(ABM FN-Dow Jones) De AEX eindigde dinsdag in het rood, waarbij zwaargewicht ING Groep onder druk stond. De Amsterdamse hoofdgraadmeter sloot uiteindelijk 0,4 procent lager op 525,71 punten. De AMX won evenwel 0,2 procent en de AScX steeg 0,9 procent.
Beleggingsspecialist Roy van Santen van onlinebroker Lynx wees op de opspelende risico's in zwakkere Europese landen als Italië, waar mogelijk vervroegde verkiezingen plaats vinden, en Griekenland, dat nog altijd wacht op een nieuwe uitbetaling uit zijn steunprogramma.
Kijkend naar hoe de AEX zich verder zal ontwikkelen, ligt het volgende belangrijke steunniveau voor de index rond 520 punten, aldus Van Santen. "Opwaarts gezien is het voor de AEX-index belangrijk om boven de 530 punten te breken. Pas dan wordt de neergaande trend van de afgelopen twee weken weer opgeheven", aldus de beleggingsspecialist.
Anders dan maandag was de economische agenda dinsdag goed gevuld. Duitse inflatiecijfers trokken de aandacht, als maatstaf voor de hele eurozone. In mei stegen de consumentenprijzen in Duitsland op jaarbasis met 1,5 procent, na een stijging van 2,0 procent in april. Op maandbasis was in mei sprake van een negatieve inflatie van 0,2 procent, na een stabiel niveau in april. In Spanje stegen de consumentenprijzen deze maand ook minder hard. De inflatie kwam uit op 1,9 procent, tegen 2,6 procent in april.
De Franse economie groeide in het eerste kwartaal met 0,4 procent en daarmee iets sneller dan de 0,3 procent waar in een eerdere raming van uit werd gegaan. Franse consumenten werden bovendien positiever, de vertrouwensindex steeg van 100 in april naar 102 in mei.
Verder verslechterde het economisch sentiment in de eurozone deze maand onverwacht. De vertrouwensindicator daalde van 109,7 in april naar 109,2 in mei. Er was een stijging voorzien.
Amerikaanse economische data toonden een stijging van de persoonlijke inkomens en uitgaven in april, maar de PCE kernprijsindex, voor de Federal Reserve een belangrijke indicator, liet een minder sterke stijging zien dan in maart. Verder bleek uit onderzoek van The Conference Board dat het vertrouwen onder Amerikaanse consumenten in mei is afgenomen ten opzichte van de maand ervoor.
Olie werd goedkoper. Een juli-future West Texas Intermediate daalde 1,6 procent tot 49,21 dollar, terwijl een juli-future Brent ook 1,6 procent lager bewoog op 51,44 dollar.
De euro/dollar noteerde rond het Europese slot op 1,1189. Dinsdagochtend verhandelde het muntpaar op 1,1127. De Europese munt kwam onder druk te staan nadat de voorzitter van de Europese Centrale Bank Mario Draghi maandag voor het Europees Parlement verklaarde dat de stimuleringsmaatregelen van de ECB nog steeds gerechtvaardigd zijn en het verruimende beleid voorlopig dus niet zal worden ingeperkt.