op een slotstand van 7.474,40 punten. De Duitse DAX won 0,3 procent op een stand van 12.805,95 punten. Daarmee zakte de Frankfurtse index terug van een tussentijds recordniveau eerder op de dag.
De Europese beursindexen begonnen de dag nog sterk maar tijdens de middaghandel draaide het sentiment na het verschijnen van zwakke Amerikaanse macro-economische cijfers. Marktanalist David Madden van CMC Markets wees verder op de aanhoudende politieke onzekerheid in het Verenigd Koninkrijk die beleggers toch parten blijft spelen.
Op macro-economisch vlak was er voorafgaand aan het rentebesluit van de Federal Reserve voldoende informatie te verwerken voor beleggers. Inflatiecijfers uit Duitsland bevestigden een vertraging in mei. De consumentenprijzen stegen met 1,5 procent op jaarbasis, na een inflatie van 2,0 procent in april.
Arbeidscijfers uit de eurozone waren positief, met een stijging van de werkgelegenheid in het eerste kwartaal met 1,5 procent op jaarbasis. Verder nam de industriële productie in de muntunie in april toe, met 0,5 procent ten opzichte van maart.
Britse cijfers over de arbeidsmarkt toonden een verdeeld beeld. Enerzijds daalde de werkloosheid in de drie maanden tot en met april naar het laagste niveau sinds 1975, maar daar stond een zwakkere loongroei tegenover. Marktanalist Naeem Aslam van ThinkMarkets UK sprak van een veel zwakker dan verwacht cijfer.
De combinatie van een hogere inflatie en zwakkere groei en een achterblijvende loongroei, plus de toegenomen politieke onzekerheid in het Verenigd Koninkrijk, zijn volgens marktkenners de belangrijkste ingrediënten waarop de bank of England de komende tijd zijn monetaire beleid bepaalt. Donderdag komt de Britse centrale bank met zijn rentebesluit, maar wijzigingen in de rente van 0,25 procent en het opkoopprogramma voor obligaties van 435 miljard pond worden niet voorzien.
Tijdens de middag kwamen er woensdag verder een aantal tegenvallende macro-economische publicaties uit Amerika. De detailhandelsverkopen daalden in mei met 0,3 procent, terwijl de inflatie in dezelfde maand 0,1 procent negatief was vanwege de dalende energieprijzen.
Het Internationaal Monetair Fonds was positiever over China en verhoogde voor de derde keer dit jaar de groeiverwachting, ditmaal naar 6,7 procent. In april werd nog uitgegaan van een groei van de Chinese economie met 6,6 procent in 2017 en in januari raamde het IMF een groei van 6,5 procent.
De olieprijs daalde. Uit de Amerikaanse olievoorraden bleek dat de olievoorraden vorige week zijn geslonken, terwijl de voorraden benzine en stookolie stegen. Daarnaast stelde het Internationaal Energieagentschap dat het nog wel even zal duren voordat de oliemarkt in balans is, ondanks de recente verlenging van de productie-afspraken tussen de OPEC en een aantal landen buiten het kartel. Een juli-future West Texas Intermediate daalde 3,8 procent tot 44,75 dollar, terwijl een augustus-future Brent 3,5 procent lager bewoog op 47,00 dollar.
De euro/dollar noteerde rond het slot in Europa op 1,1276. Woensdagochtend verhandelde het muntpaar nog op 1,1216. De dollarzwakte werd in gang gezet door de zwakke Amerikaanse macro-economische data.