(ABM FN-Dow Jones) De Europese beurzen zijn dinsdag lager gesloten, waarbij de energie-gerelateerde fondsen de indexen naar beneden trokken vanwege de lagere olieprijs. Twijfel van een Fed-functionaris over een renteverhoging ondersteunde de markt juist.
De breed samengestelde STOXX Europe 600 index daalde 1,0 procent op 338,72 punten, de Duitse DAX presenteerde een verlies van 0,4 procent op 10.386,60 punten en voor de Franse CAC 40 resteerde een min van 1,2 procent op 4.387,18 punten. De Britse FTSE 100 noteerde 0,5 procent lager op 6.665,63 punten.
"De voortdurende discussie over een Amerikaanse renteverhoging blijft het marktsentiment domineren, terwijl Amerikaanse beleidsmakers doorgaan met het voorbereiden van de markt op een renteverhoging later dit jaar. Het commentaar van Fed-gouverneur Lael Brainard fungeerde als tegenwicht tegen de 'hawkish' retoriek van John Williams en Eric Rosengren, de Fed-voorzitters van respectievelijk San Francisco en Boston", aldus marktanalist Michael Hewson van CMC Markets.
Maandagavond betrachtte gouverneur Brainard van de Federal Reserve voorzichtigheid in het terugbrengen van het verruimende monetaire beleid, aangezien de verbeterde Amerikaanse arbeidsmarkt nog niet het gewenste effect heeft gehad op de inflatie.
"Het is interessant om te zien dat desondanks slecht 22 procent van de markt rekent op een renteverhoging volgende week, terwijl de verwachting dat de Federal Reserve de rente in december verhoogt is gestegen naar 57 procent", voegde Hewson toe.
Op macro-economisch vlak kregen beleggers in Europa een flink aantal cijfers te verwerken. De Duitse inflatie bleef in augustus conform verwachting op maandbasis ongewijzigd en kwam op jaarbasis uit op 0,4 procent. In Spanje was in augustus opnieuw sprake van deflatie, met een daling van de consumentenprijzen met 0,3 procent op jaarbasis. In juli was sprake van deflatie van 0,7 procent.
Het Verenigd Koninkrijk meldde een inflatie over augustus van 0,3 procent op maandbasis en 0,6 procent op jaarbasis. Deze niveaus lagen zowel op maandbasis als op jaarbasis 0,1 procentpunt onder de verwachting.
Uit Duitsland kwam verder de ZEW index vrij. De index die het vertrouwen in de huidige omstandigheden weergeeft, daalde van 57,6 in augustus naar 55,1 in september. De ZEW-verwachtingsindex bleef in september ten opzichte van de maand ervoor ongewijzigd op 0,5. Er was een verbetering voorzien tot 1,5.
Verder bleek de werkgelegenheid in de eurozone in het tweede kwartaal van 2016 gestegen.
Uit China kwamen meevallende cijfers naar buiten. De Chinese industriële productie groeide in augustus met 6,3 procent, een hoger tempo dan de 6,0 procent in juli. De detailhandelsverkopen namen afgelopen maand met 10,6 procent toe, tegenover 10,2 procent in juli. De cijfers waren aanleiding voor de Japanse zakenbank Nomura om de groeiverwachting voor de Chinese economie voor het derde kwartaal te verhogen naar 6,4 procent. Ditzelfde voorzien de analisten ook voor het vierde kwartaal, om zo voor heel 2016 uit te komen op een groei van 6,5 procent.
Olie noteerde dinsdag in het rood, na een teleurstellend rapport van het Internationaal Energieagentschap. Het IEA verwacht een zwakkere vraag uit Azië en stelde dientengevolge de groeiverwachtingen neerwaarts bij. Een oktober-future West Texas Intermediate daalde 2,9 procent op 44,90 dollar, terwijl een november-future Brent 2,4 procent lager bewoog op 47,15 dollar.
De euro/dollar noteerde op 1,1240. Bij aanvang van de handelsdag bewoog het muntpaar nog op 1,1223 en bij het sluiten van de Amerikaanse beurzen op maandag stond er een stand van 1,1230 op de borden.
