4 november 2009 -
Het Bruto Nationaal Product van China is gegroeid met 8.,9 procent in het derde kwartaal van 2009. Multinationals hebben die afzetmarkt hard nodig en sommigen zijn zelfs puur dankzij China de recessie te boven gekomen. Maar niet alles in China is zoals u misschien nog denkt.
Shaun Rein, oprichter van de China Market Research Group ontkracht op Forbes drie mythes over zaken doen met China. Handig als u uw blik op het oosten aan het richten bent.
Mythe 1: China is een exportland
Een van de belangrijkste redenen dat China geen last heeft gehad van de financiële crisis is omdat het land voor minder dan 40 procent afhankelijk is van export. Toen China in 2001 lid werd van de World Trade Organization, is er inderdaad veel aandacht besteed aan export. De eigen inwoners waren simpelweg te arm om als afzetgebied te dienen en er werden dan ook fabrieken gebouwd die alleen exportproducten produceerden. Maar die situatie is al lang voor de crisis drastisch veranderd. De reden van die daling lag in een combinatie van stijgende kosten en nieuw economisch beleid. Zo gaf de overheid geen toestemming meer voor zeer vervuilende, energieslurpende, arbeidsintensieve projecten. De luchtvevuiling ging de gezondheidszorg teveel te kosten en bovendien wilde de Chinese overheid minder afhankelijk zijn van buitenlandse energie. Daarom stimuleerden ze de dienstverlenende sector meer en de export minder. Een groot aantal fabrieken vertrokken naar Vietnam, Sri Lanka en Mexico waar het beleid minder streng was en de arbeid en het onroerend goed goedkoper. De export zal een steeds minder grote rol voor China spelen nu de lokale consumptie stijgt. Nu bepaalt die lokale consumptie nog 33 procent van het Bruto Nationaal Product, maar dit zal de komende jaren toenemen tot 50 procent.
Mythe 2: China beschikt over een onbeperkte pool van goedkope arbeidskrachten Veel mensen denken dit, maar ook in China wordt het steeds moeilijker om mensen te vinden en te binden. Veel abeiders willen niet langer voor een minimaal loontje in megafabrieken ver van huis werken. Ze zijn niet langer bang om honger te moeten leiden en dus worden ze kritischer wat betreft hun werkgever. Inmiddels is er bovendien meer werk dichterbij huis, aangezien ook de economie in de armste gebieden van China (waar de meeste arbeiders vandaan komen) groeit.
Ook wat betreft de kantoorwerkers moeten bedrijven hun hr-beleid herzien. Het percentage job-hoppers is enorm; veel bedrijven verliezen zo’n twintig procent van hun werknemers per jaar. De allerbelangrijkste reden waarom jonge kenniswerkers van baan veranderen is niet omdat ze te weinig verdienen maar omdat ze te weinig doorgroeimogelijkheden hebben. Niets is bovendien zo demoraliserende voor jonge Chinezen om te zien dan buitenlanders dik betaald worden terwijl er geen lokale manager te bekennen is. Waarom zouden ze hun bed uitkomen voor een multinational waar ze nooit de top zullen bereiken als ze ook voor een Chinese concurrent kunnen werken waar dat wel mogelijk is?
Mythe 3: connecties zijn alles
Teveel bedrijven gaan in zee met de nakomelingen van gerespecteerde Chinezen en familieleden van (lokale) politici en denken dat die connecties garant staan voor succes. Ja, het is belangrijk om goede connecties te hebben in China, net als in de rest van de wereld, maar ook dit deel van de economie is zich aan het ontwikkelen. De regelgeving is stukken transparanter dan vijf jaar geleden en meestal is het niet meer nodig om achter de schermen aan de juiste touwtjes te trekken om vergunningen te krijgen. De dagen dat de juiste connecties automatisch tot rijkdom leidden zijn voorbij. Over het algemeen bepalen ook in China de vier P’s van marketing (prijs, plaats, product en promotie) het succes.
Bepaalde connecties kunnen uw onderneming zelfs schaden. Stel u bijvoorbeeld voor dat er ruzie ontstaat en uw connectie aan de verkeerde kant staat. De winnende partij kan besluiten geen zaken meer te doen met het bedrijf dat geassocieerd wordt met de verliezers. Hele bedrijven kunnen sneuvelen door afhankelijk te zijn van een enkele belangrijke connectie, die vervolgens zijn ambt verliest of overgeplaatst wordt naar een ander district. Natuurlijk is het van belang goede banden te onderhouden met de plaatselijke politici, maar voorkom dat u het lot van uw bedrijf in hun handen legt.