20 mei 2010 -
76 procent van de ondervraagden van de elfde Ernst & Young Global Fraud Survey is in toenemende mate bezorgd over hun persoonlijke aansprakelijkheid als gevolg van fraude, omkoping en corruptie. De geïnterviewde leidinggevenden zijn van mening dat hun Raad van Bestuur onvoldoende voorbereid is op nieuwe risico’s van fraude en corruptie doordat bedrijven nu weer groeien.
De perceptie bestaat dat met name bestuursleden in Latijns-Amerika (95 procent), het Midden-Oosten en Afrika (87 procent), Centraal- en Oost-Europa (84 procent) en Australië (81 procent) erg bezorgd te zijn. Uit de reacties van meer dan 1.400 CFO’s en hoofden van internal audit, juridische zaken en compliance van grote bedrijven in 36 landen blijkt bovendien dat fraude aanmerkelijk toeneemt in bepaalde regio’s. In West-Europa bijvoorbeeld is het aantal bedrijven dat te maken kreeg met gevallen van fraude in de laatste twee jaar met tien procent gestegen tot 21 procent. Het aantal fraudegevallen blijft hoog in Latijns-Amerika (21 procent) en in het Midden-Oosten en Afrika (achttien procent).
Nederlandse resultaten
De onderzoeksresultaten tonen aan dat het Nederlandse bedrijfsleven wel degelijk regelmatig met fraude wordt geconfronteerd," stelt Angelique Keijsers, partner bij Ernst & Young en verantwoordelijk voor de Fraud Investigation & Dispute Services praktijk. "Maar liefst 26 procent van Nederlandse bedrijven rapporteren in de laatste twee jaar een ‘significante fraude’ te hebben gehad, flink meer dan het Europese (21 procent) en wereldwijde (zestien procent) gemiddelde."
Bestraffen David Stulb, Global leader van de Ernst & Young Fraud Investigation & Dispute Services praktijk verklaart: "De versterkte aanpak van fraude, omkoping en corruptie is een prioriteit in veel markten. Individuele leidinggevenden en directeuren zullen niet immuun blijven voor vervolging. Sterker nog, de goedkeuring van de Bribery Act in Groot-Brittannië is een recent voorbeeld van de robuustere aanpak om onethisch gedrag van personen en ondernemingen te bestraffen en ze kan zelfs buiten de UK van toepassing zijn."
Zorgelijk
Ondanks de bezorgdheid die de Raden van Bestuur tonen, lijken ze weinig te ondernemen om hun bescherming te verhogen. Het is zorgelijk dat slechts vier van de tien geïnterviewde CFO’s in het laatste jaar het verzoek heeft gekregen de fraude- en corruptiemaatregelen te beoordelen, en maar 28 procent het verzoek had gekregen een frauderisicoanalyse uit te voeren. De uitkomsten voor Noord-Amerika waren over het algemeen beter dan voor andere delen van de wereld, maar de resultaten voor Centraal- en Oost-Europa waren bijzonder zorgelijk: slechts achttein procent was gevraagd een frauderisicoanalyse uit te voeren binnen hun organisatie.
Slecht voorbereid Angelique Keijsers: "In vergelijking met andere Europese landen hebben Nederlandse bedrijven er minder vertrouwen in dat internal audit fraude en corruptie effectief kan detecteren. Nederland loopt overigens achter in Europa wanneer het aankomt op het voorbereid zijn op incidenten. De survey geeft aan dat bij meer dan de helft van Nederlandse bedrijven in geval van fraude de verantwoordelijkheden niet duidelijk zijn.
Nieuwe risico’s
David Stulb voegt toe: "Gegeven de financiële druk bij veel ondernemingen is het van wezenlijk belang maatregelen te treffen tegen fraude en corruptie. Het periodiek uitvoeren van risicoanalyses in specifieke sectoren en markten is niet alleen verstandig, maar helpt medewerkers in risk management functies bij het prioritiseren van risico’s. Nu bedrijven weer opkrabbelen, zijn vele op zoek naar nieuwe groeimogelijkheden, eventueel door zich op nieuwe markten te begeven of door het doen van overnames. Deze inspanningen kunnen bedrijven bloot stellen aan talloze nieuwe risico’s, waaronder corruptie. Om zulke risico’s te verkleinen, dienen bedrijven voorafgaand aan de acquisitie grondig en gericht boekenonderzoek (due dilligence) uit te voeren."
Weinig onderzoek
Desondanks verklaarde 30 procent van de respondenten een dergelijk onderzoek zelden of nooit uit te voeren (Japan 40 procent, Centraal- en Oost-Europa 38 procent). De cijfers voor due diligence onderzoek achteraf wekken nog grotere bezorgdheid: 42 procent van de respondenten geeft toe zulke procedures zelden of nooit uit te voeren. InJapan is dit 53 procent en in Australië zelfs 54 procent.
Dataprotectie
Het nieuwe fusie- en overnamebeleid geeft bij de geïnterviewden ook op andere gebieden redenen tot ongerustheid. 48 procent van de geïnterviewde hoofden van juridische afdelingen is bezorgd over concurrentierisico’s als gevolg van de drang tot groei, terwijl 45 procent van de hoofden van compliance-afdelingen aangaf dat dataprotectie de komende achttien maanden een belangrijk onderwerp wordt.
Procedures herzien
Antwoord geven op individuele incidenten of onderzoeken door toezichthouders vereist vaak een omvangrijke analyse van elektronisch opgeslagen informatie, inclusief e-mails. De helft van de geïnterviewde juridische specialisten gaf aan dat het belang van e-mails bij onderzoeken in de laatste twee jaar gegroeid is, ofschoon 35 procent van hen zegt van plan te zijn te korten het onderzoeken van e-mail verkeer, wat een belangrijke focus op sterke doelmatigheid impliceert. David Stulb concludeert: "Bij een terugkeer van de groei verwachten we meer uitdagingen, meer kans op fraude, meer blootstelling aan corruptie en meer belangstelling van tussenpersonen. Om op lange termijn duurzame en ethische groei te realiseren dienen bedrijven in de komende maanden hun procedures te herzien of te verbeteren, mochten ze dat al niet gedaan hebben."