Kwart Nederlandse mkb'ers negeert buitenlands belastingklimaat
19 juli 2010 -
Bij investeringen over de grens houdt een kwart van de Nederlandse mkb-ondernemingen geen rekening met het belastingregime in het desbetreffende land. Nederland ligt daarmee in lijn met het Europese gemiddelde (22 procent), maar wereldwijd is deze houding van bedrijven hooguit zeventien procent.
Het International Business Report (IBR 2010) van accountants- en adviesorganisatie Grant Thornton toont aan dat relatief veel (Noord-)Europese bedrijven belastingrisico's negeren. In andere werelddelen, waaronder veel opkomende economieën, is minder dan één op de tien 'ongeïnteresseerd' in het investeringsklimaat van het andere land.
Stabiliteit
7.400 ondernemers uit 36 landen werd voorgelegd welke aspecten van een belastingklimaat hun investeringsdrift zouden aanwakkeren. Wereldwijd is de top drie: een belastingvrije periode van vijf jaar (41 procent), een laag belastingtarief op bedrijfswinst (39 procent) en een stabiel belastingregime (38 procent). Nederlandse bedrijfseigenaren zetten een stabiel belastingregime bovenaan (58 procent), nipt gevolgd door een belastingvrije periode van vijf jaar (57 procent) en een laag belastingtarief op bedrijfswinst (55 procent). "De Nederlanders lijken daarmee meer voor zekerheid te gaan dan voor - wellicht slechts tijdelijke – belastingvoordelen," aldus Jacob Mook, tax leader bij Grant Thornton.
Belastingdruk
Gekeken naar de meest drukkende belastingen in eigen land is eveneens een top die samen te stellen. Ook hier wijkt het Nederlandse bedrijfsleven in volgorde af. Wereldwijd wijzen ondernemers de volgende drie 'zwaargewichten' aan: belasting op bedrijfswinst (25 procent), arbeidsgerelateerde belastingen (23 procent), particuliere inkomstenbelasting (22 procent). Niet helemaal verwonderlijk staat in Nederland particuliere inkomstenbelasting (37 procent) met stip bovenaan. Arbeidsgerelateerde belastingen (negentien procent) en bedrijfswinst (achttien procent) volgen op afstand. Mook: "Een opduikend patroon dit jaar is de verschuiving van de ergernis van belasting op bedrijfswinst naar arbeidsgerelateerde belastingen, waaronder verzekeringen en dergelijke. Twaalf van de zesendertig landen zetten deze belastingvorm inmiddels op één. Bij zuiderbuur België staan arbeidsgerelateerde belastingen met maar liefst 74 procent op één."
Nederland opvallend mild
Naast de genoemde belastingvormen werden ook andere negatieve prikkels bevraagd, zoals indirecte belastingen, waaronder btw. Met deze laatste vorm blijkt slechts zes procent van de Nederlandse ondernemers moeite te hebben, waar dat in de andere 35 landen gemiddeld het dubbele percentage betreft: twaalf procent. Overigens, één op zeven (veertien procent) vindt zelfs dat Nederland geen drukkende belastingen kent. Daar denken andere landen anders over: slechts vier procent wereldwijd en drie procent van de ondernemers in de Europese Unie delen een dergelijke mening over het belastingregime in hun eigen land.
Wat zeker ook meespeelt is de hoge belastingdruk die we hier hebben. Elders kan het moeilijk hoger zijn, dat kan ook een reden zijn om er niet naar te kijken.
Dit verklaart ook dat in andere landen met een wellicht wat gunstiger belastingklimaat wél goed gekeken wordt. Zeker als ze bijvoorbeeld in Nederland willen investeren. Kijk maar eens naar het verschil in belastingdruk tussen Hong-Kong en hier. Dat is wel gigantisch, en een rem voor hen hier dingen te doen, het is veel gunstiger met alles daar te blijven.
Dat Nederlanders voor zekerheid gaan verwondert me niet, dat is hier toch wel de algemene tendens. Daar is, vind ik, ook niets mis mee.