Vijf regels om een goede leider te zijn (en hoe Obama ze toepast)
23 september 2009 -
Na negen maanden in het Witte Huis, lopen de meningen over de leidinggevende capaciteiten van president Obama nogal uiteen. Hij wordt een goed leider genoemd omdat hij gevoelige vraagstukken omtrent de economie, het Midden-Oosten en de gezondheidszorg niet uit de weg gaat. En om diezelfde reden wordt hij een slechte leider genoemd.
Norm Smallwood, medeoprichter van de RBL Group, en medeauteur van ‘The Leadership Code’, analyseerde samen met zijn collega's Dave Ulrich en Kate Sweetman de belangrijkste onderzoeken naar leiderschap van de afgelopen decennia en destilleerden daaruit vijf regels die cruciaal zijn voor eersteklas leiderschap. Op Forbes vertelt hij dat Obama ze volgens die analyse allemaal toepast. U ook?
1. Visionaire inzichten Obama is duidelijk een visionair met een nieuwe benadering van politiek. Zijn strategie verschilt enorm van zijn voorgangers. Hij blijft met heldere inzichten komen over de economische crisis, de oorlog in Irak, de hervormingen op het gebied van de gezondheidszorg, klimaatverandering en de rol van de VS op het wereldtoneel.
2. Dingen gedaan krijgen
Het is makkelijk om mooie plannen te bedenken, maar een stuk minder om ze waar te maken. Obama maakt gebruik van alle middelen die hij voor handen heeft om dingen waar te maken en anderen te overtuigen en over te halen mee te werken en resultaten te genereren. Van de meerderheidsstatus van zijn partij in het congres tot zijn kansel als wereldleider. Tot nu toe lijken de resultaten veelbelovend.
3. Talenten om zich heen verzamelen
Leiders die zich omringen met talent boeken snel resultaat en garanderen zich tegelijkertijd van een goed moraal en veel betrokkenheid. Obama is hier een meester in. Hij doet het niet alleen, en doet ook niet alsof hij dat wel doet.
4. De volgende generatie vormen Een goede leider kijkt nu al naar de vaardigheden die op de lange termijn nodig zijn. Obama legt hier nu de basis voor met zijn aandacht voor onder andere klimaatverandering, gezondheidszorg en infrastructuur.
5. In zichzelf investeren Om de eerste vier regels effectief toe te kunnen passen, moet een leider zichzelf constant blijven ontwikkelen. Hij of zij moet blijvend investeren in intellectuele, spirituele, emotionele en lichamelijke verbeteren om de eisen die aan het leiderschap gesteld worden aan te kunnen. Obama is bereid zich steeds opnieuw af te vragen wie hij is, waar hij voor staat, waarom dat zo is en hoe hij zichzelf kan verbeteren.