Centraal- en Oost-Europese managers blijven afwachtend
10 november 2009 -
Centraal- en Oost-Europa tonen de eerste tekenen van economisch herstel. De beursen hebben de meeste schade ingehaald, de nationale valuta’s zijn weer stabiel en de voorspellingen voor 2010 zijn licht positief. Toch blijven de Centraal en Oost-Europese managers afwachtend. Ze verwachten dat de economische groei niet inzet voor het einde van 2010.
Bedrijven worstelen nog steeds met afnemende opdrachten en vertraging in betalingen. Daarnaast zijn afgelopen jaar de prijzen gedaald, waardoor de managers er een zorg bij hebben, zo blijkt uit onderzoek van Roland Berger Strategy Consultants naar de impact van de crisis op bedrijven in Centraal- en Oost-Europa.
Minder somber
Eerder dit jaar liet Roland Berger nog weten dat Centraal- en Oost-Europese managers het dieptepunt pas halverwege 2010 verwachtten. Echter, waar in maart nog tweederde van de managers pessimistisch was over herstel, ziet nu nog slechts een derde het somber in. Zeventien procent van de managers is zelfs optimistisch. Ondanks de voorzichtige positieve instelling, blijft het merendeel afwachtend: bijna de helft van de managers is nog onzeker over de economische situatie. Tweederde verwacht dat de crisis nog een jaar voortsleept en dat de ommekeer pas in 2011 komt. "Het is interessant om te zien dat er in Centraal- en Oost-Europa nog zoveel behoedzaamheid heerst. Ondanks voorzichtig optimisme, blijkt er toch grote onzekerheid te heersen over de toekomst. Ook al lijkt de sterke economische val voorbij, ze houden nog een duidelijke slag om de arm," aldus Benno van Dongen, partner van Roland Berger Nederland.
Dalende prijzen
Ongeacht de sector of het land, de ondervraagde managers in Centraal- en Oost-Europa zien de afnemende opdrachten als het grootste directe gevolg van de crisis (62 procent). Ook het steeds groter wordende probleem van achterstallige betalingen (54 procent) en financieringsproblemen (38,7 procent) zijn belangrijke gevolgen waar de managers mee te maken hebben. In vergelijking met het onderzoek in maart is vooral de angst voor de dalende prijzen toegenomen (38,4 procent). Met name in Roemenië is de algemene impact van de crisis groot. Maar liefst 87 procent van de organisaties geeft aan te worstelen met de afnemende opdrachten en 82,6 procent met klanten die niet willen betalen.
Opklaringen
"Hoewel er geen direct herstel in zicht is in Centraal- en Oost-Europa, zijn de dreigende donkere wolken voor de meeste industrieën verdwenen," concludeert van Dongen. "Vooral voor de techniek- en mijnbouwsector ziet het er positief uit. Bedrijven hebben hun voorraden opgemaakt, die nu moeten worden aangevuld. Bovendien trekt de vraag aan en groeit de prijs voor ruwe materialen significant." Zoals Roland Berger al in eerder onderzoek aangaf, hebben de retail- en servicesectoren de crisis redelijk ongeschonden overleefd. Beide sectoren anticiperen zelfs op een lichte groei in de komende jaren. Aan de andere kant, zijn de financiële sector samen met IT en Telecom het hardst getroffen door de economische malaise.
Gebrek aan focus op herstructuring
Waar in het begin van 2009 de focus nog lag bij direct crisismanagement, raadt Roland Berger de bedrijven nu aan zich te richten op het aanpakken van de actiepunten die van belang zijn op de lange termijn. Bijna alle Centraal- en Oost-Europese managers geven aan op de crisis te hebben gereageerd op operationeel niveau met kostenbesparingprogramma’s of een stop op het aannemen van nieuwe mensen. Slechts minder dan een derde van de bedrijven denkt er echter over na strategische maatregelen te treffen, zoals bijvoorbeeld het vernieuwen van de financieringstructuur of het afstoten van onderdelen van de onderneming. Hier blijkt sinds het vorige onderzoek geen verbetering in te zijn. Van Dongen: "Bedrijven blijven te afwachtend en denken dat ze met korte termijn oplossingen goed hebben ingegrepen. Juist de strategische maatregelen zorgen er op langere termijn voor dat een bedrijf het hoofd boven water kan houden."