5 juli 2010 -
Wat maakt een leidinggevende tot een goede leidinggevende? Die vraag houdt Robert Sutton, professor aan Stanford, al lang bezig. Zijn research en consultancy-ervaring leidde uiteindelijk tot een lijst met twaalf overtuigingen die alle goede leidinggevenden gemeen hebben (en die verworpen of ontkend worden door de slechte).
1. Ik weet niet precies hoe het is om voor mij te werken
2. Mijn succes – en dat van mijn medewerkers – is afhankelijk van het beheersen van duidelijke en wereldse zaken, niet het gevolg van magische, duistere of baanbrekende ideeën en methodes.
3. Het is belangrijk om goed omlijnde en ambitieuze doelstellingen te hebben, maar het is zinloos om daar teveel over na te denken. Het is mijn taak om me te concentreren op kleine overwinningen waardoor mijn mensen elke dag een beetje vooruitgang kunnen boeken.
4. Een van de belangrijkste (en moeilijkste) aspecten van mijn werk is om voor mezelf op te komen zonder agressief te worden.
5. Het is mijn taak om mijn mensen te beschermen tegen externe inmenging, afleiding en idioterie (inclusief die van mezelf).
6. Ik streef er naar zelfverzekerd genoeg te zijn om mensen ervan te overtuigen dat ik de leiding heb, maar tegelijkertijd nederig genoeg te zijn om te weten dat ik het vaak genoeg bij het verkeerde eind zal hebben.
7. Mijn doel is te vechten alsof ik gelijk heb en te luisteren alsof ik het mis heb – en om mijn medewerkers te leren hetzelfde te doen.
8. Een van de beste testen voor mijn leidinggevende capaciteiten is 'wat er gebeurt als mensen een fout maken'.
9. Innovatie is essentieel. Het is daarom aan mij om mensen te stimuleren om nieuwe ideeën te bedenken en te testen. Het is ook mijn taak om alle slechte ideeën naar de prullenbak te verwijzen (evenals veel van de goede).
10. Negativiteit is sterker dan positiviteit. Het is daarom nog belangrijker om negatieve zaken te elimineren dan om de positieve te benadrukken.
11. Hoe ik dingen doe, is net zo belangrijk als wat ik doe.
12. Omdat ik macht heb over anderen, is het goed mogelijk dat ik me gedraag als een gevoelloze zak – zonder het in de gaten te hebben.