Wall Street koerst woensdag af op een hoger slot. De koersen kwamen nauwelijks in beweging na het rentebesluit van de Federal Reserve.
De Dow Jones Industrial Average noteerde circa een half uur voor de slotzoemer 0,4 procent hoger op 17.737,28 punten, de S&P 500 steeg eveneens 0,4 procent tot 2.082,94 punten en ook de Nasdaq won 0,4 procent tot 4.861,36 punten.
Beleggers keken vandaag vooral uit naar het rentebesluit van de Amerikaanse centrale bank. De Fed liet conform verwachting de rente ongemoeid. Volgens voorzitter Janet Yellen van de Fed was de kans op een Brexit één van de redenen om de rente niet te verhogen. Op 23 juni moeten de Britten besluiten over het lidmaatschap van de Europese Unie.
Uit de individuele projecties van de leden van de centrale bank over de verwachte beleidsrente bleek dat er voor dit jaar nog steeds op twee renteverhogingen wordt gerekend.
In maart rekenden nog 7 bankiers op drie of vier verhogingen voor dit jaar en slechts één bankier op één verhoging. Vandaag bleek echter dat nog slechts twee bankiers op drie of vier verhogingen rekenen, en zes op één verhoging.
"Hoewel de mediane verwachting voor 2016 onveranderd bleef op twee verhogingen, is het risico veranderd van de bovenkant naar de onderkant", aldus analist Philip Marey van Rabobank.
De Fed kwam vandaag tevens met nieuwe economische ramingen. Zowel dit jaar als de daaropvolgende twee jaar zal het Amerikaanse bruto binnenlands product met 2,0 procent groeien, tegenover een eerdere raming in maart van 2,2 procent voor 2016. De inflatie zal, zoals ook bij de vorige raming, in 2018 rond het gewenste niveau van 2,0 procent uitkomen. Dit jaar zal het prijspeil met 1,4 procent stijgen, aldus de Fed, waar in maart nog werd gemikt op 1,2 procent.
Economen rekenden al niet op een verandering in het monetaire beleid, mede door een zwak banenrapport afgelopen vrijdag.
In mei nam het aantal banen toe met 38.000 banen, na een groei van 123.000 in april. Vooraf werd er gerekend op een groei van 158.000 stuks. De werkloosheid daalde van 5,0 procent in april tot 4,7 procent in mei, waarbij werd gerekend op een ongewijzigd niveau.
Na het rentebesluit van de Fed liep de dollar licht terug in waarde. De euro/dollar werd 0,5 procent hoger verhandeld op 1,1264.
Op macro-economisch vlak werd woensdag voorbeurs al bekend dat het aantal hypotheekaanvragen in de VS vorige week zijn gedaald met 2,4 procent. De marktindex daalde van 520,4 naar 507,7.
De Amerikaanse producentenprijzen stegen in mei met 0,4 procent, versus een stijging van 0,2 procent in april. Vooraf geraadpleegde economen rekenden op een stijging met 0,3 procent.
De marktomstandigheden voor de industrie in de Amerikaanse deelstaat New York herstelden in juni. De index voor de huidige marktomstandigheden steeg van een stand van 9,02 negatief in mei naar 6,01 positief deze maand.
Later op de dag werd bekend dat de voorraden ruwe olie in de Verenigde Staten afgelopen week zijn gedaald. In de week eindigend op 10 juni liepen de olievoorraden met 0,9 miljoen vaten terug tot 531,5 miljoen vaten. De benzinevoorraden daalden met 2,6 miljoen vaten tot 237,0 miljoen vaten. Ook daalde de Amerikaanse industriële productie in mei. De productie binnen de Amerikaanse industrie daalde vorige maand met 0,4 procent. In april was er nog een stijging van 0,6 procent, iets minder dan de eerder gemelde 0,7 procent.
Olie werd goedkoper. De julifuture voor een vat ruwe olie sloot woensdag op de New York Mercantile Exchange 0,48 dollar lager, of 1,0 procent, op 48,01 dollar.
