30 oktober 2009 -
Vrouwen doen niet voor mannen onder als het gaat om hun ambitieniveau. Ze vinden het net zo belangrijk om zich persoonlijk en professioneel te ontwikkelen. Wel richten vrouwen zich voor een deel op andere ambities dan mannen. Vrouwen zijn in hun werk sterker dan mannen gericht op horizontale groei en verdieping.
Dit blijkt uit het eerste wetenschappelijke onderzoek naar ambitie, waaraan ruim 7.000 vrouwen en mannen deelnamen, van de Taskforce DeeltijdPlus (TDP). Daarnaast presenteerde de Taskforce gisteren óók een reactie op de resultaten van het behoefteonderzoek. Dit onderzoek werd uitgevoerd onder 6.000 vrouwen, mannen en werkgevers en geeft inzicht wat er nodig is om vrouwen meer uren te laten werken.
Ambitie
Ambitie is geen voorspeller van het aantal werkuren, zo blijkt uit het onderzoek. Vrouwelijke deeltijders geven aan dat zij zichzelf als ambitieus beschouwen en geen relatie zien tussen het aantal uren dat ze werken en hun ambities in het werk. De populariteit van deeltijdwerk onder vrouwen kan dan ook niet gelijk worden gesteld aan een gebrek aan ambitie. Daarnaast maakt het onderzoek duidelijk dat ambitie pas vorm en inhoud krijgt in sociale interactie. Zo blijkt dat mensen die door hun partner en/of leidinggevende gestimuleerd worden om ambities te tonen en de mogelijkheid krijgen om die ambities waar te maken, meer kansen hebben om hun ambities verder te ontwikkelen en te benutten.
Vanzelfsprekend
Het behoefteonderzoek is in opdracht van de TDP uitgevoerd door het Sociaal Cultureel Planbureau en laat zien dat vrouwen in kleine deeltijdbanen - minder dan 25 uur - gemiddeld twee uur meer willen werken. De belangrijkste reden dat deze vrouwen dit nog niet doen, komt doordat zowel werkgevers als mannen als vrouwen het vanzelfsprekend vinden dat vrouwen in deeltijd werken.
Afstemming werk en privé
Het ambitieonderzoek, dat uitgevoerd is door de Radboud Universiteit Nijmegen en het onderzoeksbureau Research voor Beleid, toont aan dat zowel vrouwen als mannen hun werkambities bijstellen als de privé-situatie in het gedrang dreigt te komen. Vrouwen stellen hun werkambities wel sterker bij dan mannen. De resultaten van het behoefteonderzoek bevestigen dit. In dit onderzoek geven vrouwen aan sneller te kiezen voor meer uren wanneer de afstemming tussen werk en privé beter gaat, wanneer er meer mogelijkheden zijn om thuis te werken of wanneer een werkgever hen hierom vraagt. Aan alle drie deze punten wordt op dit moment nog te weinig gedaan. Slechts één op de tien werkgevers heeft concreet beleid om deeltijdbanen te vergroten. Wanneer een vacature gevuld moet worden, wordt meestal nieuw personeel geworven, in plaats van te kijken naar de uitbreidingsmogelijkheden van het aantal uren bij het reeds in dienst zijnde personeel.
Man wil ook minder werken
Bij een derde van de ondervraagde mannen bestaat de behoefte om iets minder te werken. Voltijds werkende mannen zouden het liefst 36 uur werken, dat is drie uur minder dan dat zij nu gemiddeld maken. Daarbij gaan deze mannen er overigens wel vanuit dat de partner die drie uur compenseert door haar arbeidsduur met dat aantal uren uit te breiden. Favoriet onder de overige mannen blijft het anderhalfverdienersmodel, waarbij hij een voltijdbaan heeft en zij een halve baan heeft.
Conferenties De resultaten van de beide onderzoeken komen aan de orde tijdens de internationale wetenschappelijke conferentie 24orMore die op 5 en 6 november plaatsvindt in Pakhuis De Zwijger in Amsterdam. De onderzoeksresultaten zullen tijdens deze conferentie in breder perspectief worden belicht. Ook komen de resultaten aan bod tijdens het symposium dat de TDP op 12 januari samen met de Stichting van de Arbeid organiseert. In de discussies die in het Deeltijdcafé, www.deeltijdcafe.nl worden gevoerd, spelen de resultaten ook een rol. Bovendien zullen de resultaten hun weg vinden naar de uiteindelijke aanbevelingen die de TDP op 30 maart 2010 tijdens de slotbijeenkomst presenteert.
