1 maart 2010 -
Analisten zouden veel diepgaander naar de leiderschapspotentie binnen een organisatie moeten kijken voor ze die ofwel afschrijven ofwel aanraden bij investeerders. Dat stelt DDI na onderzoek onder 50 analisten van grote Europese en Amerikaanse banken en financiële instellingen.
Volgens de onderzoekers wordt er teveel nadruk gelegd op de vroegere prestaties van de directie en het topmanagement en niet genoeg op toekomstig leiderschap, leiderschapsopvolging en leiderschapsontwikkeling. Bij hun aanbevelingen kijken analisten vaak niet vaker dan de prestaties van huidige CEO en trekken ze conclusies op basis van oppervlakkige informatie. De toekomstige leiderschapspotentie van een organisatie wordt al helemaal niet in hun oordeel meegenomen.
Vroegere prestaties
Slechts acht van de on dervraagde analisten namen het talentmanagement en opvolgingsbeleid van een organisatie mee in hun oordeel en geen enkele was volledig vertrouwd met die onderwerpen. Bovendien bleken de analyses vaak alleen gebaseerd op vroegere en huidige prestaties, en zelden op de kwaliteiten van de CEO om de onderneming door een onverwachte crisis te leiden, te groeien of om nieuwe markten te betreden. In plaats daarvan beoordelen de analisten de CEO vrijwel alleen op korte termijn resultaten. Ook zijn de meesten niet in staat in te schatten hoe goed een organisatie haar leiders voorbereidt op de toekomst.
Toekomst
Waar analisten CEO’s beoordelen op groeicijfers, aandeelhouderswaarde, innovatief vermogen en een helder visie, hebben de CEO’s zelf talentmanagement bovenaan de agenda staan. De kwaliteiten van de managers die geen zetel hebben in de directie wordt echter door slechts een klein deel van de meest ervaren analisten in overweging genomen. De meesten kijken dus in niet of er ook in de toekomst geschikte leiders aan het roer van de organisatie zullen staan.
Verloop
DDI vindt het een gevaarlijke tendens dat analisten alles af laten hangen van een enkele CEO, helemaal gezien het sterke verloop in de directiekamers. Bovendien: zelfs in goede tijden ruimt één op de drie CEO’s voortijdig het veld. Hoewel de ondervraagde analisten toegeven dat goed leiderschap in de toekomst nog belangrijker zal zijn dan nu al het geval is (om de kosten te beheersen, veranderingen in goede banen te leiden en te profiteren van het aanstaande economisch herstel), blijven ze bij hun beoordeling koppig alleen uitgaan van prestaties van de huidige CEO.
Leiderschapsontwikkeling
Ondernemingen die investeren in leiderschapsontwikkeling presteren beter dan degenen die dat niet doen, en toch kijken analisten hier niet naar. het gaat er niet alleen om of de organisatie al een opvolger voor de huidige CEO heeft; analisten hebben er ook geen idee van of de onderneming (op alle niveaus) de leiders aan boord heeft om de huidige en toekomstige uitdagingen het hoofd te bieden.
Bron:Management Issues