(ABM FN-Dow Jones) De Europese beurzen zijn maandag eensgezind lager gesloten.
De breed samengestelde STOXX Europe 600 index daalde 0,8 procent op 339,83 punten, de Duitse DAX presenteerde een verlies van 1,1 procent op 10.582,67 punten en voor de Franse CAC 40 resteerde een min van 0,9 procent op 4.510,39 punten. De Britse FTSE 100 noteerde 0,6 procent lager op 6.799,47 punten.
Volgens marktanalist Michael Hewson van CMC Markets drukte onzekerheid omtrent oliekartel OPEC en Italiaanse banken op Europese aandelen.
Olie noteerde maandag in het groen. Een januari-future West Texas Intermediate steeg 2,3 procent op 47,12 dollar, terwijl een februari-future Brent 2,0 procent hoger bewoog op 49,20 dollar. De olieprijzen begonnen in het rood aan de handelsdag, maar zagen zich volgens marktanalist Hewson gesteund door optimistische opmerkingen van de Iraakse minister van Olie over het bereiken van een akkoord over de individuele bijdragen aan een productiebeperking. Woensdag komt de OPEC in de Oostenrijkse hoofdstad Wenen bijeen om te vergaderen over een beperking van de olieproductie.
Volgens de Saoedische minister van Olie is het niet nodig om een akkoord te bereiken over een productiebeperking om in 2017 een balans te hebben in de oliemarkt. Analist Hans van Cleef van ABN AMRO vraagt zich af of Saoedi-Arabië de markt aan het voorbereiden is op een "teleurstelling", dat wil zeggen geen akkoord over een verlaging van de olieproductie.
"Het lijkt nog steeds onwaarschijnlijk dat de hoofdrolspelers in staat zijn om een significant akkoord te sluiten, maar de markten zijn nog steeds op hun hoede voor een mogelijke onverwachte verrassing", aldus Hewson van CMC Markets.
Naast de onzekerheid rondom de vergadering van oliekartel OPEC, richtten de financiële markten zich alvast op het Italiaanse referendum van komende zondag. De Italiaanse premier Matteo Renzi wil met het referendum de macht van de Senaat inperken en zo de politieke besluitvorming stroomlijnen en ruimte maken voor hervormingen. Renzi liet eerder al weten zijn eigen toekomst aan de uitslag te verbinden. Volgens hoofdeconoom Paul Diggle van Aberdeen Asset Management wijzen de opiniepeilingen op een nee-stem en daarmee een verlies voor Renzi.
Ongeacht de uitkomst van het referendum, blijft Italië volgens Diggle "ook na 4 december in de ijzige wurggreep van lage groei, sputterende banken en populisme".
Op macro-economisch vlak bleek dat de geldhoeveelheid in de eurozone in oktober minder hard is gestegen dan een maand eerder. In oktober steeg de maatschappelijke geldhoeveelheid met 4,4 procent, versus 5,1 procent een maand eerder.
Het Italiaanse consumentenvertrouwen bleef in november op maandbasis vrijwel onveranderd. De vertrouwensindex daalde van 108,0 naar 107,9. Het ondernemersvertrouwen daalde eveneens licht, van 101,7 in oktober naar 101,4 deze maand.
De euro/dollar noteerde op 1,0579. Bij aanvang van de handelsdag bewoog het muntpaar nog op 1,0659 en bij het sluiten van de Amerikaanse beurzen op vrijdag stond er een stand van 1,0601 op de borden.
De Europese Centrale Bank kocht afgelopen week voor 14,3 miljard euro aan staatsobligaties, flink minder dan de 17,8 miljard euro aan aankopen een week eerder. Door de aankopen van de centrale bank in de week eindigend op 25 november steeg de teller naar 1.197,2 miljard euro.
