5 januari 2010 -
Van de marketeers en salespersonen in de financiële sector, noemt 36 procent de eigen branche niet als die waarin ze zouden willen werken als ze een nieuwe baan zouden zoeken. Ter vergelijking: in fastmoving/food is dit slechts 8,1 procent. Dit blijkt uit een enquête van Cobben & Van Tulder BV onder ongeveer 2.500 mensen die werken in een marketing en/of salesfunctie.
Doorgroeimogelijkheden en bedrijfscultuur zijn belangrijke drijfveren om van baan te veranderen, belangrijker nog dan salaris of bonus. Blijkbaar ervaren de kandidaten die nu in de financiële dienstverlening werken dat deze wensen in hun eigen branche onvoldoende vervuld kunnen worden. Baanzekerheid en salarisontwikkelingen, belangrijke 'dissatisfiers' in het werk en bij financiële dienstverleners van oudsher goed verzorgd, lijken in deze branche bovendien te verdwijnen.
Uidagende branche
In de fastmoving/food sector speelt conjunctuur een minder belangrijke rol. Uiteraard zijn er winnaars en verliezers in deze markt en kunnen marktaandelen van bedrijven onderling verschuiven, maar de totale markt in fastmoving/food is relatief stabiel. Daarnaast speelt in deze branche dat de marketing van fastmoving/food gezien wordt als de meest uitdagende en dat door vakgenoten fastmoving/food gezien wordt als de branche waar het meeste talent werkt.
Graaicultuur
"Nadat de vrije val van ABN AMRO ertoe leidde dat de bank van meest populaire werkgever naar plek tien daalde, blijkt nu opnieuw dat financiële dienstverleners hun populariteit als werkgever aan het verliezen zijn. Blijkbaar zijn veel mensen die er werken zelf de 'graaicultuur' ook zat," aldus Michel Cobben..