Na de studie moeten ze de kaders en de doelstellingen van de organisatie leren kennen waarna, als ze hiermee willen werken, ze goede medewerkers kunnen worden
heer S. Heyse
|
|
21
-
08
-
2006
|
15
:
38
uur
De verschillen tussen schoolverlaters zijn groot. Bij de aanwerving van een nieuwe werknemers is persoonlijk contact, vooral met schoolverlaters, zeer belangrijk. De grootste verschillen situeren zich op gebied van stiptheid, voorkomen, sociale- en communicatieve vaardigheden van schoolverlaters en niet zo zeer op de kennis.
Kenneth C. Niekoop
|
|
21
-
08
-
2006
|
17
:
49
uur
Jongkader dient ingewijdt te worden door ervaren leden van de organisatie waarbinnen zij zullen functioneren.
Hierbij doel ik meer op de bedrijfscultuur, doelstelling en scope waarop het bedrijf zich richt.
Hun visie m.b.t. de professie moet een uitgeballanceerde constructie zijn van aanhoren, ruimte bieden om te kunnen werken en helaas niet voor de voeten gelopen worden door doorgewinterde collega's die hun werkruimte psychisch in gevaar zien komen.
Jongkader kan alleen ervaring opdoen als ze daartoe de ruimte krijgen dat te doen en niet andersom.
Waarvoor trek je dan jongkader aan...?
mevrouw A Essens
|
|
21
-
08
-
2006
|
20
:
59
uur
De voorgaande reacties geven aan dat iedere werknemer, net afgestudeerd of niet, bepaalde zaken moet aanleren die binnen de cultuur van het bedrijf verlangd worden. Van schoolverlaters verwacht ik eigenlijk niet anders dan dat ze met een frisse kijk de organisatie binnenkomen en kennis en kunde meebrengen die gebaseerd zijn op de laatste nieuwe ontwikkelingen binnen het vakgebied. Afhankelijk van het vermogen tot zelfreflectie en tact om datgene wat opvalt te relativeren en/of aan de orde te stellen, kan een nieuwe werknemer een waardevolle bijdrage leveren aan de ontwikkelingen binnen de organisatie.
Mevrouw M. van den Broek
|
|
22
-
08
-
2006
|
17
:
52
uur
Ik vind dat jongafgestudeerde een aanwinst voor je organisatie kunnen zijn. Het belangrijkste daarbij is dat zij een bewuste keuze hebben gemaakt voor het vak en daarvoor willen gaan. Het komt dus met name aan op inzet, zelfreflectie en steeds belangrijker is of men zich goed weet en kan verwoorden. Kritisch zijn en leergierig.
De eerste indruk is de beste, de nieuweling hoort net als iedere nieuwe medewerker binnen het team of e organisatie te passen. Een afwijkende mening zet de zittende mensen alleen maar aan het denken
wijnen
|
|
25
-
08
-
2006
|
15
:
39
uur
Vanuit mijn gevoel mezelf te willen verdedigen reageer ik. En dus vanuit alleen mezelf kan ik uitleggen waarom ik vind dat jonge medewerkers wel degelijk meerwaarde hebben voor een organisatie maar dat het te overbruggen gat met de praktijk in mijn geval erg groot was. Een gat van theorie en diepgang in uitgevoerde projecten dat gedicht werd naar de praktijk met soms opppervlakkigheid in projecten door een soort opstomende commercialiteit. En ik ben HBOer (nu 1 jaar aan het werk)...moet je nagaan wat iemand van Uni kan voelen. Conclusie: wat ik te bieden heb is intellect, maar de praktijk (en het woord zegt het al) vraagt vaardigheid en dus ervaring.
heer M.P.D. Odijk
|
|
29
-
08
-
2006
|
15
:
58
uur
In reactie op mevrouw Essens:
Ik ben met u eens dat de frisse blik en een mogelijk aanzienlijke potentie een welkome aanwinst is. Helaas is het echter niet met iedere vorm van onderwijs zo gesteld dat de exstudent ook daadwerkelijk up-to-date kennis heeft: Meer dan eens loopt het onderwijs achter op de ontwikkelingen in de markt. Bij HBO is dat overigens sterker dan op de Universiteit.
mevrouw A Essens
|
|
30
-
08
-
2006
|
11
:
42
uur
Helaas kan ik niet anders dan de opmerking van de Heer Odijk onderschrijven. Voor het onderwijs is het dan ook van groot belang dat docenten en andere begeleiders goed op de hoogte zijn van het vakgebied en daar regelmatig zelf naar toe gaan om mee te draaien en hun vakkennis te vernieuwen. Daarnaast helpen instellingen en bedrijven hieraan mee als zij leerlingen op hun stage op een positieve en prikkelende manier begeleiden, waarbij het stellen van hoge (maar reeele) eisen niet vermeden mag worden. Uit deze discussie blijkt wel weer dat onderwijs en praktijk het opleiden van nieuwe werknemers als gezamenlijke verantwoordelijkheid moeten zien en dat dit niet alleen een taak is van het onderwijs.
mevrouw j.a. oosterhuis
|
|
30
-
08
-
2006
|
12
:
52
uur
Als reactie op de mail van mevrouw Essens en de heer Odijk: binnen de HBO-instellingen wordt gewerkt met beroepenveldcommissies waarin naast de HBO mensen uit het bedrijfsleven zitting hebben. Deze beroepenveldcommissies moeten de aansluiting tussen inhoud opleiding en bedrijfsleven maken zodat studenten optimaal kunnen instromen. Zij zien het opleiden van studenten als een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Ik vang ook regelmatig op dat er een communicatie-gat zit tussen onderwijs en de het bedrijfsleven.
Dat concluderend vind ik het belangrijker om de discussie te voeren hoe we dit gezamenlijk oplossen. Om eerst wat meer duidelijkheid te krijgen zou ik in contact willen komen met mensen uit HBO/Universiteit die te maken hebben met
een beroepenveldcommissie of met stagebegeleiding: voorkeur technische opleidingen.
mevrouw A Essens
|
|
31
-
08
-
2006
|
10
:
09
uur
Op diverse niveaus is er overleg tussen onderwijs en bedrijfsleven en worden programma's (inhoud) afgestemd op het werkveld. Helaas is het niet voldoende om af te stemmen, de begeleiders in het onderwijs moeten ook op andere manieren bijdragen aan het beroepsbeeld van de leerlingen. Uit onderzoek in het vmbo en mbo is gebleken dat deze zogenaamde loopbaanbegeleiding nog in de kinderschoenen staat. Werken met leerlingen vanuit het vak/beroep waarvoor ze opgeleid worden is totaal anders dan werken vanuit een vak dat ze nodig hebben om het beroep uit te kunnen oefenen. Het besef van docenten dat ze met elkaar verantwoordelijk zijn voor het afleveren van een beginnend beroepsbeoefenaar met alle competenties die daar bij horen, is mijns inziens nog niet voldoende ontwikkeld. Als we met elkaar (onderwijs en bedrijfsleven) op deze manier tegen het opleiden van jongeren aankijken, zullen ook de problemen die de Heer Heyse schets in zijn reactie, minder voorkomen.
Karel Walg
|
|
1
-
09
-
2006
|
15
:
53
uur
Belangrijk is de overweging om iemand met een hogere (academische) opleiding aan te nemen, gebeurt dit om parate kennis dan kan je beter een hbo/mbo er aannemen, wanneer er behoefte is aan inzicht en ontwikkeling dan is een universitaire achtergrond beter, dan moet je echter niet verwachten dat er concrete, practische kennis is. De studie is vooral gericht op het ontwikkelen van een denktrant.