De Amsterdamse beurs is woensdag lager gesloten, vanwege het aanhoudend besef dat de markt zeer fragiel is, sinds de Brexit-stemming.
De AEX sloot 1,9 procent lager op 422,18 punten, de AMX-index verloor 2,6 procent tot 577,05 punten en de AScX sloot 1,7 procent lager op 722,93 punten.
Het negatieve sentiment op de Amsterdamse beurs kwam tot stand na een lager slot op Wall Street op dinsdag en een overwegend negatieve stemming op de Aziatische aandelenmarkten vanochtend. De Japanse Nikkei index daalde 2,1 procent, terwijl de beurs in Hong Kong 1,5 procent prijsgaf.
"De markt liet woensdag eenzelfde beeld zien als een dag eerder, waarbij er spanning in het systeem zit vanwege de aanhoudende zorgen over de Italiaanse banken en de dalende rente op staatspapier", zei beleggingsadviseur Rein Schutte van Indexus.
Met name de financiële waarden gingen woensdag opnieuw hard onderuit, onder meer nadat de rente op Nederlandse staatsleningen voor het eerst onder nul zakte.
Schutte sprak evenwel van indexbrede verliezen, waarbij er af en toe een grote uitschieter te zien was, zoals vandaag Fugro met een verlies van 8,3 procent. "De markt kijkt waar kansen liggen om liquiditeit vrij te maken, met als gevolg dat sommige fondsen er [zonder concrete reden] uit schieten", aldus de beleggingsadviseur.
Er komt volgens Schutte echter ook weer een moment waarop de markt tot de conclusie komt dat Europa te goedkoop is ten opzichte van Amerika, hoewel daar vooralsnog nog geen sprake van lijkt.
Op macro-economisch vlak werd woensdagochtend bekend dat de Duitse fabrieksorders in mei op maandbasis stabiel zijn gebleven. Afgelopen maand namen de binnenlandse orders met 1,9 procent af ten opzichte van april, terwijl de buitenlandse orders juist met 1,4 procent stegen.
De centrale bank van Zweden meldde vandaag dat het onzekere sentiment in de nasleep van de Brexit ertoe heeft geleid dat toekomstige renteverhogingen voor nu van de baan zijn. Riksbank besloot om het belangrijkste rentetarief te handhaven op 0,5 procent negatief.
Gedurende de tweede helft van de handelsdag werd in de Verenigde Staten bekend dat het handelstekort is gestegen van 37,4 miljard in april naar 41,1 miljard in mei. De export daalde met 0,3 miljard dollar op maandbasis naar 182,4 miljard dollar en de import nam met 3,4 miljard dollar toe tot 223,5 miljard dollar.
Uit data van Markit Economics bleek dat de bedrijvigheid in de Amerikaanse dienstensector in juni in een licht hoger tempo is toegenomen ten opzichte van de maand ervoor. De inkoopmanagersindex voor de dienstensector steeg van 51,3 in mei naar 51,4 in juni. De data van het Institute for Supply Management suggereert een sterkere aantrekkende groei. Deze index steeg van 52,9 in mei naar 56,5 in juni.
Woensdag nabeurs gaat de aandacht uit naar de notulen van de laatste beleidsvergadering van de Federal Reserve. Tijdens de bijeenkomst op 14 en 15 juni besloot de Amerikaanse centrale bank zijn belangrijkste rentetarief te handhaven in afwachting van de uitkomst van het Britse referendum.
De euro noteerde rond het slot van de handel ten opzichte van de dollar stabiel op 1,1074. Het Britse pond noteerde ten opzichte van de greenback 0,9 procent lager op 1,2910.
Olie noteerde licht lager. Een augustus-future op een vat West Texas Intermediate noteerde 0,1 procent lager op 46,64 dollar en een september-future Brent daalde 0,3 procent tot 47,80 dollar.