De Amerikaanse beurzen zijn dinsdag in het rood geëindigd en volgden daarmee de aandelenmarkten elders, te midden van de hernieuwde zorgen over de groei van de wereldeconomie. De S&P 500 index eindigde 1,0 procent lager op 2.045,17 punten. De Dow Jones index verloor 0,8 procent op 17.603,46 punten en de Nasdaq daalde 1,0 procent op 4.843,93 punten.
Tegenvallende Europese en Japanse macro-economische publicaties en de waarschuwing van het IMF dat de groeivertraging in opkomende markten een risico vormt voor de wereldeconomie, zetten vandaag druk op de beurzen wereldwijd en Wall Street kon niet anders dan na opening die neerwaartse beweging te volgen. De Amerikaanse beurs kon zich vervolgens niet optrekken aan aardige macro-economische cijfers uit eigen land. Inkoopmanagersindexen toonden een toename van de bedrijvigheid binnen de dienstensector in de Verenigde Staten. De index zoals Markit die berekent liet na een krimp in februari zelfs weer groei zien voor maart. De inkoopmanagersindex van ISM liet bovendien voor de 74e maand op rij groei zien voor de Amerikaanse dienstensector. Het tekort op de Amerikaanse handelsbalans bleek in februari groter dan een maand eerder. De euro/dollar noteerde rond het slot in New York 1,1386, na een dieptepunt van 1,1337 eerder op de dag. De olieprijs bewoog dinsdag volatiel te midden van een afgenomen optimisme over een mogelijke productiebevriezing onder grote olieproducenten tijdens een bijeenkomst in Doha later deze maand. De mei-future voor een vat ruwe olie sloot op de New York Mercantile Exchange op 35,89 dollar en dat was 0,5 procent hoger dan de slotkoers van maandag. Voor een vat Brent werd dinsdagavond 37,93 dollar betaald, 0,7 procent meer dan een dag eerder.