De Europese aandelenmarkten zijn donderdag gemengd gesloten, al werden delen van de verliezen van eerder op de dag weggewerkt.
De EuroStoxx 50 sloot 0,2 procent lager op 3.125,43 punten, terwijl de Duitse DAX juist 0,2 procent steeg tot 10.321,15 punten. De CAC 40 en de FTSE-100 bleven dicht bij huis op respectievelijk 4.557,36 en 6.322,40 punten.
Europa startte de handelsdag nog met grotere verliezen. Zowel de Federal Reserve als de Bank of Japan besloot woensdagavond de rente te handhaven. Dit laatste kwam enigszins als een teleurstelling, gezien de markt ervan uitging dat de Japanse centrale bank juist met extra stimuleringsmaatregelen zou komen.
"De beslissing om vandaag geen aanvullende maatregelen aan te kondigen is een grote teleurstelling voor de markten en zorgde voor een flinke waardestijging van de yen", schreef econoom Marcel Thieliant van Capital Economics donderdag. "Toch denken we dat het nog steeds een kwestie is van wanneer, en niet of, de centrale bank zijn verruimingsmaatregelen verder zal opvoeren", aldus de marktvorser.
In reactie op het besluit van de Bank of Japan is de dollar 2,6 procent gedaald tot 108,57 yen en ook de euro daalde met 2,6 procent ten opzichte van de Japanse munt, tot 122,97 yen.
Het muntpaar euro/dollar werd lager noch hoger verhandeld op 1,1327.
Op macro-economisch vlak kwamen een aantal publicaties de markt in. Zo daalde het Spaanse consumentenvertrouwen in april met 1,1 procent, waarmee het prijspeil harder afnam dan in maart, toen er sprake was van een negatieve inflatie van 0,8 procent.
De werkloosheid in Duitsland bleef in april stabiel op 6,2 procent, maar het aantal werklozen daalde wel, met 16.000. Ook de consumentenprijzen daalden, volgens voorlopige cijfers met 0,2 procent op maandbasis.
Het consumentenvertrouwen in de eurozone kwam iets beter uit in april, maar bleef negatief op -9,3. Het bedrijfsklimaat verbeterde ten opzichte van maart van 0,12 naar 0,13.
De Amerikaanse economie bleek in het eerste kwartaal van 2016 met een half procent te zijn gegroeid. Verder stegen de eerste steunaanvragen in de week eindigend op 23 april met 9.000 naar 257.000.
Olie kostte rond het slot duurder. Voor een vat WTI werd 0,6 procent meer betaald, op 45,60 dollar, terwijl een vat Brent 0,7 procent duurder werd op 47,27 dollar.
