De Amsterdamse beurs heeft het dinsdag rustig aan gedaan en sloot uiteindelijk 0,2 procent lager op 403,27 punten en hield zo de koerswinst van maandag van 3,1 procent vast.
Aanvankelijk stegen de beurzen vandaag nog mee met een oplopende olieprijs. De prijs daalde evenwel nadat bekend werd dat vier landen, waaronder Saoedi-Arabië, bereid bleken tot het bevriezen van de olieproductie op het niveau van januari.
Volgens analist Hans van Cleef van ABN AMRO hoopte de markt dat er zou worden overgegaan tot een productieverlaging in plaats van slechts een pas op de plaats. Desalniettemin meent de analist dat het bevriezen van de productie moet worden gezien als een signaal dat deze olieproducenten het niet lager toestaan dat de olieprijzen blijven dalen. ABN AMRO verwacht dan ook dat de prijzen richting het jaareinde weer stijgen. Dinsdag daalde een maart-future op een vat West Texas Intermediate 1,5 procent naar 29,03 dollar en werd Brent zelfs 3,2 procent goedkoper op 32,32 dollar.
Naast de tegenvaller over de olieproductie, kreeg de markt ook slecht nieuws uit Duitsland. Het vertrouwen in de Duitse economie daalde deze maand, zo bleek uit cijfers van het ZEW instituut. "Heel mager", zo stelde vermogensbeheerder Stan Westerterp van JNVB.
Het macro-economische nieuws uit Amerika, waar Wall Street maandag nog de deuren gesloten hield in verband met President’s Day, was net als in Europa teleurstellend. Het vertrouwen onder huizenbouwers daalde en hoewel de Empire State index wat steeg, noteerde de index nog altijd ruim onder het break-even niveau.
De euro/dollar werd iets lager verhandeld op 1,1139.