27 oktober 2009 -
Bent u een ‘rupsje nooit genoeg’? Of weet u precies wanneer het genoeg is? In hoeverre stelt u -extreme- eisen aan uzelf en anderen? In hoeverre probeert u dingen af te dwingen? Het is de vraag in hoeverre dat gedrag u helpt of dat u zichzelf en anderen daarmee in de weg zit.
In dit artikel van Effeqt kijkt Geo van Dam naar enkele vormen van 'nooit genoeg'-gedrag en wat het effect daarvan is. Daarna bespreekt hij hoe u dergelijk gedrag meer in balans kunt krijgen door uzelf vier vragen te stellen.
Ratten
Laten we eens met de actualiteit beginnen: hoeveel koopsompolissen met hoeveel winstmarge moet u verkopen? Hoeveel bonus moet u ‘verdienen’ als u bij een bank werkt die met megabedragen door ons allemaal overeind is gehouden. Hoeveel salaris en bonus moet u binnenhalen als u directeur bent van een thuiszorgorganisatie waar schoonmaaksters het bed en uw moeder eens per week tegelijk verschonen omdat dat efficiënt is. Wanneer is het eigenlijk genoeg? En hoeveel meer omzet is nodig om uw bonus veilig te stellen als u CEO of CFO van een groot beursgenoteerd bedrijf bent? Dit zijn negatieve voorbeelden die natuurlijk gaan over anderen en die voor iedereen overduidelijk zijn. Of niet soms? Want het kan ook voorkomen dat iemand verschrikkelijk hoge eisen aan zichzelf stelt en tevens heel erg succesvol is. Maar uiteindelijk is diegene zichzelf aan het opbranden in een rap tempo. Dit zijn de goeie mensen uit uw bedrijf die het eerst omvallen. De mannen en vrouwen die geslaagd zijn voor de workshop ‘Hoe word ik een rat?’ of er een vrijstelling voor hebben gehad (van wie in godsnaam?) zal dat niet gauw gebeuren. Die lopen de kantjes er van af en blijven wel heel...
Menselijke maat
Soms zijn we de menselijke maat een beetje kwijt geraakt. Het gevolg daarvan is dat we doorschieten in extreem gedrag: het bekende jojo effect bij mensen die problemen hebben met hun gewicht. Dan is het alles of niks. Of de kinderen eerst streng aanpakken in de opvoeding en vervolgens weer teveel vrij laten. En vice versa natuurlijk. In management in bedrijven zie je het ook wel eens. De manager laat zijn team heel erg vrij, hij noemt dat laissez faire en daar is hij trots op. De medewerkers echter ervaren het vaak ietsje anders: meer als in de steek gelaten worden en als niet betrokken gedrag van de manager. Maar dan treden er acute problemen op en de manager schiet in een keer door in sterk sturend en ‘stevig’ gedrag. De medewerkers schrikken zich vervolgens een hoedje en worden heel erg voorzichtig omdat ze niet goed weten waar ze aan toe zijn. De manager vindt dat de medewerkers niet betrokken zijn en te weinig initiatief nemen. De medewerkers en de manager weten niet van elkaar wat er achter het gedrag zit. Zolang dat niet duidelijk is blijft dit systeem gehandhaafd en zal het niet verbeteren.
Resetten
Om de menselijke maat terug te krijgen moeten we niet op zoek naar meer regels, niet naar anderen kijken en niet doorschieten maar zelf aan de slag gaan. Het begint bij ons eigen bewustzijn en mentaliteit. Mocht het nu zo zijn dat u een beetje geschrokken bent van het rupsje nooit genoeg gedrag van uzelf of anderen, realiseer dan dat u elk moment kunt STOPpen met dit gedrag en er meer balans in kunt brengen door je eigen menselijke maat te resetten. Vier vragen die u daarbij kunnen helpen:
1. Wat is mijn prestatie?
Tja, dit klinkt een beetje obligaat. Maar het gaat erom dat u zich afvraagt wat u toevoegt, wat uw meerwaarde is in wat je doet. Wat is nu uw werkelijke prestatie? Is dat ook wat er van u verwacht wordt? Waar wordt u op beoordeeld, is dat in lijn met wat u doet? Doet u genoeg? Of doet u misschien wel teveel?
2. Worden de mensen om mij heen en ikzelf er beter van? In de zin van betere mensen, niet per definitie in financiële zin of persoonlijk gewin. De vraag is of u en de mensen om u heen ervan groeien, er beter van worden. Of nog mooier, er betere mensen van worden. Als u koopsompolissen verkoopt is dus de vraag of uw klanten er echt wat mee opschieten, of ze er beter van worden. Nu, maar ook op de langere termijn. Als u mensen coacht is de vraag of ze er ook beter van worden als mens. Als uw werk er toe doet is het OK.
3. Is het (nog) leuk?
Vraagt u zich wel eens af waarom u ooit aan het werk bent begonnen dat u nu doet? Wat waren uw drijfveren? Wat gaf u de kick? En is dat nu nog zo? En komt dit doordat u bent veranderd of uw werk? Veel mensen halen allang geen voldoening meer uit het werk dat ze doen. Die vechten al jaren lang tegen zichzelf (en dus ook tegen anderen). Zonde van uw ‘leeftijd’ (tijd van leven). Soms kunt u door zelf anders tegen zaken aan te kijken weer herstarten. Soms moet u dapper zijn en het besluit nemen om weer te gaan doen wat u echt leuk vindt.
4. Hoe is de balans tussen bovenstaande aspecten?
Bij bovenstaande vragen is het van belang dat er balans is. Als u alleen maar aandacht hebt voor de prestatie en niet voor de groei van uzelf en anderen en de voldoening die u hebt is de balans verstoord. Ook als u teveel bezig bent met plezier en geen aandacht hebt voor het presteren en groei klopt het niet. Vraag uzelf zo nu en dan eens af of u in balans bent of dat het heel erg scheef aan het groeien is.
Bron:EFFEQT