Onderzoek: wereldwijd economisch herstel in zomer 2010
22 oktober 2009 -
Onderzoek bij meer dan 11.000 ondernemingen in vijftien landen laat zien dat significant economisch herstel wereldwijd niet eerder wordt verwacht dan de zomer van 2010. Nederlandse ondernemingen verwachten dit herstel zelfs pas in augustus van dat jaar. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van Regus.
"Uit het onderzoek blijkt dat het van belang is om als ondernemer lessen te trekken uit het verleden en om als overheid het MBK te blijven ondersteunen," aldus Eduard Schaepman, directeur Regus Benelux.
Business Tracker
De Regus Business Tracker, een wereldwijd economische indicatoronderzoek, toont aan dat ondernemingen volgend jaar vast moeten blijven houden aan hun kostenstrategie. Ook moeten ze grote investeringen structureren om te kunnen profiteren van het mondiale herstel halverwege 2010. In het kader van het onderzoek werd aan meer dan 11.000 respondenten gevraagd naar de financiële prestaties van hun organisaties. Tevens werd gevraagd naar hun verwachtingen over economisch herstel op het niveau van de organisatie en van het land waarin ze wonen. Het resultaat van het onderzoek biedt economen een consistente benchmark, waarmee nationale economieën kunnen worden afgezet tegen wereldwijde gemiddelden.
Pessimisme
Volgens het Regus Business Tracker-onderzoek verwachten Nederlandse ondernemingen tekenen van economisch herstel pas in augustus 2010, wat duidt op een grotere mate van pessimisme dan het wereldwijde gemiddelde. Spaanse ondernemingen zien het economisch herstel het meest somber in, zij verwachten dit pas in oktober 2010.
De sombere visie van de Nederlandse ondernemingen is waarschijnlijk te wijten aan een winstdaling die het wereldwijde gemiddelde overtreft. Zo'n 35 procent van de Nederlandse ondernemingen zag de winst vorig jaar dalen, terwijl dat percentage gemiddeld genomen 28 procent wereldwijd was. Ook zag 30 procent van de ondernemers de omzet dalen, tegen een wereldwijd gemiddelde van 26 procent.
Gezamenlijke visie
Het Regus-onderzoek toont een vrijwel volledige consensus in de verwachtingen over het economisch herstel tussen ondernemingen die goed presteren en ondernemingen die minder goed presteren. Dit betekent dat individuele prestaties niet van invloed zijn geweest op een gezamenlijke visie. In datzelfde licht verwachten zowel de performers als de underperformers economische vooruitgang in de zomer van 2010.
MKB optimischer
Een andere factor in het Regus-onderzoek was het sterke effect van de bedrijfsomvang op de verwachtingen. Hoewel 64 procent van de Nederlandse ondernemingen van iedere mogelijke omvang verwacht dat de inkomsten volgend jaar zullen toenemen, zijn kleine ondernemingen (minder dan 50 medewerkers) optimistischer dan grotere ondernemingen. Circa 72 procent van de MKB-bedrijven verwacht dat de inkomsten in 2010 zullen stijgen, tegen slechts 44 procent van de grotere bedrijven. Deze verwachting impliceert dat het economisch herstel zal worden ingeleid door kleine ondernemingen. Bovendien onderstreept deze conclusie het belang van overheidssteun en de stimulans van groei bij het MKB. Dit deel van de zakelijke gemeenschap is namelijk verantwoordelijk voor ongeveer de helft van het nationaal product.
Verschillende zorgen
In het verlengde hiervan liet het onderzoek een aantal opvallende verschillen zien in de zorgen die er zijn bij MKB-bedrijven en de zorgen bij grotere ondernemingen. Grote ondernemingen maken zich meer dan gemiddeld zorgen over kostenbesparingen, infrastructuur en het behoud van personeel. MKB-bedrijven maken zich daarentegen ernstig zorgen over marketing en het behoud van klanten, wat impliceert dat zij zich meer zorgen maken over het behouden en onderhouden van winstgevende opdrachten dan over het terugbrengen van de kosten.
Heroverweging strategie
Eduard Schaepman, algemeen directeur Regus Benelux: "Voor economisch herstel is het van belang dat ondernemingen, die groei laten zien, niet terugvallen in hun oude manier van zakendoen. Zij moeten van het verleden leren en hun toekomstige strategieën en operaties daarop aanpassen. Dit kan betekenen dat er een verandering optreedt in de manier waarop bedrijven hun personeelsbestand organiseren. De vraag is of zij ervoor blijven kiezen om dezelfde hoeveelheid mensen voortdurend op dezelfde plek te laten werken, zoals zij dat voor de wereldwijde recessie deden. Het personeelsbestand en de werkplek zijn belangrijke onderdelen waarop bedrijven een substantiële heroverweging van hun strategie en kosten kunnen maken. Zo kunnen zij een bredere verandering op het gebied van hun infrastructuur doorvoeren."
