De Amsterdamse beurs heeft een slechte week achter de rug, waarin de AEX op een slotstand van 431,32 punten 3,6 procent prijsgaf.
Hoewel de beurs de hele week open was, waren de volumes vrij laag. Menig handelaar had vanwege Hemelvaartsdag op donderdag er een lang weekend van gemaakt. Het zonnige weer speelde de beurs daarbij ook niet in de kaart.
Traditiegetrouw was er in de eerste week van de maand weer veel aandacht voor de inkoopmanagersindexen en het Amerikaanse banenrapport.
De industriële activiteit in China daalde in april harder dan verwacht. De inkoopmanagersindex noteerde op 49,4 in april, tegenover 49,7 een maand eerder. De Chinese dienstensector bleef groeien, maar wel in een lager tempo.
De industrie in de eurozone groeide in april in een licht hoger tempo. De inkoopmanagersindex steeg van 51,6 in maart naar 51,7 in april. De activiteiten in de dienstensector groeiden in april in een zelfde tempo als in maart.
De Europese Commissie stelde dinsdag in zijn voorjaarsprognose de groeiramingen voor de eurozone al neerwaarts bij, en onderstreepte dat de groei bescheiden zal zijn. Brussel voorziet nu een groei in de eurozone van 1,6 procent in 2016, gevolgd door een groei van 1,8 procent in 2017. In 2015 groeide de economie in de eurozone met 1,7 procent. Afgelopen winter mikte de Commissie nog op een groei voor dit jaar van 1,7 procent en voor volgend jaar op 1,9 procent.
In de Verenigde Staten kwam de bedrijvigheid in de industrie iets lager uit dan in de voorgaande maand. De inkoopmanagersindex van Markit daalde van 51,5 in maart naar 50,8 in april, het laagste niveau in bijna zeven jaar. De inkoopmanagersindex van het Institute for Supply Management daalde bovendien van 51,8 in maart naar 50,8 in april. Daar stond tegenover dat de groei in de Amerikaanse dienstensector in april toenam.
Het Amerikaanse banenrapport over april was een tegenvaller voor de Federal Reserve, waardoor de kans op een renteverhoging is afgenomen. Dit stelde marktanalist Philip Marey van Rabobank. De groei lag met 160.000 banen ruim onder de stijging van 208.000 uit maart en daarmee ook onder de voor de Fed zo belangrijke grens van 200.000. Marey merkte daarbij op dat een groei van 150.000 banen of meer overigens al voldoende is om de werkloosheid omlaag te brengen.
Een positief punt in het rapport noemde Rabobank de ontwikkeling van het gemiddelde uurloon. Deze steeg in april met 0,08 dollar naar 25,53 dollar. Daarmee kwam de groei op jaarbasis op 2,5 procent uit, aldus Marey, een niveau dat al maanden niet meer was gezien en "de Fed moed zal geven".
Met het oog op de komende monetaire vergadering van de Fed medio juni, meent Marey dat veel zal afhangen van het volgende banenrapport. Om de centrale bank over te halen tot een renteverhoging zal er "wel een sterk rapport" nodig zijn, meent de analist, die de kans op een dergelijke verhoging met het rapport over april kleiner zag worden.
Al met al volgens Marey "geen rampzalig rapport", maar wel één die de twijfels over de kracht van Amerikaanse economie voedt.
De centrale bank van Australië verlaagde dinsdag het belangrijkste rentetarief met 0,25 procentpunt naar 1,75 procent, in een poging de groei van de Australische economie te stimuleren.