Wall Street is donderdag hoger gesloten, na positieve macro-publicaties en beter dan verwachte kwartaalcijfers van JPMorgan Chase.
De Dow Jones Industrial Average sloot 0,7 procent hoger, de S&P 500 won 0,5 procent en de Nasdaq steeg 0,6 procent.
De hogere olieprijs ondersteunde donderdag, na forse verliezen een dag eerder, de aan energie gerelateerde fondsen, terwijl de markt het besluit van de Bank of England om zijn monetair beleid ongewijzigd te laten van zich afschudde.
De Britse centrale bank handhaafde donderdag zijn belangrijkste rentetarief op 0,5 procent, maar meldde dat de meeste leden van de beleidscommissie van de centrale bank een versoepeling van het monetaire beleid voorzien in augustus. De markt had verwacht dat de centrale bank donderdag een verdere versoepeling van het beleid zou aankondigen in de nasleep van het Britse besluit uit de Europese Unie te stappen op 23 juni. De uitkomst van het referendum resulteerde in schokken op de financiële markten wereldwijd en de groeiende vrees dat het land in een recessie zou vervallen.
"Het feit dat de Bank of England heeft besloten af te zien van een renteverlaging betekent dat de volatiliteit lijkt te bedaren en het besef dat de Brexit op een ordelijke manier zal verlopen", zei strateeg Karyn Cavanaugh van Voya Financial.
Analisten wezen erop dat de Amerikaanse aandelenmarkten profiteren van de toegenomen zoektocht onder beleggers naar rendement in een markt waar ongeveer een derde van de staatsobligaties op nul of negatieve yields noteren.
"Amerikaanse aandelen zijn op dit moment het meest in trek, vooral als je kijkt naar de potentiële winstgroei", zei Cavanaugh.
Op macro-economisch vlak werd donderdag in de VS bekend dat het aantal eerste steunaanvragen in de VS in de week eindigend op 9 juli onverwacht stabiel is gebleven. De wekelijkse uitkeringsaanvragen kwamen ten opzichte van de voorgaande week onveranderd uit op 254.000 stuks. De markt rekende op een stijging naar 265.000 aanvragen.
Tevens werd bekend dat de producentenprijzen in de VS in juni op maandbasis zijn gestegen met 0,5 procent, versus een stijging van 0,4 procent een maand eerder.
Olie werd donderdag duurder, nadat de prijzen woensdag nog daalden tot het laagste niveau in twee maanden, vanwege de zorgen over de torenhoge Amerikaanse olievoorraden. De augustusfuture voor een vat ruwe olie sloot donderdag op de New York Mercantile Exchange 0,93 dollar hoger op 45,68 dollar per vat.
De euro kostte 1,1117 dollar en het Brits pond leverde 1,3331 dollar op. Dat was voor het rentebesluit van de Bank of England nog 1,3226 dollar.
