(ABM FN-Dow Jones) De Europese beurzen zijn woensdag lager gesloten. De breed samengestelde STOXX Europe 600 index daalde 1,2 procent tot 391,14 punten, de Duitse DAX presenteerde een verlies van 1,4 procent op 12.631,61 punten en voor de Franse CAC 40 resteerde een min van 1,6 procent op 5.317,89 punten. De Britse FTSE 100 sloot 0,3 procent lager op 7.503,47 punten.
Politieke zorgen over de Amerikaanse president Donald Trump drukten woensdag op het sentiment. "De zogenaamde 'Trump-trade' is één van de belangrijkste redenen dat de markt recent in staat was records te breken, maar het is begrijpelijk dat het schandaal dat de Amerikaanse regering nu overspoelt tot zorgen leiden bij beleggers", aldus marktanalist Connor Campbell van Spreadex. "De crisis zal er waarschijnlijk toe leiden dat Trump zijn beleid niet kan realiseren, waaronder de forse belastingverlagingen en infrastructuurplannen", voegde hij toe. "Dit voedde de recente rally en ondermijnt de huidige [hoge] waarderingen."
Volgens marktanalist Naeem Aslam van ThinkMarkets speelt naast geopolitieke spanningen ook de zwakke dollar de markt parten. "Het belangrijkste mandaat van de Fed om de rente te verhogen is gebaseerd op de voorwaarde dat de Amerikaanse economie veerkrachtig genoeg is om veranderingen in het monetaire beleid aan te kunnen", aldus Aslam. "Hoewel de kans nog steeds sterk is dat de Fed de rente de komende maanden verhoogt is de zwakte van de dollar iets wat impact heeft", voegde hij toe.
Op macro-economisch vlak werd bekend dat de inflatie in de eurozone in april definitief is uitgekomen op 1,9 procent op jaarbasis, tegen 1,5 procent in maart. De bouwproductie in de eurozone is in maart gedaald met 1,1 procent ten opzichte van de voorgaande maand. Op jaarbasis lag de bouwproductie in de eurozone in maart 3,6 procent hoger.
Verder kwam de werkloosheid in het Verenigd Koninkrijk in de periode januari tot en met maart 0,2 procentpunt lager uit op 4,6 procent, wat het laagste niveau betekende sinds 1975.
Olie noteerde woensdag in het groen. Een juni-future West Texas Intermediate steeg 1,3 procent tot 49,31 dollar, terwijl een juli-future Brent 1,6 procent hoger bewoog op 52,46 dollar.
De euro/dollar noteerde op 1,1142. Bij aanvang van de handelsdag bewoog het muntpaar nog op 1,1107 en bij het sluiten van de Amerikaanse beurzen op dinsdag stond er een stand van 1,1083 op de borden.
