Nederlander houdt en stuk maand over aan het eind van zijn geld
19 november 2009 -
Een derde van de Nederlanders met een vast inkomen kan aan het einde van de maand geen geld meer pinnen van hun bankrekening. Dat is vlak voordat het salaris wordt gestort. 64 procent heeft op dat moment geen geld om boodschappen te doen. Een zelfde percentage Nederlanders die dit overkomt, is genoodzaakt te wachten tot het salaris wordt gestort.
Dit blijkt uit onderzoek van Ferratum, ter gelegenheid van de lancering van hun nieuwe online dienst Saldodipje.nl. Niet kunnen pinnen komt niet alleen voor bij Nederlanders met een lager dan modaal inkomen (47 procent) of modaal inkomen (44 procent). Ook bij ruim een kwart (26 procent) van de Nederlanders met een bovenmodaal inkomen komt het voor. Bijna twee derde (64 procent) geeft aan dan geld te kort te komen voor de eerste levensbehoeften, zoals de boodschappen. Gevolgd door uitgaven aan kleding (28 procent) en uitgaan (22 procent).
Onvoldoende saldo
Bij bijna een kwart (23 procent) van de ondervraagde Nederlanders is het wel eens voorgekomen dat ze ergens wilden pinnen, maar toen over onvoldoende saldo bleken te beschikken. Ruim driekwart van deze Nederlanders (77 procent) geeft ronduit toe dat zij zich erg schaamden toen deze situatie zich voordeed.
Wachten
Als men aan het einde van de maand tijdelijk niet kan pinnen, wacht bijna twee derde (64 procent) tot hun salaris wordt gestort. 41 procent boekt geld over van een spaarrekening naar de betaalrekening en zestien procent maakt dan gebruik van een credit card. Slechts een klein percentage (tien procent) zegt voor geld bij vrienden of familie aan te kloppen.