Kwart Nederlanders bouwt geen aanvullend pensioen op
31 mei 2010 -
Werkende Nederlanders hebben gemiddeld 268.000 euro nodig om op de gewenste leeftijd met pensioen te kunnen gaan, met het inkomen dat ze nodig denken te hebben. Dat blijkt uit een online steekproef van onderzoeksbureau Panelwizard onder werkende Nederlanders van 30 tot 55 jaar.
Het gemiddelde pensioengetal is een indicatie van het bedrag dat u náást je AOW nodig hebt en dat u kunt opbouwen door een pensioenregeling van de werkgever en eventuele persoonlijke aanvulling.
Pensioengat
Voor de meeste mensen geldt dat zij ongeveer 70 procent van hun laatstverdiende loon moeten ontvangen om rond te kunnen komen tijdens hun pensioen. Iedereen ontvangt vanaf zijn 65e een AOW-uitkering, meestal aangevuld met het pensioen dat via werkgevers is opgebouwd. Wanneer het totale pensioenbedrag minder dan 70 procent van het laatstverdiende loon is, kan een pensioengat ontstaan. Dan is het noodzakelijk om maatregelen te treffen voor een aanvullend pensioen, om financiële verrassingen te voorkomen. Dat geldt ook wanneer iemand eerder dan op 65-jarige leeftijd wil stoppen met werken, of bijvoorbeeld vanaf zijn 63e een dag minder wil gaan werken. 28,7 procent van de werkende Nederlanders uit het onderzoek denkt op zijn 67ste of nog later te stoppen met werken. De ondervraagden willen gemiddeld een netto maandinkomen van 2.400 euro voor de oude dag.
AOW-uitkering
Tweederde van de respondenten heeft geen idee wat momenteel de hoogte is van de AOW-uitkering. Wie het wel denkt te weten zit er gemiddeld nog flink naast: Het huidige AOW bedrag is 1.052 euro voor alleenstaanden en 732 euro (per persoon) voor gehuwden (bruto bedragen); maar de schattingen variëren van 500 tot 2.100 euro. Hoe ouder iemand is, hoe concreter de pensioenleeftijd wordt, en hoe meer hij of zij meestal weet. Van de jongere respondenten (30-39) jaar weet driekwart niet wat de hoogte is van de huidige AOW bedragen.
Hoger opgeleiden meer kans op pensioengat Uit het onderzoek blijkt dat 40 procent van de ondervraagden denkt een pensioengat te hebben, en 40 procent denkt van niet. Twintig procent heeft geen idee. De jongere respondenten zijn duidelijk minder goed op de hoogte dan de oudere deelnemers: In de leeftijdscategorie 30-39 jaar heeft één op de drie geen idee van het eventueel hebben van een pensioengat, onder de 50-55 jarigen is dit nog maar één op de zeven. Op het gebied van opleiding geldt: hoe hoger opgeleid, hoe groter de kans op een pensioengat, maar ook hoe kleiner de kans is dat je dat niet weet. Het merendeel van de ondervraagde personen is bezig met het opbouwen van aanvullend pensioen via werkgever of door zelf een pensioenregeling te treffen. Opmerkelijk is wel dat 25 procent van de ondervraagden aangeeft geen aanvullend pensioen op te bouwen.
Pensioen: uitgeven of sparen?
Na pensionering is er over het algemeen meer vrije tijd voor uitstapjes, hobby's en reizen. De kosten die deze met zich meebrengen worden vaak gecompenseerd doordat andere vaste lasten dalen of wegvallen, zoals de financiële zorg voor de kinderen of de maandelijkse hypotheeklasten. Meer dan de helft van de mensen denkt dan ook dat zij tijdens hun pensioen minder zullen uitgeven; slechts een kleine groep verwacht meer te gaan uitgeven. Wat opvalt is dat één op de vijf ondervraagden minimaal 100 procent van zijn laatstverdiende loon denkt nodig te hebben om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen na de pensionering.