'Ambitie is geen voorspeller van het aantal werkuren, zo blijkt uit het onderzoek.' Dit is een conclusie die het werkelijke probleem op een fraaie manier verhult.
Er is natuurlijk een groot verschil tussen een ambitie uitspreken en er moeite voor doen om deze ambitie waar te maken.
Zie ook de wens van vrouwen in deeltijdbanen van minder dan 25 uur om gemiddeld twee uur langer te werken. Echt daarmee red je het niet.
Een aanrader voor iedereen die meer over dit onderwerp wil weten is het boek: De mythe van het glazen plafond van Marike Stellinga
Marjolein
|
|
30
-
10
-
2009
|
14
:
38
uur
Als mannen net zo ambitieus zouden worden als vrouwen en meer naar de verdieping gaan zoeken, zou het bedrijfsleven daar beslist van profiteren ;-)
Mannen zijn inderdaad anders ambitieus. Voor hen is een hogere functie een doorslaggevend bewijs van erkenning. Er komen is een soort wedstrijd. Mannen solliciteren naar een promotie, ook als ze weten niet volledig aan de eisen te voldoen. Een afwijzing nemen ze op de koop toe.
Vrouwen excelleren graag in hun huidige functie. Dat geeft hen voldoening en zekerheid. Een vrouw zal alleen de ambitie uitspreken voor een hogere functie als zij zeker weet dat ze ook in die functie kan excelleren. Zij solliciteert alleen als ze denkt dat ze de beste kandidaat is. Een flink aantal vrouwen zal een sollicitatie achterwege laten, als niemand laat doorschemeren dat ze gezien worden als een goede kandidaat. Het liefst worden ze gevraagd.... Afwijzing gaat ten koste van hun gevoel van eigenwaarde en daar stappen ze niet gemakkelijk overheen.
De mythe van het glazen plafond is geschreven door een redactrice bij Elsevier, niet door een vrouw uit het bedrijfsleven. Het is een persoonlijke mening op basis van een overigens goede weergave van feiten en cijfers. Mijn interpretatie van diezelfde feiten en cijfers is een totaal andere. Marike Stellinga constateert bijvoorbeeld dat van de mannen ongeveer de helft zegt dat ze naar de top willen, terwijl voor de vrouwen dat slechts 20 procent is. Zij interpreteert dat als teken dat vrouwen minder ambitieus zijn. Mijn interpretatie is: 20% van de vrouwen denkt dat ze geschikt is voor een toppositie, er een reele kans op maakt en wil daar dus ook naar streven. Ik vind 20% dan een hele mooie score en de vijver waaruit de grote bedrijven kunnen vissen, is daarmee meer dan voldoende groot om alle topfuncties door vrouwen te laten bekleden. De 50% van de mannen die een toppositie ambieert, heeft niet zorgvuldig afgewogen of ze daar geschikt voor zijn of niet. Dat laten ze t.z.t. door een ander doen.
Voor bedrijven die meer vrouwen aan de top willen is de remedie simpel: actief zoeken naar geschikte vrouwen (binnen de eigen organisatie en via vrouwelijk headhunters) en ze actief uitnodigen om te solliciteren. Een punt van aandacht is daarbij dat veel van de potentiele topvrouwen, die nu in de veertig of vijftig zijn, niet meer in grote organisaties werken. Veel van hen hebben gekozen voor een carriere als (top)consultant of als eigenaar van een eigen bedrijf. Of ze nog terug willen keren? Je kunt ze altijd vragen.....
Als je alle info leest die momenteel op ons afkomt op het gebied van vrouwen, werk, leiderschap en onze toekomst wordt één ding heel duidelijk: we zitten compleet vast in onze oude denkpatronen.
En als we blijven doen wat we altijd deden, zullen we geen nieuwe oplossingen gaan manifesteren.
Tijd voor een nieuwe benadering. Doorbraak zal worden gerealiseerd door meer kennis van en inzicht in onze collectieve en individuele onbewuste drijfveren en overtuigingen te krijgen.
Kortom, persoonlijke ontwikkeling als belangrijkste tool inzetten. Daardoor gaan we onszelf en de ander beter begrijpen, waardoor we vanuit een ander wereldbeeld gaan opereren en dus tot echte, nieuwe oplossingen kunnen komen.
Wie doet er mee?
Hartelijke groeten,
Marjolein Hins
MM&P boardroomcounseling