5 januari 2010 -
Afgelopen jaar was een van de meest tumultueuze ooit: banken vielen om en grote en minder grote onderneminen werden serieus op de proef gesteld. Na jaren waarin volledig vertrouwd werd op marktwerking kwamen we erachter dat markten met weinig overheidsregulering aan zichzelf ten onder gingen.
Al die gebeurtenissen toonden aan dat er van alles mis is aan een ongecontroleerd, hebberig en ‘ikke ikke ikke’ kapitalisme, zo stelt Les Worrall op Management Issues. Vrije markt filosofen zoals Ayn Rand, die aan de grondslag lagen van systemen a la Alan Greenspan, kregen ongelijk toen de overheid – die volgens hen nergens goed voor was - in moest grijpen om een totale ineenstorting te voorkomen.
Ongelimiteerd lenen
Groei was jarenlang niet gebaseerd op solide funderingen maar op ongelimiteerde consumptie, wat tot torenhoge schulden leidden die vervolgens keer op keer gerecycled en doorverkocht werden. De schijnbare waarde van onze huizen steeg, de bankiers kregen hun bonussen, de regulering bleef afwezig, de overheid inde belastingen en voor een tijdje was alles goed. Tot de dominostenen om begonnen te vallen: Lehman Brothers, Bear Sterns, Merrill Lynch, Northern Rock, AIG, Fannie Mae, Freddie Mac, HBOS. RBS, Kaupthing, Anglo-Irish Bank. De meeste mensen gingen ervan uit dat de directeuren van die ondernemingen wel zouden weten wat ze deden, maar achteraf bleken die vaak een nogal vervormd beeld van hun bedrijven te schetsen.
Winst
Banken leenden geld aan mensen en bedrijven die dat nooit terug zouden kunnen betalen, ze gingen er simpelweg van uit dat de waarde van onroerend goed toch alleen maar zou stijgen. Ze kochten financiële instrumenten waar ze niets van begrepen, baseerden hun bedrijfsmodellen op ongelimiteerde leenmogelijkheden en het meest zorgwekkende is nog wel dat ze bijna allemaal exact dezelfde fouten maakten. Winstcijfers wonnen het keer op keer van voorzichtigheid; ethisch, verstandig leengedrag werd vervangen door onnadenkend, roofzuchtig leengedrag.
Managementbeloning
Ondanks hun mooie woorden over regulering en sociale verantwoordelijkheid konden topmanagers in de jaren ‘90 ongestoord hun gang gaan. Wat ze vervolgens deden was hun eigen hebberigheid voeden, niet handelen in het belang van de onderneming. Het gevolg: managementbeloningen rezen de pan uit. In 1965 bedroeg het salaris van de gemiddelde topmanager 51 keer dat van de minst verdienende werknemer in hetzelfde bedrijf; in 2005 was dat 821 keer zoveel. Het gevolg hiervan was dat ze steeds verder van de onderneming af kwamen te staan die ze eigenlijk moesten leiden. De vraag die nu rijst is of hun opleiding bijgedragen heeft aan dit gedrag. Worral denkt van wel.
Effectief?
Managementopleidingen zijn de melkkoeien van bijna alle universiteiten en hogescholen. Het blijft echter onduidelijk hoe de opleidingen bijdragen aan de effectiviteit en productiviteit van organisaties en aan het verbeteren van het menselijk kapitaal dat nodig is om die te leiden. MBA-opleidingen roepen om het hardst dat ze het bedrijfsleven geven wat het wil, maar weet het bedrijfsleven eigenlijk wel wat het wil? En is wat bedrijven willen wel hetzelfde als wat ze nodig hebben?
Academisch
Maar al te vaak staat ‘academisch’ in het bedrijfsleven synoniem voor nutteloos en onpraktisch. Hoogleraren wordt maar al te vaak verweten dat ze te theoretisch zijn en ten gevolge daarvan laten ze de theorie en analyse voortaan maar links liggen en leren ze hun studenten alleen nog maar hoe ze dingen voor elkaar moeten krijgen (op basis van spannende verhalen uit de praktijk) en niet meer dat oh zo belangrijke ‘waarom’ dingen voor elkaar gekregen moeten worden. Managementopleidingen bevatten allemaal de verplichte dosis strategie, financiën, HRM en marketing, maar economie en psychologie ontbreken vaak. Dat is te academisch. Hoe kan iemand echter echt iets begrijpen van strategie als hij/zij niks weet van economie? Hoe kan iemand iets leren over human resources als fundamentele basiskennis van de psychologie ontbreekt? Het enige wat managementopleidingen doen is aankomende managers uitrusten met een aantal technieken die ze op iedere situatie toe kunnen passen. Technieken die in de praktijk keer op keer gefaald hebben. Maar zelf kritisch of abstract nadenken, analyseren of kwalitatief onderzoek verrichten om organisatorische vraagstukken op te lossen zit er niet in. Veel studenten willen dit niet eens leren. Als dit de toestand is waarin managementopleidingen verkeren, is het dan echt zo vreemd dat de topmanagers van nu gefaald hebben?
Als reactie op het artikel over:
De crisis en de rol van de business school daarin.
Juist op Windesheim hebben wij al jaren een MBA opleiding, waarin studenten worden opgeleid om kritisch te zijn, integraal te leren denken, met aandacht voor zowel de mens als voor duurzaamheid.