Tien lessen uit de recessie (met name voor banken)
5 februari 2010 -
Nu de crisis op zijn eind begint te lopen, is het duidelijk dat de structuur van de raden van bestuur van grote banken en het gedrag van hun bestuursleden zal moeten veranderen. Willen we tenminste een soortgelijke crisis voorkomen. Management Issues komt met tien lessen die geleerd kunnen worden uit de laatste crisis.
1. Voor niets gaat de zon op
Toen banken mensen met weinig inkomen hoge hypotheken zonder rente aanboden, leek dat te mooi om waar te zijn. Dat was het ook: toen de rente omhoog ging, konden mensen hun hypotheek niet meer betalen en dat was het begin van de financiële crisis. Als iets te mooi lijkt om waar te zijn, is het dat ook.
2. Slechte groei is iets anders dan goede groei
Blindelings de massa volgen en net als iedereen investeren in zogenaamd zekere obligaties is slechte groei. Slechte groei krikt de cijfers omhoog, maar vermindert de winstgevendheid en verhoogt de verborgen verplichtingen. Dergelijke groei is nergens op gebaseerd en kan dus niet tot grote omzetstijgingen leiden. Goede groei daarentegen is gebaseerd op onderscheidende producten en diensten die een hogere winst opleveren.
3. Lenen is echt riskant
lenen kan de middelen opleveren om grote groei te realiseren. Dat hebben koningen, keizers en bankiers maar al te duidelijk gemaakt in de afgelopen eeuwen. Als de potentiële winst hoger is dan de kosten van de leningen, kan dat leiden tot spectaculaire groei, kijk maar naar de huizenmarkt. Maar als de verkopen stagneren, wordt die lening ineens een blok aan het been. Wie wil groeien op basis van schulden neemt enorme risico’s.
4. De risico’s zijn altijd groter dan ze lijken Deze recessie toonde overduidelijk aan in hoeverre de financiële markten met elkaar verweven zijn. Toen een grote bank als Lehman Brothers in de problemen kwam, had dat gevolgen voor het hele financiële systeem. Het vertrouwen verdween als sneeuw voor de zon, banken wilden niet meer aan elkaar lenen en een liquiditeitscrisis was een feit.
5. Risicomanagement vereist een objectieve blik
Goed risicobeheer omvat niet alleen uitgebreide wiskundige analyses, maar vereist eveneens dat de juiste vragen worden gesteld. En die zijn in feite heel simpel. Om na te gaan hoeveel risico een onderneming kan nemen, moet objectief vastgesteld worden hoeveel schuld een onderneming in slechte tijden aankan zonder de investeringen in goede tijden in gevaar te brengen.
6. Arrogantie is funest
Een bestuursvoorzitter of CEO die niet openstaat voor andere meningen en opbouwende kritiek, weigert het gevaar te zien en signalen van binnen en buiten de organisatie negeert, vormt een enorm risico. De banken die het hardst geraakt zijn door de crisis, bleken allemaal iemand aan het roer te hebben gehad voor wie dit gold.
7. Organisaties kunnen niet zonder relevante marktkennis en -ervaring
Alleen directieleden en managers met voldoende en relevante kennis van hun organisatie en branche zijn in staat de juiste vragen te stellen en de risico’s goed n te schatten. Het bestuur moet regelmatig om de tafel met het topmanagement; de kadermanagers moeten roteren tussen diverse afdelingen om het bedrijf door en door te leren kennen. De banken die de grootste verliezen hebben geleden en/of overheidssteun hebben gekregen, hadden (vrijwel) niemand in de raad van bestuur met de benodigde expertise.
8. Een CEO is een slechte bestuursvoorzitter
Van CEO’s en bestuursvoorzitters worden hele andere dingen verwacht. Een CEO moet in actie komen en knopen doorhakken, een goede bestuursvoorzitter heeft vooral een bemiddelende rol. Hij of zij moet onpartijdig zijn, in staat zijn te luisteren naar tegengestelde meningen, de bijdrage van meerdere partijen stimuleren, de discussie op gang houden en bruggen bouwen. Een goede voorzitter verenigt tegengestelde gezichtspunten en weet tot de kern van de zaak te komen zonder ego’s te krenken.
9. Shareholders moeten de plek van consultants overnemen
Een consultant kan bijna onmogelijk objectief zijn. Zijn beloning is immers afhankelijk van tevreden klanten. Dit geldt met name voor beloningsadviseurs die moeten bepalen of een hoger salaris gerechtvaardigd is…. Met deze kwesties kan een organisatie beter naar de shareholders stappen. Het gaat tenslotte om hun geld. Als er een groep is die een volgende crisis kan bezweren, zijn het de shareholders wel. En mocht het alsnog mis gaan, dan hebben ze het tenminste deels aan zichzelf te wijten.
10. Mooie woorden betekenen niks zonder daden
Het is makkelijk om te roepen dat er iets moet veranderen, maar een stuk moeilijker om dat daadwerkelijk te bewerkstelligen. Bankiers blijven zichzelf enorme bonussen toekennen, zelfs als de winst die hun bank vorig jaar gemaakt heeft enkel en alleen te danken was aan overheidsingrijpen. Op die manier wordt het vertrouwen nooit hersteld natuurlijk.