De Amerikaanse beurzen zijn vrijdag na een eindsprint flink hoger gesloten na een sterk cijfer over de industrie in Chicago en een stijging van de olieprijzen.
De S&P 500 index sloot 2,5 procent hoger op 1.940,18 punten. De Dow Jones index steeg eveneens 2,5 procent naar 16.466,09 punten en de Nasdaq dikte 2,4 procent aan op 4.613,95 punten.
"Een indrukwekkende ommekeer", aldus economen van KBC over de ontwikkeling van de industrie in de regio Chicago. De inkoopmanagersindex kwam in januari 12,7 punten hoger uit op een stand van 55,6, nadat de index een maand eerder nog met 5,8 punten daalde tot 42,9.
De Amerikaanse economie vertraagde in het vierde kwartaal van 2015 nog flink met een groei van 0,7 procent, tegenover een plus van 2,0 procent in het derde kwartaal. De consumptie vertraagde afgelopen kwartaal, maar volgens Philip Marey van Rabobank is dit "niet echt een probleem", ook omdat de huizenmarkt goed bleef liggen. "De binnenlandse economie is redelijk in orde", zo constateerde de marktanalist.
De problemen lagen volgens Marey bij de bedrijven, die kampen met de dure dollar, de lage olieprijs en een mondiale groeivertraging. De marktanalist sprak dan ook vooral van een "extern probleem" voor Amerika.
Beleggers kregen verder nog cijfers over het Amerikaanse consumentenvertrouwen te verwerken. De vertrouwensindex van Thomson Reuters en de Universiteit van Michigan daalde van 92,6 in december naar 92,0 in januari. Een voorlopige raming eerder deze maand wees nog op een stijging tot 93,3.
Uit Azië zagen beleggers zich verder gesteund door de Japanse centrale bank, dat de depositorente met 20 basispunten verlaagde naar 0,1 procent negatief. Met deze maatregel wil de Bank of Japan de Japanse economie verder stimuleren. Het besluit zorgde ook in Europa al voor flink hogere koersen.
De euro/dollar noteerde vrijdagavond op 1,0834. Bij het sluiten van de Europese beurzen bewoog het muntpaar nog op 1,0821 en donderdag stond er een stand van 1,0945 op de borden bij het sluiten van de Amerikaanse beurzen.
Olie noteerde stevig in het groen. Een maart-future op een vat West Texas Intermediate steeg 1,2 procent naar 33,61 dollar, terwijl een april-future Brent 3,0 procent hoger noteerde op 35,84 dollar. In de afgelopen dagen zaten de olieprijzen flink in de lift, vanwege de hoop dat OPEC en niet-OPEC landen overeenstemming bereiken over een beperking van de olieproductie. Iran liet vrijdag evenwel weten niet mee te doen aan een gecoördineerde verlaging van de olieproductie door oliekartel Opec, totdat de productie zich weer op het niveau bevindt van voor de sancties die Iran werden opgelegd vanwege het nucleaire programma van het land. De grootste producent, Saoedi-Arabië, zei eerder al alleen de productie te verlagen als anderen dat ook doen.
Op weekbasis resteerde voor de toonaangevende S&P 500 index een winst van 1,8 procent en voor de Dow Jones index een plus van 2,3 procent. Technologiebeurs Nasdaq liet een kleine winst van een half procent optekenen.
Voor komende week wacht beleggers een goed gevulde agenda. Op maandag komen de mondiale inkoopmanagersindexen voor de industrie vrij, op woensdag gevolgd door de maandelijkse cijfers over de dienstensector. Verder staat woensdag het ADP banenrapport geagendeerd, op vrijdag traditiegetrouw gevolgd door 's werelds belangrijkste macro-economische cijfer met het officiële banenrapport.