De Amerikaanse aandelenbeurzen zijn donderdag hoger gesloten, na vijf dagen verlies op rij, geholpen door afnemende zorgen over het Britse Brexit-referendum.
De aandelenmarkten vonden steun nadat beide kampen hun campagnes stillegden na de moord op het Britse parlementslid Jo Cox, die donderdagmiddag op straat werd neergeschoten door een man die 'Britain First' zou hebben geroepen.
Het Britse pond veerde op, door speculatie dat de aanslag het kamp dat in de EU wil blijven zou kunnen versterken.
De S&P500-index sloot 4,8 punten of 0,2 procent hoger op 2.076 punten, na een dieptepunt op 2.050 eerder op de dag. De Dow Jones-index won 0,5 procent, of 93 punten, tot 17.734, na eerder fors in de min te hebben gestaan. De Nasdaq Composite steeg 0,2 procent.
De Dow Jones-index verloor eerder op de dag nog 169 punten nadat de Japanse centrale bank de hoop op meer monetaire verruiming liet uiteenspatten. Ook was Wall Street bezorgd over een mogelijke Brexit.
De aanvankelijke negatieve stemming werd versterkt door de lagere olieprijs, die 3,7 procent lager sloot. Dit zette de koersen van energiefondsen onder druk.
Halverwege de handelsdag waren de verliezen echter grotendeels ingelopen. Volgens sommige analisten was er weinig handel en werd de beurs omhoog geholpen door speculaten die uitstapten uit hun shortposities.
"De markt is behoorlijk veerkrachtig geweest", zei analist Jeremy Zirin van UBS Wealth Management Americas. "Er is geen tekort aan kwesties die risico-gebeurtenissen kunnen betekenen, en er zijn ook wat vragen over de belangrijkste economische grondslagen waar beleggers mee worstelen. Het goede nieuws is dat de meeste economische cijfers zich redelijk goed houden.
Banken herstelden na eerdere somberheid dat de Fed de rente langer laag houdt, zoals de centrale bank der Amerikanen woensdag hintte. Goldman Sachs won 0,3 procent en Morgan Stanley 1,4 procent.
