De Amsterdamse beurzen zijn de handelsweek met een flinke winst van start gegaan, waarmee de openingsverliezen ruimschoots werden weggepoetst.
De AEX eindigde 0,6 procent hoger op 436,56 punten, de AMX won 0,8 procent op 679,18 punten en de AScX sloot 0,6 procent hoger op 773,89 punten.
"Best een mooie beursdag", wees André van Eerden van Aberfeld Asset Management op het "verrassende herstel na de zwakke opening".
De vermogensbeheerder zag "niet echt een aanwijsbare reden" voor de opleving van de aandelenmarkten. Fondsmanager Corne van Zeijl van Actiam gaf echter als voornaamste verklaring voor de plotselinge ommekeer in de markt de geluiden uit Italië voor de oprichting van een zogenoemde bad bank. Dit zorgde voor een positieve reactie van de financiële waarden in Europa en ook in Amsterdam behoorden de financials tot de kopgroep.
Beleggers maken zich gereed voor het cijferseizoen, dat vandaag traditiegetrouw nabeurs in de Verenigde Staten wordt afgetrapt door Alcoa. Later in de week volgen onder meer Intel Corporation, Bank of America en Citigroup. Op het Damrak is Unilever donderdag het eerste hoofdfonds dat cijfers vrijgeeft.
Volgens onderzoeksbureau FactSet gaan de ondernemingen die deel uitmaken van de Amerikaanse hoofdgraadmeter S&P 500 over de eerste drie maanden van 2016 per saldo op jaarbasis een winstdaling rapporteren van 9,1 procent, de scherpste krimp sinds 2009, waarbij met name de resultaten van grondstoffenfondsen zwaar onder druk staan.
Rabobank benadrukte echter dat beleggers juist vooruit zullen kijken en met name de afgegeven verwachtingen zullen analyseren. "De arbeidsmarkt trekt aan, de olieprijs en andere grondstofprijzen stabiliseren en de dollar is niet langer in waarde aan het stijgen. Dat betekent dat later in het jaar de winstgevendheid van het Amerikaanse bedrijfsleven weer een teken van leven kan laten zien", aldus economen van de bank.
De euro/dollar noteerde rond het sluiten van de beurzen in Amsterdam op 1,1423. Het muntpaar noteerde bij aanvang van de handelsdag nog op 1,1406.
De olieprijzen kwamen volgens Van Eerden van Aberfeld Asset Management maandag "tot rust". Een mei-future op een vat West Texas Intermediate steeg 1,7 procent op 40,39 dollar en een juni-future Brent werd 2,1 procent meer waard op 42,79 dollar.
Vannacht werd bekend dat de Chinese consumentenprijzen in maart stegen met 2,3 procent op jaarbasis, evenals in februari, waar dit in januari nog 1,8 procent was. De producentenprijzen daalden afgelopen maand, maar in een minder sterk tempo dan in februari.
Uit Italië bleek dat de industriële productie in februari onder druk stond. Op maandbasis daalde de seizoensmatige aangepaste productie met 0,6 procent, maar op jaarbasis was dit juist een stijging van 1,2 procent.
Dinsdag staan inflatiecijfers uit Duitsland en het Verenigd Koninkrijk op de rol, terwijl uit de Verenigde Staten later op de dag de importprijzen over maart volgen.
