De Amsterdamse beurs is na een aantal relatief en verrassend kalm verlopen handelsdagen voor de vijfde opeenvolgende week in het groen gesloten.
De AEX steeg op weekbasis 0,7 procent op 444,79 punten, terwijl de AMX een winst van 0,5 procent liet optekenen op 679,22 punten. Vorige week dikte de Amsterdamse hoofdgraadmeter nog 0,9 procent aan.
"Nadat de aandacht in de voorgaande week vooral uitging naar de Europese Centrale Bank (ECB), was het in de afgelopen week de Amerikaanse Federal Reserve (Fed) die de markten in beweging zette", aldus ABN AMRO. De Amerikaanse centrale bank besloot om de zogenoemde federal funds rate onveranderd te laten op 0,25 tot 0,50 procent. Van de stemmende centraal bankiers was alleen Esther George van de Kansas City Fed het oneens met deze beslissing. Zij wilde de rente met een kwart procentpunt verhogen.
Marktanalist Philip Marey van Rabobank noemde het tegenstemmen van George één van de twee verrassingen vandaag. De marktvorser wees verder op de 'dot plot'. Daaruit bleek dat de centraal bankiers niet langer op vier renteverhogingen voor dit jaar mikken, zoals afgelopen december het geval was, maar nog maar op twee. Marey, die zelf rekent op twee verhogingen, had slechts het sneuvelen van één renteverhoging voorzien. Dat er twee verhogingen afgingen, betekende volgens de marktanalist dat de Fed "de handdoek in de ring gooide".
Ook voor ABN AMRO kwam de dot plot als een verrassing. "Gezien de redelijke staat van de Amerikaanse economie met een bevredigende economische groei en een licht aantrekkende inflatie, zou een sterkere verhoging van de rente gedurende het jaar voor de hand hebben gelegen. Vermoedelijk houdt de Fed echter meer rekening met de risico's die in de internationale omgeving bestaan", aldus de marktvorsers.
Ook andere centrale banken maakten deze week het rentebesluit bekend. Noorwegen verlaagde de rente naar 0,50 procent en Zwitserland handhaafde de rente op 0,75 procent negatief. De Bank of Engnland handhaafde eveneens de rente, op 0,50 procent, en tornde niet aan het obligatieaankoopprogramma ter waarde van 375 miljard pond.
De Bank of Japan handhaafde het bij de vorige vergadering verlaagde negatieve renteniveau van 0,1 procent. Daarnaast blijft de Japanse centrale bank onverminderd doorgaan met het opkopen van effecten, zoals bedrijfsobligaties en staatsleningen. Hierdoor moet de monetaire basis met een jaarlijks tempo van 80 biljoen yen, omgerekend ruim 635 miljard euro, groeien.
